Rolf Jacobsen
Gedichten
Rolf Jacobsen (1907-1994) is een van de centrale Noorse dichters van de twintigste eeuw. In zijn eerste dichtbundel Jord og jern (Aarde en IJzer, 1933) introduceerde hij moderne elementen als grootstad en industrialisering in de Noorse dichtkunst. Jacobsens stad is er een van beschimmelde kelders, telefoonkabels, holle gasleidingen, stalen ingewanden en klepperende voetstappen op het natte asfalt. Jazzmuziek en de expressionistische schilderkunst waren voor hem belangrijke inspiratiebronnen. Fascinatie voor de concrete wereld der dingen is een grondtoon in zijn oeuvre. Het is een grondtoon die in zijn bundels vanaf de jaren 1950 kritischer wordt: als milieuactivist was hij zijn tijd vooruit. Uit zijn werk spreekt een bewogenheid met de mens en zijn omgeving die zich niet echt optimistisch toont. Volgens Jacobsen zelf is de ideale dichter een soort ervaringsonderzoeker. De wereld is zo groot en gecompliceerd dat ze zich niet in proza laat beschrijven. Een dichter toont de wereld aan zijn lezer door ontdekkingsreizen in het alledaagse leven te maken. Jacobsens gedichten tonen vele voorbeelden van deze visie, ze verhalen van kopjes spoelende huisvrouwen, van ploeterende mieren in een bandafdruk in het zand, van blauwgeaderde roquefort en van autobussen die naar huis verlangen. Maar dat niet alleen. Zijn gedichten verhalen ook van nachthemels, slapende tijd en wentelende planeten. In zijn gedichten wordt de mens in contact gebracht met de kosmos, wordt gezocht naar een wereld van stilte.
Jacobsen publiceerde tijdens zijn leven veertien dichtbundels die veelal uit vrije verzen bestaan. Postuum verscheen nog een bundel met niet eerder gepubliceerde gedichten in 1996. Door zijn gebruik van ontraditionele metrische vormen, onregelmatige verzen en verrassende beeldspraak, wordt hij beschouwd als een van de toonaangevende representanten van de modernistische traditie in Noorwegen. Zijn werk werd meermalen gelauwerd en is in een twintigtal talen vertaald. In 1986 werd zijn bundel Nattåpent (24 uur per dag geopend, 1985) genomineerd voor de prestigieuze Literaire Prijs van de Noordse Raad. In Nederland werd Jacobsen geïntroduceerd door Amy van Marken (1912-1995), de ‘Grand old lady’ van de Nederlandse Scandinavistiek, naar wie in september 2005 een nieuwe literaire vertaalprijs werd vernoemd. Zij publiceerde een vertaling van een selectie van zijn gedichten onder de titel De stilte achter mijn voet in 1994 bij uitgeverij Holmsterland. (Janke Klok)