geboren) en bouwde een, althans uit artistiek oogpunt, betrekkelijk succesvolle carrière als cineast op. De Spaanse vrouwen waren dol op zijn accent.
Willem was het slechter vergaan. Een jaar gekelnerd in Parijs, daarna, ‘op zoek naar een spiritueler cultuur’, twee jaar als straatmuzikant, ‘dan leer je de mensen pas kennen, in de directe confrontatie met de muziek’, maar ook bedelend en stelend, door Zuid-Amerika gezworven.
Op een dag klopte Willem totaal onverwachts bij Albert aan, ondervoed en gebroken, zijn enige plannen waren zelfmoordplannen. Albert probeerde hem die uit zijn hoofd te praten, bezorgde hem allerlei baantjes en zelfs een vriendin, maar niets hielp. Willem wilde dood - maar zo, godverdomme, dat zijn vader het zijn leven lang zou voelen. Eén van die zelfmoordfantasieën werkte hij tot in de details uit in een verhaal. Albert las het en was razend enthousiast. Hij wilde het verfilmen. De zelfmoord en alles wat eraan voorafging, het hele familiedrama, zo authentiek mogelijk. Er was natuurlijk maar één man die in aanmerking kwam voor de hoofdrol.
Mevrouw De Schwarz had na het incident haar meisjesnaam weer aangenomen, Margriet van Dongen. Ze wilde haar ex-man nooit meer zien, onder geen enkele voorwaarde. Met Albert en Willem had ze nog sporadisch contact, geen van de partijen verlangde naar méér. Met juffrouw Irene, wier versie van het incident zij onmiddellijk had geloofd, was ze min of meer bevriend geraakt.
Op een druilerige dag in mei kreeg mevrouw Van Dongen, die goed was voor twee pakjes inktzwarte Bastos en een fles whisky per dag, een fatale hartstilstand. Vier dagen later werd ze gecremeerd. Onder het handjevol aanwezigen waren juffrouw Irene, Albert en Willem. En, tot woede van iedereen, meneer De Schwarz, die - net als prins Bernhard - zijn baard had laten staan. Het litteken was niet meer te zien.
De volgende morgen werd Egbert De Schwarz, weer thuis, dood op zijn bed aangetroffen. Met messteken om het leven gebracht, het gezicht onherkenbaar verminkt.
Hangende het politieonderzoek moesten Albert en Willem in het land blijven. Wel kregen ze toestemming om in het huis van hun vermoorde vader te logeren.
Albert maakte van de gelegenheid gebruik om door zijn vader gemaakte films te bekijken, vooral van vóór het incident. Hij hoopte materiaal te vinden dat hij in zijn zelfmoordfilm kon monteren.
Tussen alle familiekitsch troffen de broers, tot hun verrassing, een aantal pornofilmpjes aan van eigen, klungelige makelij. Eén daarvan had een duidelijk sadomasochistische inslag. Willem kon van woede en