Raster. Nieuwe reeks. Jaargang 1983 (nrs. 25-28)(1983)– [tijdschrift] Raster– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 139] [p. 139] A. Hagenaars Gedichten Oordeel Met tegenwind duw ik de wissel in een andere stand. Roest verstuift. Een onvermoed spoor ligt open. Het afwachten eerst. Dan het naderen vanuit een betekenisscherpe verte van wat ooit vroegtijdig is vertrokken. Het knarst, verlengt zich haast, ont- spoort in het wit. Papier verschuift waar ik toch geschrokken te luisteren sta. Lawaai versplintert over de vlakte. Stemmen ontbinden, gaan nergens verwacht hevig teloor. Worden voltrokken. [pagina 140] [p. 140] Bezoek Terug naar het land. Een avond beladen met de symboliek van een molen die niet meer maalt en anekdotisch zware seringen, mij aangeboden met een scherp gebaar, dat aan duidelijkheid eigenlijk niets te wensen over had moeten laten... Aan de einder licht het. De polder valt open in een rommelen, dat, traag op ons af- rollend, zich voortzet in een andere richting; wat ik verdicht, blijft ver- dicht worden, in een proces van bezoeken dat zich in vreemde waarden verliest. [pagina 141] [p. 141] Inzicht Verwijder ik me allengs minder over hermetisch oude sloten, door verglaasd riet, vaststrompelend ook soms in ruwe akkers van papieren steden binnen houtwallen, waarop gedurig en pal een ongemeen felle hagel staat, die gaten slaat en verblindt. Bereik ik dan zienderogen de laatste, de enige dijk, van waaraf het zicht door- breekt op een zee van zout en kalk. Vorige Volgende