| |
Arjen Duinker
De verhuizer
In hart en nieren tegenwoordig. Hoewel het niet mijn hobby is, geloof mij: ik heb vrienden. Waar waait het niet, van vroeg tot laat? Wie scheert zich met de meeste doodsverachting? Aha, dat zijn moeilijke vragen uit mijn mond. Er breken drukke tijden aan. Ik heb jammer genoeg maar een paar schouders en een stel hersenen, om over handen en voeten acuut te zwijgen. Ik lach om een klus van tien jaar. Concurrentie vind je aan de slootkant bij een viswedstrijd. Ik zei al: ik heb vrienden en die de hunne. Ik verhuis iedereen. Logica is iets anders dan gezond verstand, dus iedereen is mijn vriend. Bij onbegrip gaan ogen dwalen en wachten lippen op de wekker. Ik heb het niet graag over vroeger: morgen verhuis ik twee Crooswijkers naar de Achterhoek, woensdag een choreograaf naar Beilen, donderdag gaat de halve Zwolse bibliotheek naar Termunterzijl. Wie tot tien kan tellen, moet zijn aandacht verdelen. Ik ben gek op dieren, maar er zijn veel ezels die zich als paard gedragen. In villawijken zitten soms drie gezinnen in een villa.
| |
| |
Dat hoort natuurlijk niet. Maar wie ben ik, met de ene opdracht na de andere? Kamerverhuur laat ik over aan mijn broer. Ik heb ook een neef zonder vast adres. De huur zeg je makkelijker op dan je huis. Waar gehakt wordt, vallen spaanders? Winst of verlies, dat is een kwestie van smaak. In elke familie heb je wel een idioot. Sommigen wonen te dicht op elkaar. Dikwijls vragen ze of ik volgende week al kan. Ik kan altijd, ik ben verhuizer. Over veertien dagen begin ik aan Burgers Dierenpark: te grote concentraties zorgen voor onrust in het hele alfabet. Een aap of wat naar Zierikzee, drie bizons naar een antiekveiling achter het Vrijthof, dat belooft een mooie rit. Er zijn ook rusthuizen waar alleen oud-burgemeesters wonen. Dat noem ik handel. Ik pak elke vracht. Vannacht nacht doe ik het overschot aan Brabantse biljarters, met tafels en al. Op de terugweg langs Sneek, daar krioelt het van de zeilinstructeurs. De afstand tussen boeren is erg groot. Ja, mijn neef verkoopt adresboekjes, mijn broer verhuurt. Er komt geen einde aan, soms zit de weg potdicht met collega's. Wadvissers, zilverplevieren, witgatjes. Die zijn leuk. Een doodshemd heeft geen zakken. Ik zei al: uw vriend is de mijne. Soms verhef ik mijn stem. Dan schrik ik. Amateurisme is taboe in onze branche, met een onthouding. Die was hangen we buiten. In het algemeen is er weinig bekend over verhuizers, dat schept een band. Op een stamboom rijdt mijn wagen niet vanzelf. Koffie maakt mensen mopperig, hoewel ik geen talen spreek. Daarom is het voorjaar zo'n mooi seizoen. Bloemen vervoer ik met tegenzin, van tere dingen krijg ik het benauwd. Kunst doe ik met mijn ogen dicht. Een enkele keer regent het zo verschrikkelijk dat ik me verplaats in een ander. Niemand kan zonder geluk. Ik drink alleen water, voor polonaise heb ik geen tijd. Ik moet verhuizen. Geen kerkorgel is me te zwaar. Kijk, nou denk ik opeens aan ambtenaren. Die zitten op elkaars lip. Er is weinig waar ik nooit aan denk,
het hoort erbij. Op mijn verjaardag verkoopt mijn neef opgezette fazanten, ieder zijn vak. Bewondering gaat snel met je aan de haal. Daarover bestaan veel misverstanden, die verhuis ik. In de vreemdste dorpen is een enorm tekort aan misverstanden, als je percentages berekent. Het komt voor dat er personen uit grachtengordels worden heengebracht, en parkeerwachters. Het is een zaak van verhoudingen: daar draait het om. Ik spuug niet op een hoop afval meer of minder. Je moet je kunnen verantwoorden. Een collega van me is gespecialiseerd in het verhuizen van stukjes snelweg, dat is secuur werk. Jaloers ben ik er niet op. Eigenlijk heb ik een hang naar het circus. Mijn broer verhuurt tenten en olifanten in alle soorten en maten. Ik ben koorddanser van huis uit, maar ik heb het niet graag over vroeger: met verhuizen bewaar je je evenwicht. Het is goed dat er in dit land geen provincie van bergen is. Ik word een beetje dik. Mijn tantes waren onder behandeling van een
| |
| |
dokter, die deden niks. Een dokter tussen de lading is geen ramp. Ik word gratis nagekeken, ik krijg wetenschappelijk nieuws en waarschuwingen. Zo ben ik beter bestand tegen tragedies, tegen mislukkingen. Mijn broer wil mij bretels verhuren, ik hou hem in de gaten. Een ogenblik dat de zon recht in je gezicht schijnt, is voor hem een gat in de markt. Ik eet nooit buiten de deur, hutspot hoort bij de inboedel. Dat is wettelijk vastgelegd, ik vind het best. Ik begrijp niet waar de grens ligt. Het is dat ik altijd onderweg ben, anders zou ik mijn hart luchten. Een echte verhuizer is bescheiden. Ik droom alleen van laden en lossen. Tafelmanieren zijn voor vogels niet van belang, dat wordt vaak vergeten. Wat vastzit, zit los. In Dordrecht en omstreken leven veel korfballers, die verhuis ik. Mijn pet is de uwe, ik bedoel: in wiens schuitje varen we niet? Zo zijn de feiten. Het transport van feiten is levensgevaarlijk, er wordt fors gelogen.
| |
De schoonmaakster
Aan mensen begin ik niet. Ik neem de ene beslissing na de andere, dat luistert nauw. Ik geniet van lawaai, van toeterende auto's, van burenruzies, van de fanfare, van auto's met een luidspreker op het dak, van ventilatoren, van carnaval, van dronken mensen die op straat lopen te schreeuwen, van radio en televisie, van opgevoerde brommers, van gehei, getimmer, getier, geschuur, gebeitel, van centrifuges, van stofzuigers, van blaffende honden, van graafmachines, boormachines, van houtzagerijen, van sirenes, van alarminstallaties, van droogkappen, van treinen en vliegtuigen, van de telefoon, van mixers, van hoestende families, van pietjes en parkieten, van slagregens, van de bliksem, van de jukebox, van dichtslaande deuren. Daarom zeg ik weinig tegen bekenden. Voor je het weet, nemen ze beslissingen voor je. Wie het hardst lacht, lacht het best. Ik lach me kapot om iemand die van zijn fiets valt. Soms is er zo weinig lawaai dat ik begin na te denken over de toekomst. Ik vind de toekomst iets voor later. Dat heeft niets te maken met onderscheidingen op je arm of borst, ook niet met oogschaduw. Schoonmaken is licht werk. Ik zou het leuk vinden als mijn kinderen later voor dit vak kiezen, ze hebben er de oren voor. Stof betekent luisteren. Sommige schoonmaaksters werken alleen voor mensen die in het ziekenfonds zitten, wat een grap! En zelf de particulier spelen! Vroeger kende ik een meisje dat op jan en alleman neerkeek, ze vond iedereen dom. Volgens haar moest je je manier van werken daaraan aanpassen, toen heb ik ook verschrikkelijk gelachen. Flauwekul dat lachen oplucht! Begrip is het. Je moet vuil met vuil vergelijken, je gedachten laten gaan en
| |
| |
knopen doorhakken. Stof is maar één van de ontelbare soorten vuil. Handschoenen zijn uit den boze, die staan misschien mooi bij een mantelpak. Ik heb weinig kleren, mijn kinderen gaan voor. In het algemeen zijn er veel eigenaardigheden. Soms gooi ik met dobbelstenen om te zien wie de baas is. Mijn man geeft biljartles, die verdient aan de stilte. Hij heeft zes zussen, hij komt uit een familie die in astrologie gelooft. Zwemmen is een gezellige sport, ik koop altijd een jaarabonnement. Ik ken iemand die vroeger aan wedstrijdzwemmen deed omdat ze graag vis at. Iedereen heeft wel een motief. Mijn haar was ik om de zes maanden, zo heb ik last van minder seizoenen. Je moet gebruik maken van wat er is en wat er niet is, je moet met je blote handen aanvoelen wat er kan gebeuren. Soms weet ik me niet te beheersen, dan ga ik schreeuwen. De tijd maakt een doordringend geluid. Ja, vertel dat maar eens aan een voorbijganger, dat een kind de was kan doen! Er wordt veel gestolen, van gereedschap tot truc, maar er wordt ook veel teruggebracht zonder dat de dief het weet. Volgens mijn moeder bulder ik als een vent. Misschien loei ik wel als een eland of een misthoorn. Het blijft allemaal een kwestie van tijd, hoe iemand ook in de rondte draait. Er is bijvoorbeeld vuil dat je de ene keer moet laten zitten, een andere keer met percentages moet benaderen, en weer een andere keer niet kunt begrijpen. Dat heeft met diverse dingen te maken. Ik heb mijn man niet zomaar ontmoet. Ik voer minder uit dan ik meestal zeg, soms rommel ik maar wat aan en knip ik mijn nagels terwijl de kraan loopt. Het voordeel van lawaai is dat het bijna overal kan komen. Mijn ene broer zei laatst dat hij niet graag in de gevangenis zou belanden. Ik waarschuw hem nergens voor, hij kan morgen stoppen met dat bedrog. Duiven poepen in hun hok, die herkennen wasgoed aan de lijn en gelapte ramen, die zijn opgevoed. Verder kunnen ze weinig. Voor een geslaagde thuisreis hoef je
per slot van rekening geen duif te zijn. Ik vind het gezellig om voor mijn huis op een kruk te zitten, maar ik zit ook weleens in de vensterbank. Als ik niet oppas, val ik in slaap. In het tuincentrum is veel vraag naar geraniums, dat snap ik niet. Eén geranium is voldoende om een heel gezin nachten lang uit de slaap te houden. Mij maakt het niet uit, ik slaap door alles heen. Het is leuk dat je niet elke wens kunt vervullen, ik ken niemand met drie handen en twee monden. Ik maak mijn eigen yoghurt, ik pluk mijn eigen appels, ik kauw mijn eigen koekjes. Onbekenden die op hun vingers fluiten in het donker, dat is prachtig! Ik ben nog nooit in het buitenland geweest. Mijn ene broer is onderwijzer, hij vertelt vaak over herinneringen en souvenirs en dieren. Alsof ik daar iets van opsteek, dat gefluister! Stilte is zonde van je tijd. Schoonmaaksters zijn niet bang voor muizen of spinnen. Je moet daar meteen over beslissen, anders kom je in de problemen van
| |
| |
een ander. Ik ken iemand die voor zijn plezier een mijnenveger heeft gekocht, die durft de zee niet op. Hij vaart door kanalen, over rivieren, soms op een meer. Champagne aan boord, dat hoeft niet voor mij, ik drink bier, ik eet chips. Gezelligheid heb je in soorten en maten, met zijn vijven is anders dan met zijn dertigen. Ik ga nooit op bezoek bij collega's die interessante dingen zeggen, lawaai is sneller dan bange leugens. Als je goed luistert, hoor je meer oplossingen dan problemen, dat is mooi.
| |
De binnenschipper
Sommige dingen zijn noodzakelijk. Ik moet brugwachters te vriend houden. Andere dingen zijn onmogelijk. Ik kan het verleden niet vergeten. Daarom vaar ik, vervoer ik. Er zijn mensen die denken dat ik zonder lading zit, die kijken met hun nagels en hun knieën. Herinneringen hebben een onzichtbaar gewicht. Niet iedereen denkt daar hetzelfde over. De zee is niks voor mij. Wat schiet ik op met vrolijke dolfijnen! Regeringsbesluiten hebben geen waarde, maar ik ontken ze niet. Op bepaalde plekken vaart minderen, op bepaalde uren slapen, zo is het. Ik heb een pet die me verzorgt. Dat klinkt raar. Ik heb een pet die me begrijpt. Dat klinkt nog vreemder. Ik heb een pet die het verleden bewaart. Overal liggen plezierbootjes, je ziet poedels met zwemvesten. Mannen met gore koppen laten zich aan dek scheren, die zijn onbetrouwbaar. Ik kijk niet vaak in de spiegel. Mijn pet is heel onopvallend, dat heeft met vooroordelen te maken. Ik doe niet aan yoga of bingo, ik lees geschiedenisboeken. Er zijn veel families die ten onder gaan aan grappen. Een lolbroek richt soms verschrikkelijke dingen aan. Ik heb een neef die verhuizer is, die ontmoet ik eens in het jaar op een vaste plek. Hij vertelt hoe het met mijn vrouw en kinderen gaat. Dat zijn ogenblikken van noodzaak en kansen. Ik schaam me niet. Ik heb nog nooit een bekeuring gehad, wel een berisping. Sommige honden hebben staarten die me doen denken aan onschuldige elegantie. Ik vis graag. Meestal met een eenvoudig hengeltje, want vissen zijn ingewikkelde beesten en dobbers kunnen je prachtig voor de gek houden. Het is moeilijk om geen ruzie te krijgen met brugwachters. Mensen in hokjes staan altijd op scherp, er is niks voor nodig of ze ontploffen. Wie a zegt, heeft het hele alfabet voor zich. Dat wordt weleens vergeten. Ik transporteer herinneringen, ik vervoer tijd. Veel schepen hebben vergelijkbare namen, dat vergroot de herkenbaarheid, de vriendschap. Vriendschap tussen binnenschippers maakt brugwachters
argwanend, die zien het liefst ruzies. Zelf blijven ze buiten schot. Mijn neef doet in
| |
| |
het geheim aan politiek, hij bekijkt zijn lading nauwkeurig. Sommige binnenschippers interesseren zich nergens voor, doen alsof zand hetzelfde is als marsepein of tafelzilver, maar je hebt er ook die alleen zand vervoeren op voorwaarde dat ze er een kunstwerk van mogen maken. Iedereen heeft ogen in zijn achterhoofd, zo kun je vergelijken. Een hond loopt vaak naast zijn baas. Een baas loopt vaak naast zijn hond. Niemand zegt dit of dat zonder vergelijking, daarom is iedereen knettergek. Het is niet waar dat de tijd vliegt. Soms ga ik aan wal om een praatje met iemand te maken. Je hebt postbodes en monteurs die erg nieuwsgierig zijn naar vrachtvoorwaarden. Aan mensen van plezierbootjes vertel ik nog niet eens hoe laat het is, dat zijn schurken zonder verleden. Ik maak praatjes die niet altijd in goede aarde vallen. Gezelligheid is belangrijk. De tijd moet een bepaalde weg volgen, daarom zijn roeiers levensgevaarlijk. Die proberen de tijd om te draaien. Ik ben gelukkig met elke rimpeling in het water. Als de wind opsteekt, krijg ik kippevel. Met bezittingen beleef je weleens weemoedige avonturen, daar krijg ik buikpijn van. Zo ontstaan verbanden tussen dingen. Mijn kinderen aarden naar hun moeder. Elk jaar hoor ik nieuwe verhalen van mijn neef, hij kan goed vertellen, hij heeft scherpe ogen en scherpe woorden. Volgens hem is mijn dochter nu schoonmaakster. Er wordt over vooroordelen misschien wel de meeste onzin verkocht! Eén grammetje precisie is genoeg om boter te laten smelten! Ik ben niet jaloers op zakenlui met twintig miljoen of een faillissement, de tijd is ook mijn tijd. Voor de huichelaars onder de brugwachters heb ik geen respect. Dat type goochelt griezelig met werkwoorden. Op verjaardagen ben ik onzichtbaar, daar neemt de tijd bezit van mij. Meestal lach ik mezelf uit. Volgens mijn neef ben ik een idealist, die heb ik ook uitgelachen. Ik heb verstand van motoren, ik kan ze uit elkaar halen en weer in elkaar zetten.
Je hebt mensen die met hart en ziel de gladjakker uithangen. Ik vind ze nuttig en grappig. Uitglijden over jezelf is een vak apart, de tijd maakt veel duidelijk. Ik rook sigaren, ik drink thee, ik eet brood met karbonade, ik spuug weleens in het kanaal, ik scheer me, ik kijk naar de lucht, dat hoort er allemaal bij. Aan land ben ik niet opeens duizelig. Acrobaten zijn bijzonder slim, die weten dat het verleden niet persoonlijk is. Ik denk alleen vooruit. Op zee zou ik me verloren voelen, aan zulke dingen denk ik. Daarom geef ik alles uit. Sommige verhuizers zorgen slecht voor hun lading, hoorde ik van mijn neef. Wie zoiets verzint, bedriegt de werkelijkheid. Je schip onderhouden is een fluitje van een cent. Ik huur niet graag mannetjes in, die komen zich bewijzen. Een vriendendienst stel ik altijd op prijs. Mogelijkheden blinken uit in schoonheid en eenvoud, daar hoef je niet voor te varen. Soms zaai ik per ongeluk paniek. Paniek is goed voor de spijsvertering, paniek maakt verschil tussen wat moet en wat kan.
|
|