Princesse Liet-boec
(2007)–Willem Reyers de Lange, Anoniem Princesse Liet-boec– Auteursrechtelijk beschermd[Hypsipyle en Jason] [editie]Hypsipyle schrijft aan Jason,
op de melodie van Elck Wijngaert ranck Wat een droevig bericht
dat ik zojuist kreeg!
Ik ben blij dat je gezond en wel
in je uitgestrekte land
terug bent,
| |
[pagina 16]
| |
maar, liefste, ik had dit graag in een brief van jouzelf
willen lezen. Dat vind ik naar,
nou heb ik het van anderen moeten horen.
Het is toch erg dat je nu al je belofte bent vergeten,
je doet me pijn, wrede
valse ridder!
Ik hoorde dat je
het zwaar gehad hebt,
arme liefste, maar het zit me dwars
dat je nou die beruchte Medea
gelukkig gaat maken.
Ik vind het vreselijk - het moet eruit!
Zodra ik je schip zie liggen, dan zal ik je
schandelijk verjagen. Dat is wat ik wil,
daar is geen twijfel over mogelijk.
Dan kun je nooit meer een ander
zo'n pijn en verdriet aandoen
als je mij hebt aangedaan.
Jij, Jason, was mijn man
totdat je ging reizen.
Maar nu zij met haar drakenwagen
je kan helpen, bevalt ze je zeker beter?
Wat denk je wel,
het gulden vlies staat op jouw naam,
maar eigenlijk heeft haar tovenarij je geholpen,
dat moet ik erbij zeggen.
Wat is ze toch een valse vrouw!
Och, kom toch bij me terug,
je weet toch dat ik je liefste ben,
je hebt mij het eerst je trouw beloofd.
Charmante prins, als je in mijn land komt
met die ‘onschuldige’ Medea aan je hand,
- zeg het maar, laffe nietsnut
zou je het in hoofd durven halen? -
dan zal ik haar eerst martelen
en dan vermoorden.
En zou ik daar niet alle reden toe hebben?
Ik zeg het maar eerlijk. Lieve God,
ik smeek u,
stort haar in een vreselijk ongeluk!
| |
[pagina 17]
| |
Jason beantwoordt Hypsipyle,
op de melodie van Weest nu verblijdt/wie dat ghy zijt Mijn liefste lief, weet je wel wat je me aandoet
met je brief vol verwijten?
Je droevige woorden brengen me
helaas aan het huilen.
Ik heb hier dag en nacht veel plezier,
kom jij dat nu verstoren,
mooiste van de wereld?
Hou toch op met schelden en tieren,
mijn steun en toeverlaat
ben jij en dat zal je altijd blijven.
Liefste, je draagt mij, die zo op de proef is gesteld,
nog steeds een warm hart toe.
Maar het doet je verdriet dat ik ver weg
met een ander ga genieten van al het fijns,
edel mooi meisje!
Ach, stoor je daar alsjeblieft niet zo aan.
Ik had mijn verliefdheid moeten onderdrukken,
aanvaard mijn excuses.
Nu moet ik opschieten om haar
snel thuis te brengen.
Verwijt haar niet wat zij,
liefste, heeft aangericht.
Ik weet het, ik geef toe
dat zij voor mij haar geliefde land
en haar grenzeloze rijkdom heeft opgegeven
en bovendien haar broer heeft gedood.
Ook het leven van mijn oom is voorbij,
door mij heeft hij het in doodsangst
met de dood moeten bekopen.
Edele prinses, hiermee eindig ik,
vaarwel, mooiste van de wereld.
Bid nu God almachtig
dat hij je verlost van dit verdriet.
Geef je maar gewoon over aan Gods wil,
beeldschone bloem.
Vertrouw hem maar al je pijn
| |
[pagina 18]
| |
en verdriet toe.
|
|