men er zelf niet te veel last van ondervindt. Wat nu Deheer Deel bew treft, die gaf door tijdelijk afstand van zichzelf te doen, slechts uitdrukking king aan zijn verlangen één te worden met zijn geliefde resp. zijn directeug, gedeeltelijk of geheel. Hen daarentegen leek dit streven van de mens niet meer dan van een groter ideaal een klein onderdeel.
***
Niets typeerde Deheer Deel meer dan dat men hem - hoe zal ik het zeggen - eigenlijk niet eens zag staan. Figuurlijk bedoel ik dat. Dit bleek ook de reden dat noch zijn geliefde noch zijn directeur die elkaar beminden ooit met zijn edele delen - hoe zal ik het zeggen - in hun hoofd zaten. Figuurlijk bedoel ik dat. Want - ik vind niets beters - ook die zagen ze niet zitten.
***
Toen Deheer Deel vernam dat zijn vriendin een liefdesrelatie was begonnen met de directeur van Change & Partners waar hij werkzaam was als adviseur, schreef hij hen een kort briefje dat eindigde met: ‘Alles is nu het omgekeerde van wat het vroeger was. Waarom doet uw liefde mij zoveel Leed? Uw Deel.’ Vervolgens nam hij het besluit zich enkel nog aan zichzelf te geven, zij het onder voorbehoud.
***
In zijn eigen ogen bevond Deheer Deel zich in een soort niet-zijn. Het zuiver spirituele overheerste daarbij het louter fysieke. Op een dag wandelde hij over de Plaza del Angel te Madrid, niet ver van de plaats vanwaar ik u dit verhaal vertel. Niemand die van zijn aanwezigheid notitie nam. Meer zelfs, af en toe voelde hij hoe een haastige zakenman, een jong meisje, een verstrooide student, twee winkelende dames dwars door zijn lichaam liepen. Soms deed het pijn, soms rilde hij van welbehagen. Maar ongewoon vond hij het niet. ‘Een zwangere vrouw,’ dacht Deheer Deel, ‘draagt ook haar kind.’ En hij vervolgde zijn weg.
***
Is er iets natuurlijkers dan dat men zijn gedachten naar de ander laat uitgaan? In elk geval bracht Deheer Deel een groot deel van zijn tijd door verzonken in herinneringen. Zijn ze niet tastbaarder dan de feiten zelf? Mij bijvoorbeeld spreekt een geur het sterkste aan nadat de oor-