duo en ik begonnen beiden poëzie te schrijven in de klassieke vorm. De westerse romantiek vormde voor ons een ingang tot het westerse modernisme, en in die laatste richting hebben we ten slotte zoiets als een poëtisch onderdak gevonden.
Kun je iets zeggen over het etiket ‘obscure dichters’, dat de Chinese kritiek jullie opplakte?
Bei Dao:
Dat is al een oud probleem. Toen de officiële kritiek in het begin van de jaren tachtig over ons werk begon te schrijven, was onze poëzie een volkomen nieuw verschijnsel voor ze: een poëzie die primair streefde naar artistieke waarden, iets waarvoor sinds de jaren dertig geen precedent bestond. Er was geen relatie tussen de inhoud van iemands werk en het etiket dat de critici erop plakten. Daarom noemden ze onze gedichten eerst ‘vreemd’. Later hebben ze de term ‘obscuur’ bedacht, die vonden ze neutraler. Bovendien zien ze niet dat er grote individuele verschillen bestaan; wij zijn voor hen allemaal met hetzelfde sop overgoten.
Het gebruik van beelden in jullie gedichten is associatief en uiterst persoonlijk. Bei Bei Dao tref je veel beelden van water aan (rivieren, golven) die in contrast staan met beelden van stedelijk leven (elektrische straatlantaarns, neonlicht, asfalt). Bei Dao, breng je dat contrast tussen platteland, natuur en stad bewust aan?
Bei Dao:
Ik gebruik beelden van de natuur en de stad om de verwarring, de oorlog en de vrede, in mijzelf uit te drukken.
Duoduo:
Ik wil overbrengen dat de natuur groot en onbewogen is tegenover de nietigheid van mensen. Een Engelse dichter heeft gezegd dat je de natuur niet met de stad kunt vergelijken, omdat de natuur door God is geschapen en de stad door de mens. Ik heb het Chinese landschap nodig, ik heb de natuur nodig als inspiratiebron. Als ik mijn contact met de natuur zou verliezen, zou ik een deel van mijn kracht kwijtraken. De natuur is onaantastbaar.
Als je zulke hermetische beelden aandurft als jullie beiden, wat verwacht je dan van de lezer? Dat hij probeert de associaties van de dichter te volgen, of dat hij zijn eigen associaties aanbrengt tussen de beelden?
Duoduo:
Ik heb veel westerse poëzie in vertaling gelezen, gedichten die uit veel verschillende culturen kwamen en uit veel verschillende perioden. Ik heb me vaak zeer aangegrepen gevoeld door die gedichten, wat volgens mij bewijst dat het mogelijk is via beelden gevoelens over te brengen over culturele en tijdsgrenzen heen. Ik denk niet zoveel na over de uitwerking die mijn gedichten op de lezer hebben. Zelf ben ik vaak buitengewoon bewogen door mijn eigen gedichten, en ik weet zeker dat dat ook kan gelden voor andere mensen die ze lezen.
Bei Dao:
Er wordt wel eens gezegd dat poëzie een communicatiemiddel is. Maar het is ook een goed middel om niet te communiceren, om geheimen te bewaren.
Bei Dao, ik heb de indruk dat jouw landschapsbeelden voor de lezer (anders misschien dan voor jou als dichter) niet per se aan China gebonden hoeven te zijn. Ze hebben iets universeels, abstracts: ‘het achterland’, ‘de winter-