symbolisch zijn, iets dat de fotograaf niet bedoeld kan hebben. Maar dat is het hem nu juist. Omdat die foto daar hangt begint de verbeelding van de kijker ongewenste verbanden te leggen. Het is heel moeilijk die te vermijden, maar een goede fotograaf zorgt ervoor dat hij die verbanden al aan ziet komen voor hij de foto heeft gemaakt en zo, van te voren, corrigerend kan optreden. Weg met die maan dus!
Mensen fotograferen is moeilijk omdat zij een foto van meet af aan met betekenis vullen. Zij dragen een tarra aan persoonlijke geschiedenissen met zich mee die de foto al gauw overstemmen. Bij een grote hoeveelheid mensen op één plek, zoals op deze foto, wordt dat al minder. De blik dwaalt dan van de een naar de ander zonder een bepaalde persoon (en dus verhaal) uit te lichten.
Toch wordt het oog op deze foto onmiddellijk naar de groepen mannen voor het huis (stadhuisje?) getrokken. Uit hun bescheiden, matte kleding, valt niet op te maken wat of wie zij vertegenwoordigen. Het kunnen wethouders zijn, maar ook leden van de plaatselijke visvereniging. Mij doet de groep denken aan foto's van schoolreünies. De jongetjes zijn mannen geworden. Wat melancholiek stemt dat zij er allemaal zo hetzelfde uitzien. De schelle jongensstemmen op het schoolplein hebben plaats gemaakt voor het doffe gemompel van kantoorbediendes.
Er is nog iets aan deze foto (als foto is hij niet bijzonder) dat mij interesseert: de kijkers. Het gericht kijken van mensen op straat. De eerste twee rijen weten over het algemeen waar zij naar kijken. Maar al bij de derde rij begint de afname van interesse. Een enkeling gaat nog op zijn tenen staan om langs de schouders en tussen de hoofden van de mensen op de eerste twee rijen door te kijken. Anderen die die moeite niet willen nemen, weten wel dat er misschien iets te zien valt, maar worden toch niet voldoende geprikkeld om er moeite voor te doen. Zij kijken alweer weg van het centrum van de collectieve aandacht. Achter de mensen die in de ‘kijkrijen’ staan heb je dan de slordige groepjes van toevallig passerenden die even blijven staan, niets kunnen zien en dan maar weer doorlopen.