Princesse Liet-boec
(2007)–Willem Reyers de Lange, Anoniem Princesse Liet-boec– Auteursrechtelijk beschermd[Acontius en Cydippe] [vertaling]Acontius schrijft tot Cydippe,Ga naar voetnoot783 Op de
stemme / Rethorica fier.
SChoone goddin / die ick bemin
Dits mijn begin /en tshertsen sin
Stelt my toch in / u jonge sinnen
Ghy weet kersou / dat ick u trouGa naar voetnoot784
O schoone vrou / hier by mijn hou
Sonder benou / sult ghyse vinnenGa naar voetnoot785
Ghy zijt schoon lieff dien ick gae minnen
Met eenen eedt my toeghesworen
Gheen ander gront / u eygen mont/Ga naar voetnoot786
Heeft my goet ront / gemaeckt verbontGa naar voetnoot787
Maeckt mijn gesont / lief uytvercoren.
Diana jent / was daer presentGa naar voetnoot788
Doen ghy bekent / my gaeft consentGa naar voetnoot789
Lieff excellent / vol alder eeren
Waerdy niet schoon / ick sou geen loon
Van u persoon / bloemken ydoonGa naar voetnoot790
Noch oock u croon / sou ick begheeren
Maecht u liefde doet mijn jeucht verteeren /
U schoonheyt doet my aldus blaecken
U goutgeel haer / u oochskens claer
T'wesen eerbaer / maeckt dat ick swaer
Dees doot eenpaer / sal moeten smaecken.Ga naar voetnoot791
Doet doch geen clacht / dat ick onsacht
| |
[pagina 45]
| |
Subtijl veracht/ u heb ghebrachtGa naar voetnoot792
Maer lieft die wracht / al dese dadenGa naar voetnoot793
Schoon lieffken teer / ick u begheer /
In deucht en eer / ende niet meer
Wilt mijn dus seer / toch niet versmaden
Ick ben soo seer om u beladenGa naar voetnoot794
Dat ghy onghesont / zijt van lichame /
My niet verwijt / noch oock benijtGa naar voetnoot795
Ick kent ick lijt / dat ghy sieck zijtGa naar voetnoot796
T'comt door mijn spijt / schoon lief eersame.Ga naar voetnoot797
Ghy zijt belaen / met siecte bevaen /
Dat comt seer saen / dat ghy wilt gaenGa naar voetnoot798
Ontrouwe paden / en wilt u voeghenGa naar voetnoot799
Een ander fier/ behaecht u hierGa naar voetnoot800
Och wat dangier / soo comt u schierGa naar voetnoot801
In dit quartier / Diana sal wroegen:Ga naar voetnoot802
Mijn sinnen lieff tot u heel droegenGa naar voetnoot803
Maer lieff dit moet ick u nu vragen
Sijt ghy bereyt / my dat verbreyt?Ga naar voetnoot804
Dat mijn schalckheyt / u heeft verleytGa naar voetnoot805
Soo can ickt feyt / tot allen daghen.Ga naar voetnoot806
Princesse soet / is het om goet?
Dat ghy dit doet / wilt mercken vroet
T'geslacht en bloet / en oock mijn rijcken
Cea mijn lant / seer wel bekantGa naar voetnoot807
Schoon en playsant / der Nimphen plant /
Staet daer te hant / niet om ghelijcken /
Ick bid u wilt my niet beswijcken /Ga naar voetnoot808
Want ick u voor mijn lieffste houwe
D'appel van gout / zijt niet te stoutGa naar voetnoot809
Sal mellen bout / dit wel onthoutGa naar voetnoot810
Seer menichfout / u groote ontrouwe.
Cydippe antwoort tot Acontius: Op de stem-
me: Almaigne Cicilie.
OCh lyden en pijn /
Droefheydt is mijn
Over u valsche manieren?
Aensiet nu fijn / het werck van dijn
Hoe ghy my gaet schoffieren
| |
[pagina 46]
| |
Ghy vercort nu myn leven /
T'welck ghy my niet kont gheven
Seer sieck ben ick en daer toe cranck
Ick salt besterven eer yet lanckGa naar voetnoot811
Inden tempel u valsche daden
Hebt ghy aen een simpel maecht
Ghetoont ende daer toe verraden
Het moet Jupiter zyn gheclaecht.
Diana minjoot / k'claech u myn nootGa naar voetnoot812
Ghy waert daer in presencyGa naar voetnoot813
Al swoor ick bloot / den eet seer grootGa naar voetnoot814
Ten was niet mijn intency
Al sprack ick daer die woorden
Niemant en wast diet hoorden /
Al last die tonge pertinentGa naar voetnoot815
T'herte gaf gheen volmaeckt consentGa naar voetnoot816
Ghy kunt my daer niet in behalenGa naar voetnoot817
De woorden die ick u heb verleent
Tgheen dat ghy peynst / dat sal u falen
Al sprackt die tonghe ick hebt niet gemeent.
Een ander vry / had liever my
Door myn Vaders toeraden /Ga naar voetnoot818
Alst past by ty / comt hy my byGa naar voetnoot819
Maer hy can my niet ontladenGa naar voetnoot820
Ick sou u wel begheeren
Had ghy in deucht en eeren
En opentlijck op myn versocht
En myn niet in cranckheyt ghebrocht
Maer Diana die goddinne
Die dunckt myn wil u jonstich zijnGa naar voetnoot821
Want wat ick doe ofte beghinne /
Al even stuer so is sy mijn.Ga naar voetnoot822
Noch segh ick weer / t'is u cleyne eer
Een maghet te bedrieghen
Ick sloech ter neer / mijn ooghen seer
Ick wilder niet om lieghen
Doen ick hadde ghesproocken
Van trou dat woort ontloocken /Ga naar voetnoot823
Die tonghe bestuert al in mijn mondt
O arghe list / subtijle vontGa naar voetnoot824
| |
[pagina 47]
| |
Dat ghy sacht u Wreede stucken /Ga naar voetnoot825
Want mijn vreuchde is vercort
Ghy sout certeyn niet willen pluckenGa naar voetnoot826
Een bloemken datter is verdort
Prince.
Prince seer jent / ick geef consent
Ghy meucht u wel verblyen
Ick heb bekent / t'beghin en ent
Voor mijn moeder dit lyen
Hoe ghy my quaemt benevenGa naar voetnoot827
Inden Tempel verheven
Sy was hier door / so seer beschaemt
Ghy doet (seyt sy) twelck niet betaemt /
Wat wil ick my meer verneeren
Van dat ick u hier dit verclaer.
Ghy syt alleen dien ick begheere
Gheen ander sal ick trouwen voorwaer.
|
|