Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 2000 (nrs. 89-92)(1999-2000)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Gerrit Krol Delta Waar de rivier begint en waar zij eindigt. Zo klein als iets stromen kan, niet stroomt, maar spartelt of stilligt. Zo wijd en breed eindigt zij aan de eeuwige stranden, aan zee. Niet de rivier, maar haar vrijheid, uithalend in lussen naar links en naar rechts langs de horizon en weer terug. Niet terug, maar om een stad heen en verder. Geen stad, maar een hoogte en het is de laagte die zij zoekt. Niet zoekt, maar vindt. De zwaarte van al het zand dat zij meevoert. De stroom neemt het mee. Niet snel genoeg waar het zand blijft liggen, niet langer die snelheid. Op weg naar de zee, door dijken beschermd verhoogt een rivier zich- zelf, met bedding en al. Hoger dan de huizen stroomt zij voorbij, maar ze zal de zee niet bereiken als niet opnieuw de dijken worden verhoogd. De Rijn bij Katwijk, een kalme sloot. Een sluis. Geen sluis, maar de schroef waarmee men het water aandraait. De kraan dichtdraait, want geen water. De Rijn bij Lobith. De schepen jakkeren stroomafwaarts. De Waal bij Tiel, waar zij de bocht neemt. Zich omgooit. Zich verdiept en versnelt. Bij Zaltbommel ligt zij stil. [pagina 44] [p. 44] Niet stil. Wat stilligt is het schip dat, intelligent, de Waal bespeelt als element. Toeziet hoe haar lange, zachte lijf zich meer en meer - Nieuw! - met een ribbenkast versterkt. Terwijl de grootste vijand van het water is de mens zijn grootste vriend. Niet de mens, maar de meter, het n.a.p. Niet de rivieren, maar de zee. Geen dijken, maar met roggestro versterkte kademuren beschermen het land tegen het geweld der najaarsstormen. Niet een kademuur, maar een dijkprofiel met zeer flauwe helling. ‘Van diep inzicht getuigt zijn observatie dat een zeer brede en lang- zaam oplopende dijk de aanrollende golven niet zozeer breekt als wel uitput, het water van alle energie berooft door het omhoog te dwingen.’ De dijk, begroeid met gras en schapen. Geen gras, maar het rood van jonge daken. Het glas waarachter de goudvis veilig is. Want in zijn element waar hij ons kalm. De rug toekeert. Vorige Volgende