Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1984 (nrs. 29-32)
(1984)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 130]
| |
Urmuz
| |
[pagina 131]
| |
wijl het andere, in tegenovergestelde richting, naar een laag vertrek leidt met aarde op de grond en in het midden een paal, waaraan de hele familie Stamate is vastgebonden... | |
IIDeze waardige, kleffe en bijna ellipsvormige man is, door de overmatige nervositeit die het gevolg is van zijn activiteiten in de gemeenteraad, gedwongen om praktisch de gehele dag ruwe celluloid te kauwen, dat hij daarna, fijngemalen en vermengd met speeksel, uitspuwt over zijn enige kind, dat dik, verwend en in vierjarige staat, luistert naar de naam Bufty... Het jongetje echter, dat door een teveel aan kinderlijk respect doet alsof het daar niets van merkt, zit de eindjes stilletjes aan elkaar te knopen waarbij zijn moeder, de gemilimeterde en wettige echtgenote van Stamate, deelneemt aan de algemene vreugde door het componeren van met een vingerafdruk gesigneerde madrigalen. Met deze rijkelijk vermoeiende bezigheden amuseren zij zich eerlijk gezegd prima en als ze de moed hebben om door te gaan tot ze buiten bewustzijn geraken, kijken ze gedrieën met een verrekijker door een kier in het kanaal het Nirvana in (dat in dezelfde wijk ligt en begint bij de kruidenier op de hoek) en dan gooien zij er balletjes brood of maiskorrels naar toe. Ook wel dringen ze de ontvangzaal binnen en zetten een paar kranen open, die daar met opzet zijn aangelegd, tot het neerstromende water zover is gestegen dat het tot aan hun ogen komt, waarbij ze met z'n allen vreugdevolle pistoolschoten in de lucht lossen. Wat Stamate zelf betreft: de bezigheid die hem het meest in beslag neemt bestaat uit het maken van momentopnamen van bejaarde heiligen, die hij 's avonds in kerken ziet. En deze verkoopt hij dan tegen gereduceerde prijs aan zijn goedgelovige echtgenote en met name aan Bufty, zijn kind, dat een eigen vermogen bezit. Deze ongeoorloofde handel zou Stamate voor geen goud ter wereld hebben bedreven, ware het niet dat hij bijna volledig verstoken was van middelen van bestaan en zelfs gedwongen was in dienst te treden toen hij nog maar net één jaar was. En dat alleen om zo snel mogelijk twee behoeftige broertjes van hem te kunnen helpen, die te ver uitstekende heupen hadden en daardoor uit hun baan waren ontslagen. | |
[pagina 132]
| |
IIIOp een goeie dag meende Stamate, terwijl hij zoals gewoonlijk druk bezig was met zijn wijsgerige onderzoek, juist de andere helft van het ‘Ding an sich’ te pakken te hebben, toen zijn aandacht werd getrokken door een vrouwenstem, de stem van een sirene, die hem regelrecht in zijn ziel trof en in de verte naklonk als een wegstervende echo. Toen Stamate zich gezwind naar de verbindingskoker spoedde, zag hij tot zijn ontsteltenis hoe in de warme, zwoele avondlucht een sirene met verlokkende gebaren en stem haar behaagzieke lichaam uitstrekte op het gloeiende zand van de zee... In hevige tweestrijd gewikkeld om niet aan de verleiding ten prooi te vallen, huurde Stamate in aller ijl een schip en terwijl hij het ruime sop koos, stopte hij samen met alle matrozen zijn oren dicht met was. Maar de sirene werd steeds uitdagender... Zij achtervolgde hem met obscene liederen en gebaren over het wijde watervlak, totdat een dozijn Oriaden, Nereïden en Tritonen gelegenheid hadden gekregen om zich uit de verten en diepten te vergaren en op een prachtige schelp van paarlemoer een onschuldige, decente en geroeste trechter aan te voeren. Daarmee kon de poging om de serieuze en kuise filosoof te verleiden als geslaagd worden beschouwd. Hij had amper de gelegenheid naar de verbindingskoker te sluipen, of daar zetten de zeegodinnen de trechter met een sierlijk gebaar om zijn woning; daarna verdwenen zij allen dartelend, met gelach en dolle kreten heenzwevend over het wijde watervlak. Verward en ontdaan kon Stamate nog net met de kinderwagen door het kanaal komen... En zonder echter zijn koelbloedigheid helemaal te verliezen, gooide hij een paar handen aarde over de trechter en na zich getracteerd te hebben op wat gekookte rabarber, wierp hij zich diplomatiek voorover op de grond en bleef zo acht vrije dagen bewusteloos liggen, de noodzakelijke termijn die, naar hij dacht, volgens de burgerlijke rechtsvordering diende te verstrijken om hem het recht te geven het voorwerp als zijn eigendom te claimen. Toen deze termijn was verstreken, hernam Stamate zijn dagelijkse bezigheden en vertikale positie en voelde zich totaal als herboren. Nooit eerder had hij de goddelijke beroering der liefde gekend. Hij | |
[pagina 133]
| |
voelde zich nu beter, verdraagzamer en de opwinding die hij ondervond bij het zien van deze trechter verheugde en kwelde hem tegelijk en deed hem huilen als een kind... Hij poetste het ding op met een lap en na de grootste gaten te hebben ingesmeerd met jodiumtinctuur, nam hij haar mee en maakte haar met bloemenkransen en stroken kant evenwijdig aan de verbindingskoker vast. En bij diezelfde gelegenheid schoot hij er voor het eerst, uitgeput van opwinding, als de bliksem doorheen en ontstal haar een kus. Voor Stamate werd de trechter sindsdien een symbool. Het enige wezen van het vrouwelijke geslacht met een verbindingskoker zou het hem vergunnen zowel te voldoen aan de eisen der liefde als aan de verheven belangen van de wetenschap. Stamate, die de heilige plichten van vader en echtgenoot totaal vergat, begon zich elke nacht met een schaar te ontdoen van de banden die hem aan de paal gekluisterd hielden. En om aan zijn tomeloze liefde de vrije loop te laten, schoot hij steeds vaker door het midden van de trechter heen, waarbij hij vaart zette met behulp van een speciaal daarvoor gebouwde springplank. Vervolgens kwam hij met een duizelingwekkende snelheid op zijn handen over een houten ladder naar beneden om aan het eind daarvan het resultaat van zijn bevindingen daarbuiten te resumeren. | |
IVMaar het grote geluk is altijd van korte duur... Toen Stamate zich op een nacht van zijn gebruikelijke sentimentele taak kwam kwijten, bemerkte hij tot zijn verbijstering en ontgoocheling dat, om nog onverklaarbare reden, de opening aan het einde van de trechter zo nauw was geworden dat er geen enkele communicatie meer door mogelijk was. Verslagen maar toch vol wantrouwen ging hij op de loer liggen en de volgende nacht zag hij met zo'n afgrijzen dat hij zijn ogen niet kon geloven, hoe Bufty, na hijgend omhoog te zijn geklauterd, erin werd gelaten en er doorheen mocht. Als versteend was Stamate nog nauwelijks bij machte om af te druipen en zich aan de paal vast te binden. Maar de volgende dag nam hij een grandioos besluit. Allereerst omhelsde hij zijn toegewijde echtgenote en na haar in aller ijl een verfje te hebben gegeven, naaide hij haar in een waterdichte zak | |
[pagina 134]
| |
om de culturele familietraditie niet verloren te laten gaan. Vervolgens nam hij in het holst van een koude, donkere nacht de trechter en Bufty mee, smeet hen in een tram die net toevallig voorbij kwam en woof ze misprijzend na op hun weg het Nirvana in. Toch kregen zijn vaderlijke gevoelens later de overhand en lukte het Stamate, dank zij al zijn berekeningen en chemische experimenten, om na verloop van tijd te tewerkstellingen met behulp van zijn wetenschappelijke overwicht, dat Bufty daar een baan kreeg als plaatsvervangend chef op een kantoor. Wat onze held, Stamate, betreft, deze gluurde nog een laatste maal door de verbindingskoker en bekeek de Kosmos zo, vol ironie en verdraagzaamheid. Daarna klom hij voor altijd in de kinderwagen met zwengel, zette koers naar het mysterieuze uiteinde van het kanaal en terwijl hij steeds koppiger aan de zwengel draait, snelt hij zelfs vandaag nog als een razende voort, alsmaar in volume verminderend, met het doel in het oneindig kleine te kunnen doordringen en verdwijnen. |
|