Princesse Liet-boec
(2007)–Willem Reyers de Lange, Anoniem Princesse Liet-boec– Auteursrechtelijk beschermd[Phillis en Demophon] [vertaling]Phillis schrijft tot Demophon,Ga naar voetnoot39 Stemme:
Schoon over schoone Lieff ick hadt u niet toebetrout.
DEmophon soet / ick maeck so grooten clacht
Seght met ootmoetGa naar voetnoot40
Waer sydy toe ghesint
Om my niet te troosten / sydy soo bedachtGa naar voetnoot41
So mach ick wel clagen dat ic u heb bemint /
Den tijt is gepasseert / die ghy hadt ghestelt
Ghy en zijt noch niet ghekeert / dit mijn herte seer queltGa naar voetnoot42
U lieffelijc woorden die hebben my verblint.
Is het u vaders schult / O uytvercoren lief?
Ick sal hebben gedult / en verbeyen den tijdtGa naar voetnoot43
Met handen te saem / bid ick door desen brief
Om den windt bequaem / daer ick nae haeck met vlijdtGa naar voetnoot44
T'verbeyen duert te lanc / ghy en haest u niet te seer
U liefde die is cranc / ick claech het God den HeerGa naar voetnoot45
Deucht loonen met quaet dat is een vals strijt /Ga naar voetnoot46
En was ick oock niet sot?
U Schip deed ick versienGa naar voetnoot47
Want ghy met my spot / O Ridderlijc engienGa naar voetnoot48
U ooghen betraent
Doen ghy ginckt van my vlienGa naar voetnoot49
Het moet zijn vermaent // want ghy waerdt doen mijn vrientGa naar voetnoot50
Ick heb u gelogeert / u volck heb ick gespaertGa naar voetnoot51
En dat ghy hebt begeert / O Conincks kindt vermaertGa naar voetnoot52
Heeft nu mijn weldaet dees crancke loon verdientGa naar voetnoot53
| |
[pagina 6]
| |
U vaders woning reyn / en zijn heerlicke faem
Maer ghy vals vileyn / bedrieger van een vrouGa naar voetnoot54
In menich heerlijck lant / soo kent men zynen naem
Maer deur u groote schandt /
Een yeghelijck u souGa naar voetnoot55
Kennen t'aller stont / deur u ontrouwich feyt /Ga naar voetnoot56
O valsch van mont // met u vileynicheytGa naar voetnoot57
Die maechden bedriegen / ic niet voor vroom en hou.
Prince liefste jent / ic heb dickwils gedachtGa naar voetnoot58
Met groot torment // my te vergheven coen /Ga naar voetnoot59
Oft met een Swaert // te deursteken onsacht /Ga naar voetnoot60
Myn Herte gejaert // seer jonc in zyn saysoenGa naar voetnoot61
Comt ghy my niet te baet // voorwaer soo sal seer saen /Ga naar voetnoot62
Geven die Gramschap Raet /Ga naar voetnoot63
Dat ick het sal bestaen / daer ghy af sijt d'oorsaeck.Ga naar voetnoot64
Maer ick sal het feyt doenGa naar voetnoot65
Demophon antwoort tot Phillis op de stem.
Moet ick altoos treuren / sonder ophouwen.
HEb ick niet eylacy // genoech te lyen:Ga naar voetnoot66
Comt hier noch desen brief?
Ghy staet noch in myn gracy /
Stelt druc besyen / O Phillis waerste LiefGa naar voetnoot67
Myn Vaders doot // dat is den noot
Dat ick dus bloot // ben voor u lief minjootGa naar voetnoot68
Myn lieft sal niet minderen / O uytvercoren vrouwe
Hoe claget ghy dus seer?
Wat mach u doch hinderen // dat ghy syt vol rouwe?
O eerbaer Maget teer /
Men my verwijt // tot elcker tijt
Dat ick subyt / myn jonck Hert daer verslyt.Ga naar voetnoot69
Dickwils ben ick denckende /
O Phillis lief verheven /
Hoe ick myn armkens blanck
Om u hals was schenkende / liefde boven schreven /Ga naar voetnoot70
Was die my daer toe dwanck
Menighen traen // sachmen seer saenGa naar voetnoot71
Vlieten seer plaen /Ga naar voetnoot72
Doen ick van u most gaen.
| |
[pagina 7]
| |
Soudy noch o schoone // een ander konnen trouwen
Soo rasch ende subyt?Ga naar voetnoot73
Kan die lieft ydoone // so drae verkouwen?Ga naar voetnoot74
Die also langhe tijdt
Heeft schoon gebloeyet // ende vast gegroeyet
Sou die vermoeyet // so ras zijn afgesnoeyet?
Princesse gepresen // ghy wilt met qua gedachten /
Segt ghy seer fel en coen?
U selver sonder vreesen / met alle u crachten
Met quaet fenijn verdoen?Ga naar voetnoot75
Och doet sulcks niet // want waert gheschiet
Seer groot verdriet / sou ick hebben bespiet.Ga naar voetnoot76
|
|