Lydia Dalmijn
Over Lars Lundkvist
Een belangrijke sleutel tot de poëzie van Lars Lundkvist is de ‘jojk’. Jojken doen de Samen, de oorspronkelijke bewoners van Lapland. Lund-kvist leerde deze wijze van zingen bij Israel Ruong toen hij in Uppsala taal en filosofie studeerde. Professor Ruong, zelf Saam, die de drie Saamse talen spreekt en de cultuur van zijn volk verzamelt, maakte Lars Lundkvist tot ingewijde. Lundkvist, geboren in Umeå (1928), zag de tragiek van de Samen, de Indianen van Europa, vlakbij huis. Zij verdwijnen in groten getale in de kolenmijnen, de zwarte stad onder Umeå; het volk dat in zijn vaders jonge jaren nog bijna door heel Noorwegen, Zweden en Finland achter de rendieren aantrok, leeft nu nog maar in een klein deel van Lapland. En als de duizenden dieren voor de winter, een half uur gaans in de bossen rond Umeå gemerkt worden, is daar nog steeds geen Zweed in geïnteresseerd.
Lundkvist begon te publiceren in de literaire periode van ‘de nieuwe eenvoud’ (weg met de onbegrijpelijke beeldende taal van De Veertigers en vooral sociaal bewust zijn), maar hij schreef geen makkelijke poëzie en geen poëzie met een sociaal programma. Lundkvist deed echter alles om de geheimen van het oorspronkelijke Lapse volk te leren begrijpen. En de jojk is de deur tot die geheimen. Deze keelzang (geen musicoloog kan er de noten van noteren), heeft het effect van de in onze Westerse oren meer gecultiveerde, Oosterse mantra. De keel-energie komt op gang, de verbinding tussen hoofd en hart tot stand. De zintuiglijke waarnemingen verhevigen en verfijnen zich, en de sjamaan kan geboren worden. Een sjamaan noemt Lundkvist zichzelf ook graag. Een sjamaan vangt met zijn verruimde zintuigen uit de kosmos boodschappen op die al klaar liggen. Hoewel een Saam zeer zeker de energie-entiteiten van trollen en waternimfen als reëel ervaart, zoals andere volken krachtige plaatsen op aarde kennen, gaat hij daarin veel verder dan de sprookjesachtige opvatting van de doorsnee Scandinaviër. Als een kraai altijd 8x roept en altijd 8x antwoord krijgt, is dat voor hem metafysische numerologie. Als de bliksem zich altijd op een bepaalde dag eenmaal boven een bepaalde bergtop ontlaadt, heeft dat een betekenis die verder reikt dan een weerbericht. ‘Sprookjes zijn maar een laars groot,’ dicht Lars Lundkvist. Maar de samenhang van