| |
| |
| |
[Gedichten]
Willem van Toorn
Een dichter
uit het midden van Afrika.
Prins van een land waar de adel
in gedichten het dodelijk vergeten
van de wereld bestrijden moet.
Zo had zijn vader verdicht
wat onthouden moet van het huis:
de verhouding van stro en leem,
de hoogte van de drempel,
de handafdruk tegen de geesten
van de doden op elke muur.
Zijn eigen taak was, de bouw
te behoeden van de rivierboot.
Een blauwdruk van louter taal
bewaard in zijn nobel hoofd:
het grootzeil, de mast, de touwen,
de lengte van pennen en gieken,
de precieze slag in de knoop.
Scheepsbouwer als Brandaan,
maar hij hoefde niet op zoek
naar visioenen van wat beter
zou zijn dan een aards bestaan.
Hem was het genoeg de maker
te zijn van het gezongen boek
tegen het groot vergeten.
De muziek bij zijn lang gezang
zat in een kleine Japanse
cassetterecorder: de hoge
vrouwenstemmen, de trommels
Hij was zonder twijfel een heer.
Gekleed in een lang wit hemd,
| |
| |
vele malen met liefde hersteld,
en sportschoenen van de Hema
gekocht in dit schriftelijk land.
Ik begroette tamelijk verlegen
met een kleine buiging een dichter
die zijn plaats kende in de wereld
en de taak van de poëzie.
Uit: Tegen de tijd, 1997
| |
| |
| |
Ahmed Sheikh Nabhany
Sambo Ya Kiwandeo
Het schip van Lamu
Ahmed Sheikh Nabhany schreef het gedicht Sambo ya Kiwandeo (‘de Sambo van het grootse eiland’) in de periode van 10.08.1969 tot 08.04.1970. In een inleiding op het gedicht legt hij uit dat het verdwijnen van het genaaide schip de mitepe aanleiding was voor de compositie van Sambo ya Kiwandeo. Nog altijd bevaart de jahazi de Indische Oceaan, maar het zou kunnen dat ook die gedoemd is te verdwijnen. Zijn belangrijkste doel met dit gedicht is de gespecialiseerde scheepsbouw-terminologie voor uitsterven te behoeden en in een estethische vorm voor het nageslacht te bewaren.
In de naam van God, de Barmhartige Erbarmer.
1.[regelnummer]
Ik begin in de naam van God,
O Heer, verleen me de gunst
in staat te zijn te dichten.
2.[regelnummer]
Moge, met de zegen van de Geëerde,
de leider van de menigte,
mijn verlangen vervuld worden:
alles wat ik van plan ben.
3.[regelnummer]
Ik zal jullie de bedoelingen
die mij voor ogen staan, uitleggen:
jullie het verhaal van een schip
in het kort te vertellen.
4.[regelnummer]
Weet, dat de Sambo een vaartuig is,
bouwden op dezelfde wijze
waardevolle schepen, mitepe genaamd,
voor het vervoer van handelswaar.
| |
| |
op het eiland Lamu werden gebouwd
teneinde ermee te kunnen reizen.
7.[regelnummer]
Het kalafaat-ijzer is een stuk gereedschap
dat bij het bouwen wordt gebruikt
om er de palmvezels mee te snijden
en een goede verbinding te maken.
8.[regelnummer]
Ze werden schitterend gebouwd
zonder gebruik van spijkers,
slechts met behulp van touwen vastgesjord.
9.[regelnummer]
Ze werden met touw genaaid
iedere kier werd gedicht,
10.[regelnummer]
Als zeil diende een gewone vloermat,
die gelijk een stormzeil werd gehesen
van kokos als van palmvezels.
11.[regelnummer]
Wel, dit soort schepen, de mitepe,
werden slechts bij ons, hier aan de kust, gebruikt,
en niet voor verre reizen, zoals de Sambo,
waarover ik jullie nu vertellen zal.
12.[regelnummer]
De mitepe werden in Wiyoni gebouwd,
de jahazi, de vrachtschepen,
liepen in Darajani van stapel.
ik zal jullie elk deel van het schip
14.[regelnummer]
De kiel, van cederhout - niet van mangrove -,
| |
| |
en wordt van onderen gestut
15.[regelnummer]
Vanonder strekt een lange balk
van voor- tot achtersteven,
16.[regelnummer]
De sponning is een inkeping
uitgehakt in de kiel. Begrijpt goed,
dat deze uitsparing belangrijk is
om de eerste huidgang goed aan te laten sluiten.
17.[regelnummer]
De zandstrook is de eerste huidgang
als zij niet buigzaam is,
wordt ze met visolie bewerkt.
18.[regelnummer]
Dit deel wordt in een klamp gezet,
en samen met de hitte van het vuur,
doet dit de plank buigen.
dan wordt dit deel geplaatst.
20.[regelnummer]
De eerste zandstrookgang, dat is het deel
dat aansluit op de zandstrook,
de tweede wordt daarna geplaatst:
zo liggen alle delen naast elkaar.
21.[regelnummer]
Zo ziet de tweede zandstrookgang eruit:
gemaakt van prachtig hout, gebogen,
deel van de buik van 't schip.
Luister, nu over de zandstrook zelf:
22.[regelnummer]
Tegen de spanten, liggen ze,
van voor- tot achtersteven,
| |
| |
23.[regelnummer]
Stutten, rechtopstaande spanten,
achterstevenbalk, schoren het
24.[regelnummer]
Het stuk hout van voren heet de stevenbalk,
en achter zit een tweede,
gevormd als posten van een deur.
25.[regelnummer]
De kiel en deze stevenbalk
voorwaar zeer vast bevestigd
en zuiver passend op elkaar.
met een punt als van een speer.
27.[regelnummer]
De spiegelbalk is een deel
uitgehakt als een gewelf,
als je de vorm ervan bekijkt
is het als een schijf van een gedroogde banaan.
huidgangen die zeer zuiver zijn,
29.[regelnummer]
Begrijpt goed, dat de berghoutsgangen
met overleg gerangschikt,
30.[regelnummer]
Vervolgens wordt het berghout ingeplaatst,
niet bovenop, niet middenin,
het is een onmisbare strook,
aan weerszijden bevestigd en bekoorlijk om te zien.
| |
| |
doorlopend van voor tot achter,
luister, ze hebben de vorm van de letter daal.
zijn beide samen bevestigd,
de één volgend op de ander,
en de ene komt het eerst.
ik heb het jullie al getoond
en alles duidelijk gemaakt.
35.[regelnummer]
Het draaispant is het spant
van voren, niet van achteren,
rechtopstaand als een zwaard,
draagt het de gangen bij de voorsteven.
36.[regelnummer]
De oplanger is een verlengstuk
ter vulling van de ruimte boven 't spant,
zij wordt als pen gevoegd
om het spant te vervolmaken.
37.[regelnummer]
De wegeringen zitten van binnen,
weet, dat deze planken zich bovenaan bevinden,
is een balk, gelegen aan de binnenkant,
zij bevestigen de zitter,
kleine delen die ik jullie zal beschrijven.
| |
| |
40.[regelnummer]
Zitters worden ze genoemd;
deze kleine delen worden gerangschikt
bevinden zich in de jahazi,
ze worden tussen de leggers geschoven
en verbonden aan de zijden.
42.[regelnummer]
De dekken zijn plankieren,
één bevindt zich achter, bij de helmstok,
het ankertouw is gelegen.
de jahazi beschermen tegen opspattend water,
en begrijpt, dat het kleine planken zijn,
die zich aan dek bevinden.
44.[regelnummer]
Als laatste worden houten bolders
45.[regelnummer]
De kluisborden, mijn vrienden,
ze bevinden zich vooraan,
of bij de spiegel en het boeisel.
echt, ze dienen om het water
vanaf het dek te laten stromen.
47.[regelnummer]
En dan is er het potdeksel
worden de spanten ermee bedekt.
48.[regelnummer]
Midscheeps zitten sporten,
dat zijn kleine houten pennen aan de zijden,
| |
| |
vast verbonden met het dek,
en zij doen dienst als trap.
beide midscheeps, aan weerszijden,
langszij naar binnen spat.
de kraanbalk, tussen de twee zijden,
daarop wordt de hals van het zeil bevestigd
| |
| |
Slotverzen van Sambo ya Kiwandeo:
213.[regelnummer]
Het is de achtste van april,
en, in het kort, het jaar,
laat ik jullie hierbij weten:
ik heb jullie nu verteld,
wat ik jullie zeggen wilde.
215.[regelnummer]
En nu ben ik nog verplicht,
jullie het aantal te vermelden,
het aantal verzen zal ik jullie zeggen.
luistert naar hun aantal,
217.[regelnummer]
En dit vers, het laatste,
is om ermee tot God, de Genereuze, te bidden,
Hij geve ons niets dan goeds
in deze wereld en hierna.
Het schip van Lamu werd in 1984 vertaald uit het Swahili voor Poetry International Rotterdam. Het oorspronkelijke gedicht van Sheikh Ahmed Nabhany Sambo ya Kiwandeo/The Ship of Lamu-Island telt 217 verzen. Het verscheen in 1979 onder redaktie van Gudrun Miehe and Thilo C. Schadeberg bij het Afrika-Studiecentrum te Leiden.
vertaling: ridder h. samson
|
|