Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2007 (nrs. 117-122)
(2007)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
Lutembi (Président)
| |
[pagina 29]
| |
Tot me door drongen stampende geluiden, sisdruk die ontsnappen mocht. Een gevoel van herkenning: de Edele Raderwerken van In- en Uitzicht waren reeds in werking getreden. Ik was een denkpunt genaderd. Met een gevoel van herkenning de Edele Raderwerken van In- en Uitzicht beluisterd. Ik bewoog mij met achterhandse zwiepen spoorslags in de richting Geestverwant, een doorgangshuis gelijk een kathedraal. Heen & weer al naar gelang de omstandigheden, figuurlijk een windvaantje, naar de letter genomen een Inrichting ter Spuiïng, van alles wat zich maar voor hoog & overtollig laat aanzien, tot dienst van 't Algemeen. De laatste honderd meters moesten nog worden afgelegd door mij. Er streek een windje over mijn pantserplaten. Gaande het zwem- en looppootbewegen (hoe gallisch ook de omstandigheden, het strowerk in mijn platte kop blijft arbeiden) brak een Nieuw Teorema van de Dorst de eerste spruiten tussen de klinkers van het plaveisel op.
Et in terra deserta... inaquosa... Men kent de tekst. Wat is er ‘zoeter’ dan dorst die gelaafd wordt? Quoniam melior est. Naar u dorstte mijn ziel, hoe menigvuldig haakt mijn dorre fantoomvlees naar U in een verlaten land, ongebaand en zonder water. Zo verschijn ik voor U in dit heiligdom, om mijn macht en uw heerlijkheid te zien.
n.a.p. architectoniek > bouwmeesters > han van meegeren
| |
[pagina 30]
| |
De hier danig en duchtig gedemonstreerde barmhartigheid was beter dan het leven zelf. Dit pompen, trillen, sissen en pulseren was reine Eeuwigheid.
Dan sta je daar met een droge algenbek op de drempel van een sub-vakgenoot toch even te wankelen op je roeivliezen. Lafenis slechts vervluchtigd aangeboden, wolkend in stoom. Ik doorschouwde de situatie en vond een exempel in twee overduidelijke boezems die zich hier verhielden als communicerende vaten. Daartussen genoemde collega als Middelaar. Er was nu duidelijk aanleiding mijn stro te breken op middelen van communicatie met genoemde Middelaar in persona, na alle peddelkilometers en een overweldigende ontvangst werd het tijd wat zaken recht te zetten. Wie immers was hier Oppervoorzitter?
Ik zon op middelen mij met hem te verstaan. Vanuit de nederigheid werken gelijk m'neer p'stoor zou wellicht tijdverlies voorkomen: immers, staat de keizer voor de deur als de Knockende Opportunity Zelve, dan wil men altijd eerst zichzelf op orde brengen. Zachtjes tikte ik met de staartpunt tegen de slijkgaten. Langzaam werkte ik mij nu omhoog langs wasprop en matras, raakte ter hoogte van 't vuurlijntje het mangat even aan, en kwam terecht bij peilglazen en manometer. Met voldoening constateerde ik dat mijn komst was opgemerkt: er was duidelijk sprake van extreme uitslag. In niveau, in wijzers. Ik wist genoeg. OAO'sGa naar voetnoot5 aller landen hebben aan geen half woord genoeg.
Hier was het toch weer heiligheid die mij doorstroomde, leegte in doom & koepel, geen spoor van miserere me. Wat hier verweldiglijk werd verpompt raakte het diepst van mijn gedachten over Niets. De klokken in mijn platte harsens gingen loeën als die in gepasseerd tussenheiligdom Arnemuiden. En klonk daar niet al het hoog gefluit der Theoriën?
Hoever van huis moet men gereisd zijn om aan dorst niet meer te denken? Om eindelijk weer eens thuis te komen, om eindelijk weer eens te worden herkend? |
|