Faverey
Uit: ‘Persephone, herrezen’ (Tegen het vergeten, 1988)
In memoriam Antonio de Cabezón
Op zijn verschuivend eiland
hoort hij alles wat lijkt
Wat ik toen met zich voor had,
wordt steeds beter hoorbaar,
dank zij deze, mijn enige, blinde.
Amersfoort; zelfs Zutphen. Voor sommigen
onder ons verscheen de bonbon Bajadera
als een komeet langs het gehemelte ooit.
Zich het gras toewaarts laten vallen;
vastleggen hoe gesteente ontdooit.
Langs stille wegen besluipt Philips ii
zijn droom: de steen ligt waar hij altijd
heeft gelegen. Avond aan avond te willen
horen hoe de blinde zijn verlorene opnieuw
steeds hetzelfde heeft voorgetoverd.
In memoriam Antonio de Cabezón
En su isla que se desliza
él escucha todo lo que se parece
Lo que el yo pretendia entonces hacer de sí mismo
se vuelve crecientemente más audible,
gracias a éste mi único ciego.
Amersfoort; hasta Zutphen. Para algunos
de nosotros el bombón Bajadera
apareció un día como un cometa en el firmamento de la boca.
Dejarse caer hacia la hierba;
registrar cómo las piedras se derriten.
A lo largo de los caminos apacibles Felipe ii
sorprende su sueno: la piedra está allí
donde siempre estuvo. Noche tras noche querer
escuchar cómo el ciego le ha hecho a su ser perdido
siempre el mismo pase mágico.
Roberto Juarroz en Mariolein Sabarte Belacortu
| |
Uit: ‘Persephone, herrezen’ (Tegen het vergeten, 1988)
Verdriet, dat zich meedeelt
nu eens aan deze, dan weer aan gene,
erkent oorsprong noch bestemming.
Een reiziger, om zijn toekomst verlegen,
kan, eenmaal aangekomen bij zijn bron,
opeens zo veel gedronken willen hebben,
dat hij, nauwelijks nog op weg
door zichzelf, al verlangde
naar het einde van dit eenzelvige hier,
deze aanhoudend brekende ogen, daarin telkens
zich afspeelt het exempel hoe de spin
wevend is wereld, hoe de heer des huizes
met zijn bezem alles wegveegt, wegvaagt, en
hoe ten slotte iets, alle ramen en deuren wijd
open, meeslepend haast, zich in brand zingt.
tantôt à l'un, tantôt à l'autre,
ne reconnaît ni origine ni destin.
Un voyageur en mal de son futur
peut, une foil arrivé à sa source,
soudain avoir voulu tant boire,
en lui-même, it désire déjà
quitter ce lieu solitaire,
ces yeux qui sans cesse se brisent, et où
chaque fois se déroule l'histoire de l'araignée qui
tisse son monde, du maître de maison qui
efface, balaie tout, et de
ce quelque chose enfin qui, portes et fenêtres ouvertes,
presque passionnément, se chante en feu.
Joke J. Hermsen en Henk van der Waal
| |
Uit: ‘Vier gedichten en Rozenmond’ (Het ontbrekende 1990)
Zelden heeft de sprong van een panter
ook maar iets van dezelfde sprong door
dezelfde panter, wanneer niet zoals
gewild door die panter zelf.
De dolfijn die voor het schip uit zwemt
zwemt net zo lang voor het schip uit,
tot er geen sprake meer is van een
dolfijn die voor een schip uit zwemt.
En zo zal het gebeuren, dat je nauwelijks
merkt hoe je okselzweet van geur verandert,
dat het je ontgaat hoe de centaur eerst
zijn hoeven schraapt voor hij naar je
toe komt, en in je veilige huis alles
kort en klein schopt en slaat.
Raramente it balzo della pantera
somiglia allo stesso balzo
della stessa pantera, se non è così
voluto dalla pantera stessa.
Il delfino che nuota davanti alla nave
nuota davanti alla nave finché
delfino the nuota davanti a una nave.
E in questo modo ti accorgerai appena
come il sudore dell'ascella cambia odore
gli zoccoli prima di venirti
incontro e nella tua casa sicura
fa e calpesta tutto a pezzi.
Vivian Lamarque en Karin van Ingen Schenau
| |