Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1997 (nrs. 77-80)
(1997)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 91]
| |
Ger Verrips
| |
[pagina 92]
| |
geen van de bij mij gerezen vragen over wat me erin als tegenstrijdig en onsamenhangend voorkwam - en waarvoor mijn vader me doorverwees naar de knappere koppen in de kerk - werden me antwoorden gegeven die ik ernstig kon nemen. Toen me tijdens een kerkdienst plechtig een exemplaar van de Heilige Schrift werd uitgereikt, was het voorzien van de uitdrukkelijk aan mij gerichte vermaning: ‘Vreest God’. Het zei me niets en gedurende tientallen jaren is het boekje hoogstzelden uit de kast gehaald. Ik sloeg het pas weer op bij mijn werk als schrijver, toen ik allang van opvatting was: ‘In de literatuur hoort het woord van de mens en voor de mens te zijn en de inzet niet de heiligheid maar de helderheid van de schrift.’Ga naar eind1.
Over de Bijbel las ik nog wel eens iets, in de Bijbel zelden. Kortgeleden nam ik kennis van bespiegelingen van Blaise Pascal: ‘Het Oude Testament is een geheimschrift. ... Wat er te zien is duidt noch op een volslagen afwezigheid noch op een duidelijke aanwezigheid van de godheid, maar op de aanwezigheid van een God die zich verbergt. Alles draagt daarvan het stempel.’Ga naar eind2. Als er al een God bestaat, denk ik dan, waarom tijd verdoen met zoeken naar een Almachtige die, om wat voor redenen ook, meent zich te moeten verbergen? Het was een echo van een van de ook vroeger al onbevangen opgekomen, nog maar vaag aangevoelde en nauwelijks onder woorden gebrachte vragen geweest, opgeroepen door het verhaal dat Mozes in zijn eentje op de top van een door wolken en onweer aan het oog ontrokken berg een gesprek met God had gehad, waarna hij de helling afdaalde met twee stenen tafelen waarop voor alle gelovigen Tien Geboden stonden vermeld. Waarom zou God alleen tot Mozes hebben willen spreken? En wie zei dat dat zo was geweest? Mozes - alleen Mozes. Het was ook alleen Mozes geweest, die had beweerd dat niet hijzelf maar dat het Gods vinger was geweest die de Tien Geboden op de stenen tafelen had gegrift. Bij mijn recente herlezing van Exodus en DeuteronomiumGa naar eind3. kwam de kinderlijke verbeelding van vroeger soms weer tot leven. ‘En de ganse berg Sinaï rookte, omdat de heere op denzelve nederkwam in vuur; en zijn rook ging op als van eenen oven, en de ganse berg beefde zeer’. Maar inmiddels had ook ik uit duizenden jaren geschiedenis begrepen dat vorsten in kerk en staat en ook andere volksleiders macht en willekeur alleen kunnen waarmaken zolang de volgzame onderdanen de geheimhouding over het doen en laten van het gezag aanvaarden. Het viel dan ook op dat ondertussen ‘het geluid der bazuin gaande was en zeer sterk werd’; dus pas toen niemand door alle lawaai nog iets kon verstaan ‘sprak Mozes, en antwoordde God hem met ene stem. ... En Mo- | |
[pagina 93]
| |
zes naderde tot de donkerheid, alwaar God was.’ Zelden kwam een geloofsopvatting cynischer op me over dan toen ik bij Pascal las: ‘God heeft gemaakt dat de blindheid van dit volk het heil dient van de uitverkorenen. ... De belangrijkste ziekte van de mens is zijn rusteloze nieuwsgierigheid naar dingen die hij niet weten kan, en het is minder schadelijk voor hem met een dwaling te leven dan met deze zinloze nieuwsgierigheid.’Ga naar eind4. Maar waarom zou men zich door Pascal, of door wie ook die zich de eigen zoekende geest wel ruimte en vrijheid toestaat, van eigen weetgierigheid laten weerhouden? Mijn doorgaans luchtige vaderlandsliefde kreeg in elk geval wat meer diepgang toen ik de vinger Gods de vinger Gods liet en mijn eigen weg zoekende op het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal stuitte en bij het lemma tafel de nuchtere uitleg trof: -16. ... de stenen platen waarop Mozes de wet had geschreven.
Herlezing van deze bijbelboeken van Mozes bracht me ook op een actueel historisch-politiek gezichtspunt. Want op het eerste gezicht leken ze de oudste schriftelijke overlevering te bevatten van gruwelen die eeuwenlang tot de joods-christelijke opvattingen van beschaving hebben behoord, die in deze tijd met de term etnische zuivering worden aangeduid. Bij de uittocht op weg naar Kanaän - in joodse mythen Het Beloofde Land, in christelijke Het Heilige Land - stelde Mozes: ‘Zo zult gij niet ledig uitgaan; maar elke vrouw zal van haar naburin en van de waardin haars huizes eisen zilveren vaten en gouden vaten en klederen: die zult gijlieden op uwe zonen en dochteren leggen, en zult Egypte beroven. ... Voorts zeide Mozes: Zo heeft de heere gezegd: Omtrent middernacht zal Ik uitgaan door het midden van Egypte; en alle eerstgeborenen in Egypteland zullen sterven, van Farao's eerst-geborene af ... tot den eerstgeborene der dienstmaagd, die achter de molen is, ... en daar zal een groot geschrei zijn in het ganse Egypteland. ... Maar bij al de kinderen Israëls zal niet één hond zijn tong verroeren, van de mensen af tot de beesten toe; opdat gijlieden weet dat de heere tussen de Egyptenaren en tussen de Israëlieten ene afzondering maakt. ... Wanneer u de heere, uw God, zal gebracht hebben in het land, waar gij naar toe gaat om dat te erven, en Hij vele volken voor uw aangezicht zal hebben uitgeworpen, ... zo zult gij hen ganselijk verbannen; gij zult geen verbond met hen maken, noch hun genadig zijn. Gij zult u ook met hen niet vermaagschappen.’
Veel joden in Israël zijn het land weliswaar gaan zien als het land van de vaderen en beschouwen het Oude Testament als hun vaderlandse ge- | |
[pagina 94]
| |
schiedenis, maar alle onderzoek naar de vroegste geschiedenis van Israël heeft zeer weinig opgeleverd dat als bevestiging van de historische betekenis van de boeken van Mozes zou kunnen worden beschouwd. Archeologisch is niets van deze veronderstelde uittocht uit Egypte terug te vinden. Tegenwoordig worden de boeken dan ook vooral gebruikt als historische bronnen voor de tijd waarin ze zijn samengesteld en verbreid en niet voor de tijd die erin zou zijn beschreven. Men moet aannemen dat in elk geval de vroegste bijbelse geschiedenis op fictie berust. Het verhaal van de verovering van Kanaän is de grondslag van een ideologie, gevormd in de tijd na de ballingschap van een joodse elite in Babylonië. De ideologie en bijbelse mythen voeden het moderne joodse fundamentalisme dat verantwoordelijk is voor de fatale aanslag op het leven van de Israëlische regeringsleider Yitschak Rabin, omdat hij omderwille van de vrede in het Beloofde, het Heilige Land enige afstand nam van de oude leer - de misdaad die de golf van terreur, van moord en doodslag van de laatste paar jaar heeft ingezet.Ga naar eind5. Wat mij betreft blijft de lektuur van de mystificaties in het Oude Testament voorlopig weer achterwege. Er zijn te veel boeken nog altijd niet opengeslagen waar meer van valt te verwachten. Al zal het misschien nu en dan nog eens moeten worden heropend om iets te begrijpen van de onverschilligheid voor het lot van de Palestijnen, waar de traditionele mythen van de joodse godsdienst een rol spelen. Of om de mythen van de christelijke godsdiensten, die hun kwalijke invloed blijken te hebben gehad en nog altijd te kunnen hebben in onverschilligheid jegens zowel het lot van de joden als dat van de Palestijnen, scherper in beeld te krijgen. |
|