Gary Schwartz
Een fellow traveler naar Armageddon
Over de bijbel als literatuur kan ik het met geen mogelijkheid hebben. Verleden, heden en toekomst spannen samen om te verhoeden dat ik de bijbel (ik doel op de Tenach) zie als een stuk literatuur. Voorzover de bijbel ‘auteurs’ had, beschouwden zij zich als dienaren Gods, als het volk Israël, of als de politieke of religieuze factie, welke dan ook, waartoe zij behoorden. Schrijven was een instrument om uitdrukking te geven aan goddelijke openbaring en joodse singulariteit. Dat gold ook voor schrijfgerei, handschrift, muzieknotatie en voordrachttechniek. Deze elementen hebben, anders dan literatuur, althans een plaats in de joodse wet of traditie. Het Hebreeuwse woord voor literatuur - sifrut - is een doorzichtig neologisme afgeleid van sefer, boek. Als historicus die probeert de waarden van de culturen die ik bestudeer te respecteren, lijkt het me verstandiger om de bijbel te bestuderen als inkt op perkament dan als literatuur.
Als niet-gelovige jood in een wereld waarin die status problematisch is, leg ik het tegen de bijbel af. Hij stelt condities voor mijn bestaan waaraan ik nooit kan ontkomen. De ernst waarmee andere mensen de bijbel omringen, door hem ongevraagd in verband te brengen met mijn leven en lot, sluit mij in. De rest van mijn leven zal ik mij moeten verontschuldigen in speciale termen, tegenover mijzelf en anderen, voor het voedsel dat ik eet, mijn gedrag op gewijde dagen, mijn houding ten opzichte van andere joden, van Israël, van niet-joden, soms zelfs van ‘joodsheid’. Die dingen begrijp ik zelf niet en zou ik net zo lief negeren. Maar daartoe ben ik niet gerechtigd. Dit zijn triviale zaken waarin ik mij minder vrij voel dan niet-joden in de christelijke en joodse omgevingen waarin ik verkeer. Andere zijn minder onschuldig. Ik loop een veel grotere kans dan niet-joodse Nederlanders om persoonlijk danwel door banden van familie en vriendschap geraakt te worden door politiek of raciaal geweld. De bijbel is een ernstige en tragische aangelegenheid, geen staaltje van literatuur.
De bijbel werpt een sluier over de toekomst. Als jongen van acht maakte ik tegelijkertijd kennis met het Hebreeuws en de bijbel. Het onderricht in die derde klas yeshiva begon met Genesis 12:1: ‘De heere