Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1990 (nrs. 49-52)(1990)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Tomas Tranströmer Gedichten Vertaling: J. Bernlef April en stilte De lente ligt braak. De zijdezwarte sloot stroomt zonder spiegelbeelden naast mij voort. Het enige dat glanst zijn gele bloemen. Ik word in mijn schaduw gedragen als een viool in zijn zwarte kist. Het enige dat ik wil zeggen blinkt buiten bereik als het zilver bij de pandjesbaas. [pagina 41] [p. 41] Nachtboekblad Op een meinacht ging ik aan land in koele maneschijn die gras en bloemen grijs deed zijn maar geuren groen. Ik gleed de heuvel op in de kleurenblinde nacht terwijl witte stenen lagen te seinen naar de maan. Een tijdruimte een paar minuten lang achtenvijftig jaar breed. En achter mij achter de blauwglanzende wateren bevonden zich de andere oever en zij die heersten. Mensen met toekomst in de plaats van een gezicht. [pagina 42] [p. 42] Het rijk van de onzekerheid De bureauchef buigt zich voorover en zet een kruis en haar oorhangers bungelen als damocleszwaarden. Zoals een gespikkelde vlinder op de grond onzichtbaar wordt zo valt de demon samen met de opengeslagen krant. Een door niemand gedragen helm heeft de macht gegrepen. De moederschildpad vlucht vliegend onder water. Vorige Volgende