Princesse Liet-boec
(2007)–Willem Reyers de Lange, Anoniem Princesse Liet-boec– Auteursrechtelijk beschermd[Dido en Aeneas] [vertaling]Dido schrijft tot Aeneas,Ga naar voetnoot285 Op de Stemme
Tot u roep ick o Heer met macht
ICk doe clacht met droevighe sanckGa naar voetnoot286
Ghy valt my stranck /Ga naar voetnoot287
Ick ben in swaer bedwanckGa naar voetnoot288
Mijn sinnen zijn heel cranck /Ga naar voetnoot289
Ick ben verwatenGa naar voetnoot290
Want Aeneas stranc / neemt zijn ganckGa naar voetnoot291
En hy wil my verlaten // Ist dat ghy my ginckt beloven
T'foey u ghy vals vileyn /Ga naar voetnoot292
Ghy brengt certeyn / my nu in groot geweynGa naar voetnoot293
Want myn eere reyn / gingt ghy my beroven.
Aeneas al mijn groote schat / Myn eygen Stadt
En die ghy eens lief hadt:
Die zyt ghy nu heel sat / En wiltse begeven /Ga naar voetnoot294
Ick verwijt u dat / Vals Ridder seer pratGa naar voetnoot295
Ghy sult myn nemen tleven?
O Godt wilt hem straffen seer langhe
Och wat wilt ghy bestaen / Meent gy seer saenGa naar voetnoot296
O verachte Troyaen // Datmen u sal so plaenGa naar voetnoot297
En mildt ontfanghen
O Venus uwer liefden cracht
Werpt my onsacht // In treuren ende clacht
Want by dach nochte nacht / can ic niet rusten
Ick verfoey myn macht / dat ic oyt was bedachtGa naar voetnoot298
Ende u Mondt oyt custe
Ick ginck u te veele betrouwenGa naar voetnoot299
Want u edel persoon / die doet myn hoonGa naar voetnoot300
Is dit myn liefde loon?
Och blyft by Dido schoon / u eyghen vrouwe
Schoon lief / Ick schou u so seer /
Vreest toch het weer / Ascanius jonck en teer
Brengt niet lyden meer? U eyghen soone /
Strect dan u begeer / die gy naemt haer eer?Ga naar voetnoot301
En nu dus seer te hoone?Ga naar voetnoot302
Maer seght my toch Prince ghepresen?
O Conincklijcke bloet / U eloquency vroetGa naar voetnoot303
U minnelijck ghemoet /
| |
[pagina 19]
| |
Wil ick vallen te voet / wilt my ghenesen
Menich wasser die my heeft begheert:
Ja Coningen geeert / wyse seer hooch geleert /
Maer hebben my onbeert door u alleeneGa naar voetnoot304
My niet persequeert // Noch en tormenteertGa naar voetnoot305
Want ghy zyt dien ick meeneGa naar voetnoot306
Merckt toch eens op al myn treuren
Ick heb u soo ghesint / ende hertelijck bemintGa naar voetnoot307
O gheboren Venus kint/
Blust mijn liefde blintGa naar voetnoot308
Laet my u ghebeuren.Ga naar voetnoot309
Ridderlijcke Prince expaertGa naar voetnoot310
Twort u verclaert
Ghy zyt seer vals van aert /
Hebt ghy daerom u swaert?
Hier laten blyven /
Een Coningin vermaertGa naar voetnoot311
T'is Dido Jonck ghejaert /
Daer mede te ontlijven:Ga naar voetnoot312
Anna lieve Suster vercoren
Mijn doot ick niet en staeck / al is sy suer van smaeckGa naar voetnoot313
Ick doe selfs die wraeckGa naar voetnoot314
Maer hy is die oorsaeck / dat ic gae verloren.
Aeneas antwoordt tot Dido Op de Stemme
Aenmerckt den tijdt / en weest.
U Droeve clacht / die ghy doet onsachtGa naar voetnoot315
Dus brengt my dach en nacht
In lyden en verdriet
Neemt hier op acht
Ick en heb noyt verpacht / door al die Griecken macht /Ga naar voetnoot316
So veel lydens geschiet / waer deur ic u verliet
O Dido schoon en jent / excelentGa naar voetnoot317
Het is myn schult ick kentGa naar voetnoot318
O overschoone vrouGa naar voetnoot319
Ick bid laet toch u rou / En al u swaer tormentGa naar voetnoot320
Stelt niet op my / Schoon lief u sinnen blyGa naar voetnoot321
Want het die Goden vry
Anders hebben versien // Sy zijn party /Ga naar voetnoot322
| |
[pagina 20]
| |
Hoort doch wat ick bely /Ga naar voetnoot323
Want hare prophecy / inhout dat ic sal vlien /Ga naar voetnoot324
Och mocht ick u bespien:Ga naar voetnoot325
Schoon lief ick waer gesont / rooder mondt /
Ghy hebt mijn hert doorwondt / maer seght niet o Karssou /Ga naar voetnoot326
Mijn mannelijcke trou / heb ic noyt ghejont /Ga naar voetnoot327
Vrouwelijcke zaet / lieffken seer delicaetGa naar voetnoot328
Ist dat ic u verlaet / zijt daerom niet verdrucktGa naar voetnoot329
Volcht Venus raet / een ander t'uwer baet
Crijcht Lieff nae uwen staetGa naar voetnoot330
Ben ick van u gheruckt /Ga naar voetnoot331
Een ander bloeme pluckt /
Die weert is u persoon / ende Croon
Dat sal lief zijn u loon / voor al u swaere pijn /
Verblyt suldy dan zijn / o Dido net en schoon.Ga naar voetnoot332
Prince.
Princesse soet / hebt een mannelijc gemoet /
En thoont nu metter spoet
Dit wordt u nu verclaert:
Siet wat ghy doet / dat ghy u roode bloedt /
Toch niet en stort onvroetGa naar voetnoot333
Met mijn ghelaten swaert /Ga naar voetnoot334
U sinnen wel bewaert /Ga naar voetnoot335
Sterft niet om my de doot / minjootGa naar voetnoot336
Want die oorsaecke bloodt / die waer ick dan schoon liefGa naar voetnoot337
Troost u door desen brief
Van al dit wederstoot.Ga naar voetnoot338
|
|