Princesse Liet-boec
(2007)–Willem Reyers de Lange, Anoniem Princesse Liet-boec– Auteursrechtelijk beschermd[Briseïs en Achilles] [editie][melodie]Briseïs schrijft aan Achilles,
op de melodie van Die Winter is ons verganghen Helaas, het is voorbij!
Eens was onze liefde groot.
Nu zit ik hier gevangen,
maar veel liever was ik dood.
Ben je mij alweer vergeten,
op wie je zo verliefd bent geweest?
Ik krijg geen hap meer door mijn keel,
zo ben ik van jou bezeten.
Ze gaan je
gouden geschenken aanbieden,
en als jij me weer terugneemt
krijg je op de koop toe
twintig vergulde kruiken
en drie prachtige jonge vrouwen,
daar mag je ook met genoegen
van gaan genieten.
Mijn stad heb ik ten onder zien gaan,
mijn man en broers
moesten het met de dood bekopen,
maar ja, dat is nou allemaal voorbij.
Als ik jou, mooie dappere liefste,
toch weer zou krijgen,
schoonheid,
dan ben ik uit de brand.
Ze zeggen hier
| |
[pagina 8]
| |
dat jij naar Griekenland terug wilt.
Moet ik je dan missen?
Ach kom toch tot bedaren!
Kan ik je dan niet overhalen,
allerliefste?
Mijn hart zal breken
als jij me hier alleen laat!
Echt, liefste lief,
ik zweer je, beste ridder,
zo waar ik als ik hier sta,
Agamemnon heeft nooit de liefde met mij bedreven!
Wat heb je daarop te zeggen?
Jij komt zeker weer met dat oude gezegde aan,
zo zie je rozen bloeien,
zo zie je ze weer vergaan.
Beste Grieken, stuur mij toch
met een smeekbede naar hem toe.
Als hij dan in mijn zachte armen ligt
en met mij vrijt,
dan zal hij hopelijk blijven.
Mijn enorme verdriet
zal aanstekelijk werken,
zeker als hij mij zo ziet treuren.
Prins
Kan ik je niet van gedachten doen veranderen,
mijn prins en heer?
Kom, doorsteek dan maar mijn hart,
dan ben ik verlost van dit verdriet, help me uit mijn lijden.
Of gaat het toch nog gebeuren
dat je je woede laat varen?
Mag ik dan weer bij je komen?
Achilles beantwoordt Briseïs,
op de melodie van Des menschen Jeught Het is genoeg!
Het leed dat ik te horen krijg,
moet ophouden.
Ik erger me er te veel aan,
je maakt me woedend.
Als je me zo wanhopig schrijft,
| |
[pagina 9]
| |
blijft mijn liefde voor jou,
liefste, diep weggestopt in mijn hart.
Ik vind je wel
een leuke meid,
maar je verdriet
daar kan ik echt niet tegen!
De machtige Venus
maakt mij niet zó onderdanig
dat ik mijn land in de steek zou laten
voor de perfecte vrouw. Dat zou een schande zijn!
Diep in mijn hart
kan ik niet vergeten wat Agamemnon me heeft aangedaan.
Daar zou hij voor gestraft moeten worden!
Heb ik niet altijd mijn plicht gedaan?
Dat je me zo te schande maakt
zou ik alleen verdiend hebben als ik
een held op sokken was geweest!
Moet ik, dapper als ik ben, nou
mijn woede inhouden?
Dat is niet te doen,
al word ik voor het blok gezet!
De Grieken hebben
recht in mijn gezicht gezegd
‘je hulp is van weinig waarde’. Dus nu ben ik zeker
van plan om naar huis te gaan!
Prins
O lieve prinses, ik zeg je vaarwel.
Schone meesteres,
beheers jezelf een beetje.
Is hoop dan nog het enige wat je kan troosten?
Dat is dan heel erg jammer voor je,
want ik reis toch af naar het mooie Griekenland,
dus van mij hoef je geen troost te verwachten.
|
|