De Revisor. Jaargang 3
(1976)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 40]
| |
Pontifex
| |
[pagina 41]
| |
ceert Nijhoff direct: ‘Ik zag de nieuwe brug’; en om er (ook voor het nageslacht) geen twijfel over te laten bestaan dat het géen herstelde of ver-nieuwde brug is: ‘Twee overzijden / die elkaar vroeger schenen te vermijden / worden weer buren’. - Afwijkend van Holmes, zit voor mij de crux in dat ‘weer’: ‘worden weer buren’: dit nu is een minder vaak opgeworpen probleem voor vertalers, en Holmes zou er ook zeker over gevallen zijn: de onwillekeurige imprecisie die de dichter zelf veroorzaakt. In het Nederlands, met zijn ingebouwde imprecisie en taal-indiscipline, kàn men erover heen lezen, en dat moet hier ook, maar de discipline die het Engels je oplegt eist meteen de vraag: ‘wàs er dan al eerder een brug?’ of: ‘is dat een brug over een binnen mensenheugenis gegraven kanaal?’ Ik wil hier bij Nijhoff niet schermen met mijn aforisme ‘Seule la traduction démasque un mauvais texte’, maar àls er voor mij een probleem is, is het dat ‘weer’. Voor mij is het het soort stoplap dat Holmes nu juist wenst te vermijden, en dat hem in het Engels al dwars zat in regel 1, omdat hij vertaalt in een taal die er niet om liegt. Nijhoff trouwens, net als Achterberg, rectificeerde herhaaldelijk in zijn herdrukken: op dit punt kunnen we alleen maar gissen of hij, doordenkend, had geopteerd voor ‘hier buren’ of ‘tot buren’ inplaats van ‘weer buren’. In elk geval: de onovertroffen ‘overzijden’ staan er zo duidelijk bij als zegge Dover en Calais, de brug is gloednieuw, en Nijhoff gaat hem zien met een Bauhaus-belangstellingComme les doigts de la main
die, als in een waarlijk sonnet, bij de terzinen een wending krijgt en dan even verrassend als sober laat zien dat de geest die over die wateren drijft iets te maken heeft met een tijdeloos godshuis. Hiermee wordt ook tegemoetgekomen aan Holmes' bezwaar in zijn beide voorlaatstealinea's van zijn deel 1: ‘Devertaler kan...’: Nijhoff denkt iets nieuws te gaan zien, en wordt geconfronteerd met iets wat verwijst naar eeuwigheidsbesef Het lijkt me dat deze innerlijke spannings-structuur van het gedicht sterk genoeg is om niet verloren te gaan. Ongetwijfeld voelde Holmes zich mede daar doorgedrongen het sonnet een groter gehoor te geven. Het conscientieuze bij hem zag een sylla be ontbreken in regel 1 voorgoed Engels, en, denkik, een hollandse syllabe-teveel in regel 3, die Nijhoff's exposé ietwat op losse bouten zet. Maar Holmes' tussenliggende argumenten wegen inderdaad: hoe weet een poëzielezer elders wat Bommel is, terwijl het voor miljoenen Nederlanders een Heer is: ‘What, for instance, should the translator do with the place-name Bommel?’ De lezer, hier of elders, wordt niet geacht kenner te zijn van het lied ‘In die grote stad Zaltbommel, Bommel...’ en Bommel vind je inderdaad net zo min op kaarten als Gorkum. Dus missen wij ‘De moeder de vrouw’ in het engels. Holmes, in een arren moede die ik niet van hem gewend ben, suggereert dan de ook door hem vermaledijde alternatieven: of de machteloze voetnoot, of, wat het wel eens wil doen, het transponeren van de brug naar een inde Engelse taal bekend land, en allicht geen Allenby -of River Kwai-brug. Toch lijkt het mij vrij simpel. Om Bommel te situeren als lokaliteit, zelfs als stad, neme men: I went to Bommel Town to see the bridge Daarmee is niet alleen de ontbrekende syllabe ingevuld: ze heeft een absolute functie, en is bovendien onopvallend genoeg, juist doordat in deze klap de derde vlieg geslagen wordt: het wordt vanzelfsprekend Engels idioom. Persoonlijk geloof ik dat pas hiermee het vertalen begint, ook al bezig ik, naast mijn vadertalen Frans en Nederlands, het Engels actief schaarser, zij het passief veelvuldig. (Het begrip ‘moedertaal’ is een absurd onhoudbaar en wetenschappelijk fossieltje, behalve voor moederskindjes; dit terzijde en ter zake). Ziehier dus mijn propositie. De openhartigheid waarmee de aanzienlijke bruggenbouwer Holmes een impasse uit zijn vertaal-praktijk openbaart en analyseert (iets wat vaker door vertalers moest gebeuren) geeft dan aanleiding tot de tweede helft van zijn exposé, dat, zoals gezegd, hier niet mijn onderwerp is. De aanleiding had een andere kunnen zijn. Héeft Holmes zich in de aanleiding vergist (blinde vlek via dood staren in één richting)? Vergissen is wenselijk, en vragen leren meer dan antwoorden. |
|