| |
| |
| |
Gerrit Kouwenaar
7 uur
elke ochtend beginnen er evenveel nieuwe dagen
als er mensen op aarde leven: 2.800.000.000
overal gaan zonnen op: warme en koude, rode en witte
japanse en amerikaanse, nederlandse en russische.
ze rijzen op uit zeeën, bergketens, polders, oerbossen, stadsprofielen.
de aarde krijgt zijn gezicht terug. de mens opent zijn ogen.
het geluid komt als een windvlaag,
een langzaam optrekkende motor van energie.
wekkers ratelen. duiven koeren, olifanten trompetteren. douches ruisen.
kelen gorgelen. fluitketels fluiten.
geslurp van thee, koffie, vruchtensap, oeroepâlki, maté,
spuitwater, melk, alkaselzer.
het collectief afscheuren van kalenders.
goedemorgen in 217 talen, 1089 dialekten.
| |
8 uur
de feiten zijn nog routine. de dag is nog toekomst.
| |
| |
de wereld is nog niet groter dan een ontbijttafel.
het uitgeslapen radionieuws stamt uit een andere dimensie.
vliegtuigrampen en grensincidenten,
alles wat gisteren gedacht en gedaan is,
blijkt eensklaps gestold tot contemporaine geschiedenis.
tussen de eerste en de tweede kop thee
wordt de verleden tijd onmerkbaar voltooid.
een grotere wereld dringt binnen met de gedienstige post.
papieren verjaarskussen, handdrukken, oorvijgen.
een dode oom, een mooie postzegel.
de klok maalt verder. tijd is geld. geld is de wortel van alle kwaad.
het leven is mooi. het leven is droevig.
nieuwe gedachten, nieuwe gebeurtenissen zetten hun eerste stappen.
| |
9 uur
de mens overschrijdt de grens tussen binnen en buiten.
hij slaat deuren dicht, wandelt, rept zich voort,
rijdt in auto's en trams, op fietsen en karbouwen
van bed naar brood, van huis naar werk.
snelwegen, akkers, steden worden geboren.
de zon stijgt en wentelt. het wiel wordt uitgevonden.
de dolle klok bijt in de staart van de vluchtende tijd.
het startschot van fabriekssirene en prikklok:
de wedstrijd begint. computers, telexapparaten, telefoons,
schrijfmachines, telegraafsleutels schrapen hun kelen.
| |
| |
deze éne seconde: 6 miljoen gemanicuurde vingers
slaan dezelfde datum aan.
scheepsladingen graan, Chinese hongersnoden objectiveren tot koersen.
linten worden doorgeknipt, arbeiders vallen in scheepsruimen,
chirurgen heffen lancetten, kardinalen slaan kruisen,
raketten worden afgevuurd.
mijne heren, in antwoord op uw gewaardeerd schrijven
kunnen wij u het volgende mededelen:
de dag is begonnen. de mens werkt.
| |
10 uur
onwezenlijke rust is neergedaald in de huizen,
waar de ontvolkte bedden gaan dromen van de luie nacht.
kennis is macht, roepen de scholen; aap noot mies, roepen de kinderen.
de moeders stofzuigen, lezen oude minnebrieven
of koesteren kleuters en geraniums.
rustig zijn nu ook eensklaps de steden.
tuinen zijn het, kerkhoven, dooiende ijsbanen, leeggelopen sportstadions.
een knaapje op een driewieler symboliseert het snelverkeer,
een voddenkoopman de handelsgeest.
maar daar gaan de deuren opnieuw open:
de werkbijen, de koninginnen, de moeders, de meisjes van smart en plezier,
de mevrouwen, de juffrouwen zwermen naar buiten:
realistische eenheid van zorgzamen, zorglijken en ijdelen.
| |
| |
wat moeten wij vandaag nu weer eten?
wat moet ik morgen aantrekken op de diplomatencocktail?
de aardappelen zijn duur.
de oesters zijn goedkoop.
| |
24-7 uur
alsof een ramp de aarde, het mensdom getroffen heeft.
in kleine centra woekert het leven verder,
doet men nog alles wat gedaan moet worden,
maar eenzamer, trager, vermoeider - een-armig.
de hand die alles kan, die kan strelen en gokken, streelt en gokt.
de mond die alles kan, die kan kussen en drinken, kust en drinkt.
maar de hand beweegt steeds trager, valt neer naast het glas.
de mond verwelkt, wordt kleurloos en zwijgzaam.
de grammofoon draait dol.
een lang ogenblik is er niets.
dan opent een hand de gordijnen:
elke ochtend beginnen er evenveel nieuwe dagen
als er mensen op aarde leven: 2.800.000.000.
|
|