hun schilderijen per stuk betaald met het vermogen van hele steden.
dat alles beter was in tijden dat de middelen schaarser waren.
dat er geen sprake meer is van hoogstaande schilderkunst nu purper zijn weg naar onze wanden weet te vinden en India ons de modder van zijn rivieren (indigo) en het geronnen bloed van slangen en olifanten bezorgt.
dat laksheid de kunsten te gronde heeft gericht.
dat de dictator Caesar aan schilderijen een officiële status verleende door afbeeldingen van Ajax en Medea als wijgeschenk op te hangen aan de tempel van Venus Genetrix.
dat de erkenning van schilderijen uit het buitenland werd bewerkstelligd door Lucius Mummius die zich verbaasde over de prijs die een koning voor een schilderij betaalde bij de verkoop van de oorlogsbuit, namelijk 600.000 denarieën. Omdat hij vermoedde dat het werk een kwaliteit bezat waarvan hij zelf geen weet had, liet hij het terughalen en gaf het een plaats in de tempel van Ceres.
dat de kunst van het portretschilderen, waarmee personen zo levensecht mogelijk werden vereeuwigd, geheel en al verloren is gegaan.
dat Polygnotus vrouwen als eerste afbeeldde in doorschijnende kleding.
dat Polygnotus voor het eerst de mond open schilderde en de tanden zichtbaar. Hij gaf het gezicht een levendige uitdrukking in plaats van de starheid van vroeger.
dat Zeuxis een vermogen verwierf zo omvangrijk dat hij ermee pronkte door in Olympa rond te lopen in mantels met daarop zijn naam in gouden letters.
dat Zeuxis een Penelope maakte waarmee hij zo ingenomen was dat hij er de versregel onder schreef die sindsdien beroemd geworden is, dat het gemakkelijker zou zijn er kritiek op te hebben dan het hem na te doen.
dat Zeuxis ook monochrome schilderingen met wit maakte.
dat Protogenes in woede ontstak omdat op een schilderij het vakmanschap te zichtbaar bleef en een spons smeet tegen de plek die hem zo irri-