Maar ook in de groothandel waar hij een nieuwe baan vond, bleef hij fouten maken die tot onverwachte successen leidden. Hij werd bejubeld, maar hij schaamde zich. Het was een uitputtend bestaan, omdat het gebaseerd was op blinde paniek: hoe hij het deed, wist hij niet, maar keer op keer slaagde hij er op het nippertje in zijn blunders te maskeren door ze te verbergen achter haastig geïmproviseerde slimme voorstellen en het verbluffende was, dat het ook steeds ingrijpende verbeteringen bleken te zijn.
Opnieuw nam hij ontslag, en trad nu in dienst van een beurshandelaar. Toch duurde het ook daar niet lang voor zijn noodlot opnieuw toesloeg: op een dag maakte hij een letterlijk kapitale fout met een beursorder. Toen hij in paniek trachtte fout te herstellen, deed hij een geniale zet die miljoenen opleverde. ‘Jij gaat in opties handelen,’ besliste zijn baas, ‘jij hebt een verdomd goeie neus voor die dingen.’
‘Ik stop ermee. Dit gaat helemaal fout aflopen,’ klaagde hij tegen zijn vriendin. ‘Waarom kan ik nooit eens iets foutloos uitvoeren? Gewoon zoals het hoort? Lekker werken, zoals normale mensen?’
Zij lachte hem uit, de komediant. Hij was briljant, hij was geniaal. Al zijn collega's waren jaloers op hem. Ze verbood hem opnieuw ontslag te nemen en zo maakte hij snel carrière op de beursvloer. Binnen enkele jaren goochelde hij een fortuin bij elkaar.
Maar hij liet zich geen zand in de ogen strooien door zijn ongehoorde successen. ‘Sinds de dag dat ik op het nippertje aan de dood ontsnapte, word ik achtervolgd door mijn geluk,’ bekende hij zijn vriendin, die inmiddels zijn vrouw was geworden. ‘De mensen noemen mij een duivelskunstenaar, maar ze hebben geen idee wat dat betekent. Ik ben gedoemd.’
Zijn vrouw schonk hem nog een whisky in en vond het onzin.
‘Welnee. Je bent gewoon slimmer dan de anderen.’
‘Als dat slimheid is, dan zou ik graag een beetje dommer willen zijn. Ik zou zo graag eens het gevoel willen hebben, dat ik mijn succes zelf verdiend heb... Kun je je dat voorstellen?’
Nee. Dat kon ze niet.
Daarom duurde het niet lang of ze gingen scheiden. De duivelskunstenaar liet haar zijn villa en de helft van zijn vermogen. Hij trok zich terug uit de beurshandel en ging in de leer bij een meubelmaker, want hij wilde nu wel eens een echt vak leren.
De meubelmaker was streng en wees hem ongenadig op zijn fouten. Hij deed ontzettend zijn best, maar na twee maanden zei de man: ‘Dit heeft geen zin. Jij zult het nooit leren.’ Zijn smeken hielp niet: de meubelmaker trok zijn handen van hem af.