De Revisor. Jaargang 10

[p. 36]

André Breton
vertaling Laurens Vancrevel

Yeux zinzolins de la petite Babylonienne trop blanche
Au nombril sertissant une pierre de même couleur
Quand s'ouvre comme une croisée sur un jardin nocturne
La main de Jacqueline X
Que vous êtes pernicieux au fond de cette main
Yeux d'outre-temps à jamais humides
Fleur qui pourriez vous appeler la réticence du prophète
C'en est fait du présent du passé de l'avenir
Je chante la lumière unique de la coïncidence
La joie de m'être penché sur la grande rosace du glacier

supérieur

Les infiltrations merveilleuses dont on s'aperçoit un beau

jour qu'elles ont fait un cornet du plancher

La portée des incidents étranges mais insignifiants à

première vue

Et leur don d'appropriation finale vertigineuse à moi-même
Je chante votre horizon fatal
Vous qui clignez imperceptiblement dans la main de mon

amour

Entre le rideau de vie
Et le rideau de coeur
Yeux zinzolins
Y Z
De l'alphabet secret de la toute-nécessité

uit L'air de l'eau (Waterwijs), 1934

IJlviolette zinnelijke ogen van de veel te blanke

Babylonische

Met haar navel die een even blanke steen omvat
Als opengaat gelijk een kruisraam op een nachtelijke tuin
De hand van Jacqueline X
Wat bent ge daar verderflijk in de diepte van die hand
Genertijdse ogen immer vochtig
Bloem die u de aarzeling des zieners op zou kunnen roepen
Het is gedaan met heden met verleden met wat komt
Ik bezing het unieke licht van de coïncidentie
De vreugde dat ik mij gebogen heb over het groot rozet van

de superieure gletscher

De wonderbare lekken waarvan je op goede dag ontdekt dat

ze een beker van de vloer hebben gemaakt

Het belang van vreemde voorvallen die op het eerste gezicht

zo onbetekenend leken

En hun gave tot finale duizelende inpassing in mijzelf
Van u bezing ik de fatale horizon
Van u die nu onzichtbaar knipoogt in de hand van mijn

geliefde

Tussen het levensgordijn
En het hartegordijn
IJlviolette zinnelijke ogen
IJ Z
Van het geheime alfabet der hoognoodzakelijkheid