Princesse Liet-boec
(2007)–Willem Reyers de Lange, Anoniem Princesse Liet-boec– Auteursrechtelijk beschermd[Dido en Aeneas] [editie]Dido schrijft aan Aeneas,
op de melodie van Tot u roep ik o Heer met macht Ik klaag en zing een droevig lied,
je bent me veel te wreed!
Ik zit in diepe ellende
en verlies langzaamaan mijn verstand.
Ik ben in de steek gelaten,
want de sterke Aeneas gaat ervandoor.
Hij laat mij alleen! Is dat wat je me had beloofd,
schaam je, valse schurk!
Je maakt me heel erg aan het huilen,
want je haalt mijn goede naam door het slijk.
Aeneas, al mijn rijkdom, mijn stad
en mij, die je toch zo liefhad,
die ben je nu helemaal zat en je wilt alles opgeven!
Dat verwijt ik je, jij valse en hoogmoedige ridder,
wil je me soms dood hebben?
O God, straf hem langdurig!
Wat ga je doen, denk je nou echt,
domme Trojaan, dat ze je daar vriendelijk
zullen ontvangen?
O Venus, met uw liefdeskracht
stort u mij in deze ellende.
Nooit meer zal ik rust vinden
en ik verafschuw mijn macht. Dat ik toch ooit in mijn hoofd
heb gehaald om jou te kussen,
ik heb te veel op je vertrouwd.
Jij, man van adel, maakt mij te schande.
Is dit nou de beloning voor mijn liefde?
Och, blijf toch bij de mooie Dido, je eigen vrouw!
Liefste, ik zie je zo graag,
vrees toch het slechte weer! Breng toch de kleine Ascanius,
je eigen zoon, niet opnieuw in gevaar.
Verlang toch weer terug naar naar haar die je zojuist
te schande hebt gemaakt
en geef me antwoord, beste prins.
Voor jou, welbespraakte en
zachtaardige koningszoon,
| |
[pagina 19]
| |
doe ik alles. Maak me weer gezond!
Vele mannen hebben me begeerd,
zowel koningen als geleerden,
maar ze zijn me misgelopen door jou alleen.
Kwel en pijnig me niet langer,
want jou heb ik lief.
Zie toch hoe verdrietig ik ben!
Ik heb zo naar je verlangd en zoveel van je gehouden.
O kind van Venus,
beantwoord mijn hartstochtelijke liefde,
laat mij weer toe in je hart.
Ridderlijke prins, zwaar beproefd,
ik zeg je ronduit,
je bent door en door slecht.
Heb je soms je zwaard
hier laten liggen
om daarmee een beroemde koningin,
de jonge Dido,
van het leven te beroven?
Anna, liefste zus,
ik stel mijn dood niet uit, al is die pijnlijk.
Ik zal mezelf ter dood brengen,
maar hij is er de oorzaak van dat ik zal sterven.
Aeneas beantwoordt Dido
op de melodie van Aenmerckt den tijdt en weest Jouw nare klachten
houden me
dag en nacht bezig.
Maar luister,
ook ik heb nog nooit zo veel geleden nu ik je verlaat,
zelfs niet in gevecht met de Grieken.
O schitterende Dido,
ik beken schuld!
Beeldschone vrouw,
ik smeek je, hou toch op met ongelukkig zijn.
Zet je zinnen niet langer op mij, liefste,
want de grote goden
hebben andere plannen gemaakt.
| |
[pagina 20]
| |
Begrijp me goed,
zij hebben me opgedragen weer verder te reizen.
Ach, kon ik je maar zien liefste,
dan werd ik weer gezond.
Je hebt me diep geraakt, mooie bloem, maar je kan
niet van mij zeggen dat ik je niet trouw ben geweest.
Aantrekkelijke vrouw, liefste,
wees toch niet verdrietig, omdat ik je verlaat.
Volg Venus' raad op en zoek een andere
minnaar, iemand van hoge afkomst.
Ik moet er echt vandoor gaan,
maar zoek jij een andere man,
een koningin waardig.
Dat zal, lief, je beloning zijn voor al je verdriet,
dan zul je weer gelukkig zijn, mooie Dido.
Prins
Lieve prinses, gedraag je zo snel mogelijk
als een man.
Ik waarschuw je,
kijk nou wat je doet! Stort je toch niet
zonder nadenken
in het zwaard dat ik heb achtergelaten.
Gebruik je verstand.
Sterf niet om mij liefste,
want ik zou dan duidelijk de schuldige zijn.
Haal maar troost uit deze brief
voor al je tegenslagen.
|
|