was die zich volledig afsloot van de buitenwereld. Integendeel, zijn werk getuigt van een grote belangstelling voor alles wat er in de wereld gebeurt, wordt gedacht en geschreven. Hij spreekt en leest verschillende talen, studeerde Grieks tijdens een reis door Griekenland aan het eind van de twintiger jaren en reisde vervolgens door naar Egypte, waar hij per schip de Nijl afzakte.
Daarvóór studeerde Filloy rechten in Córdoba, een provinciehoofdstad in het binnenland van Argentinië, waar hij na zijn terugkeer uit Egypte ook als rechter werd aangesteld. Hij heeft er 36 jaar lang die functie uitgeoefend en moet daardoor de onderste lagen van de Argentijnse samenleving goed hebben leren kennen, want zijn werk wemelt van de pooiers, oplichters en hoeren. Daarnaast heeft hij 60 jaar lang artikelen geschreven voor de literaire bijlage van het landelijke dagblad La Nación, correspondeerde hij in zijn jonge jaren met Freud (wiens theorieën over het onderbewuste ongetwijfeld invloed hebben gehad op een roman als Op Oloop; Freuds naam wordt er trouwens in genoemd) en schreef hij in de zeventiger jaren een van de eerste romans (Vil y vil) tegen het toenmalige dictatoriale regime. Wereldvreemd kun je hem dus zeker niet noemen.
Zijn eerste boek, Periplo (Omzwervingen), ‘verscheen’ in 1931, een soort ‘psychologische’ reiskroniek gebaseerd op de ervaringen die hij tijdens zijn reis door Griekenland en Egypte had opgedaan. Vanaf dat moment werkt hij gestaag door aan zijn Argentijnse ‘comédie humaine’, want gezien de grote produktie (inmiddels heeft hij zo'n vijftig titels in alle denkbare genres op zijn naam staan) en de enorme verscheidenheid aan personages die hij in zijn romans en verhalen opvoert lijkt de benaming ‘Argentijnse Balzac’ die Mempo Giardinelli hem heeft toebedeeld niet overdreven.
Alle titels van zijn boeken bestaan uit zeven letters (gewoon omdat hij dat leuk vond, al zal een zekere mystieke symboliek er ook niet vreemd aan zijn geweest), wat soms een even absurd als komisch resultaat oplevert: ¡Estafen! (‘Bedrieg!’); He dicho (‘Ik heb gezegd’); Tú, tú y yo en Yo, yo y yo (‘Jij, jij en ik’ en ‘Ik, ik en ik’).
Het is moeilijk iets over de thematiek van Filloy's werk te zeggen, want hoewel inmiddels ongeveer de helft ervan in druk is verschenen blijkt het nog altijd niet eenvoudig meer dan een handvol titels van hem te pakken te krijgen. Toch is ook uit de paar boeken die ik van hem heb kunnen lezen c.q. inkijken al duidelijk dat hij geen onderwerp schuwt. Of het nu gaat om grote thema's als haat, liefde, oorlog, waanzin, leven en dood, of