De Revisor. Jaargang 10



[pagina 58]
H.H. ter Balkt voor W.
De meerkoet ‘Met betrekking tot de gedachten van de mensen, beter ze niet hardop te horen, luidop sprekend boos kroos’ Einstein betreedt de slotgracht in een leistenen cape haastig van de kapstok gegrist van riet ‘e=mc², tingting, nog even iets interessants doen met mijn metaaldetector! Kijk het ijs houdt... En wat de relativiteit aangaat’ Over dun ijs stapt hij, zwart van veer op eenzelvige kostersvoeten Een tinkelende formule ontsnapt aan zijn keel Het is de slotheer zelf uit zijn archieven gestapt, zijn oog rood van lang in boeken turen over ijskelders en fortifikaties 't Kleine hoofd van een denker boven zijn veel te groenige voeten strompelt deze koukleum verstrooid rond boven de gracht ‘Al jullie roeptekens zijn ook maar riet, hoor’ - krak zakt hij door het dunne ijs en duikt