Princesse Liet-boec
(2007)–Willem Reyers de Lange, Anoniem Princesse Liet-boec– Auteursrechtelijk beschermd[Briseis en Achillis] [vertaling][melodie]Briseis schrijft tot Achillis.Ga naar voetnoot77 Op de stemme:
Die Winter is ons verganghen.
HElaes tis al verganghen /Ga naar voetnoot78
Daer eens Liefde was groot
Ick sit hier nu ghevanghen
Maer veel liever waer ick doot /
Hebt ghy die alreed vergeeten?
Die ghy so vyerich hebt bemint?Ga naar voetnoot79
Ick kan hier drincken noch eeten:
So ben ick om u verblindt
Men gaet u presenterenGa naar voetnoot80
Giften van Goude schoon /
Ghy soudt my weer begheerenGa naar voetnoot81
Noch soud ghy hebben ydoonGa naar voetnoot82
Twintich vergulden cruycken
Drie Maeghden excelent /Ga naar voetnoot83
Die soud ghy me ghebruyckenGa naar voetnoot84
Tot uwen wille jent.Ga naar voetnoot85
Mijn Stadt heb ick sien bedervenGa naar voetnoot86
Mijn man en broeders saenGa naar voetnoot87
Moesten die Doot verwerven
Maer dat is al ghedaen
U Edelheyt ende couragieGa naar voetnoot88
Crijch ick / die lief minjootGa naar voetnoot89
O schoone personagie
Soo ben ick nu uyt den noot.
Men gaet hier presumerenGa naar voetnoot90
| |
[pagina 8]
| |
Dat ghy nae Griecken wilt
Moet ick u dan ontbeerenGa naar voetnoot91
Och weest hier af ghestilt?Ga naar voetnoot92
Mach ick u niet verspreken?Ga naar voetnoot93
O uytvercoren greynGa naar voetnoot94
Soo moet my hertgen breken
Laet ghy my hier alleyn.
O liefste lief verheven
Ick sweer u Ridder jentGa naar voetnoot95
Soo waer als wy noch leven
Heeft hy my noyt bekentGa naar voetnoot96
Wat gaet ghy daer op passen?
Ghy spreect het oude vermaenGa naar voetnoot97
Soo schoone roosen sietmen wassenGa naar voetnoot98
Alsmen daer siet vergaen.
O Grieken wilt my doch sennenGa naar voetnoot99
Aen hem met biddende mont /Ga naar voetnoot100
Als hy dan sal bekennenGa naar voetnoot101
Mijn armkens saecht terstont /Ga naar voetnoot102
Ick hoop hy sal vertoevenGa naar voetnoot103
Deur mijn jammerlijck verdriet
Zijn herte sal hem bedroeven
Als hy my treurich siet.
Prince.
Mach ick u niet versmekenGa naar voetnoot104
O Prins end Heere mijn?
Comt wilt my dan deursteken
Soo ben ick uyt dese pijn / Helpt my uyt dit verseerenGa naar voetnoot105
Off mach het noch geschien?
Dat uwen thoren mach keerenGa naar voetnoot106
Wilt my by u ontbien.Ga naar voetnoot107
Achillis antwoordt op Briseis: Stemme.
Des menschen Jeucht.
Tls ghenoech van dien
Het leet dat ick moet hooren
Van my wilt vlienGa naar voetnoot108
Ick gae my te seer stooren /
Ghy verweckt my tot thoorenGa naar voetnoot109
Dat ghy my dus mistroostich schrijft /
| |
[pagina 9]
| |
U lieffde soet // in mijn herte goet
Schoon lieffken noch verhoolen blijft.Ga naar voetnoot110
U schoonheydt sietGa naar voetnoot111
En sal ick niet verachten
Maer het verdriet
Sal ick my wel voor wachtenGa naar voetnoot112
Venus met al haer crachten
En maeckt my niet alsoo subiecktGa naar voetnoot113
Dat ick mijn lant // het waer my schant
Sou laten om een vrou perfeckt.
Mijn Edelen aert
En cant doch niet vergeten / Dat hy heeft gebaertGa naar voetnoot114
Het moet hem zijn verweten
Heb ick my niet ghequeten?Ga naar voetnoot115
Dat ghy mijn eere aldus blaemtGa naar voetnoot116
Ick waert wel weert / Had ick u begheert /
Een poppen ruyter te zijn ghenaemt.Ga naar voetnoot117
Soude ick coenGa naar voetnoot118
Mijn gramschap nu bedwinghen?Ga naar voetnoot119
T'is niet van doenGa naar voetnoot120
Al comt het bespringhenGa naar voetnoot121
Die Griecken voor allen dinghen
In mijn presenti hebben gheseydtGa naar voetnoot122
U hulp is cleyn / dus ben ick certeyn /Ga naar voetnoot123
Nae huys te trecken nu bereydt
Prince.
O edel Princes / adieu uyt jonstigher minnenGa naar voetnoot124
Schoone MatresGa naar voetnoot125
Bedwingt u Jonghe sinnen /Ga naar voetnoot126
Doet hoop u troost ghewinnen?
Het is eylaes een cranck propoostGa naar voetnoot127
Nae Griecken jent // reys ick presentGa naar voetnoot128
Anders van my crijcht ghy geen troost.
|
|