Meulenhoff
De honderdjarige uitgeverij Meulenhoff zorgde zonder enige twijfel voor de opvallendste poëtische actie van dit najaar. In één klap werd de poëzieliefhebber getracteerd op Iets zo eenvoudigs van VSB Poëzieprijs-winnaar Huub Beurskens; Francesco's paradox van Poëzieprijs van de Vlaamse Gemeenschap - winnaar Stefan Hertmans; Miniem gebaar, het debuut van de beloftevolle Peter van Lier; In duizend stukken, de langverwachte nieuwe bundel van Peter Nijmeijer; Afdankingen van Kees Ouwens; Zuidwal van Hans van de Waarsenburg; een door J. Bernlef en Peter Nijmeijer bezorgde vertaling uit de poëzie van John Ashbery, De madril op de slagboom; én een cd (Voor jou alleen), waarop de zes Nederlandstaligen uit dit lijstje samen met de Meulenhoff-dichters H.C. ten Berge, Frans Budé, Pierre H. Dubois, Arjen Duinker, Anton Korteweg en K. Michel liefdespoëzie voorlezen. Men kan zich de vraag stellen of het allemaal niet te veel is, of de afzonderlijke bundels niet verzinken in het totale aanbod, of de betrokken dichters uiteindelijk wel baat hebben bij zo'n actie.
Maarten Asscher: ‘Meulenhoff geeft ieder jaar een tiental dichtbundels uit, dat zou ook dit jaar zo zijn geweest. We verkeerden in de gelukkige omstandigheid dat een aantal van onze belangrijkste hedendaagse dichters ongeveer tegelijkertijd een nieuwe bundel gereed hadden, zodat we maar besloten in het kader van de viering van honderd jaar Meulenhoff een actie op te zetten. Bij het begin van de campagne kwam dan nog het bericht dat Seamus Heaney de Nobelprijs kreeg, wat de pret enkel maar vergrootte. Na vier à vijf weken kunnen we enkel maar besluiten dat de respons erg goed is. Diverse bundels zijn al mooi besproken, en De Volkskrant heeft meteen een halve bladzijde aan de campagne gewijd, wat toch goed is voor een genre dat gewoonlijk nauwelijks aan bod komt in de kranten. Verder zijn de bundels van Beurskens, Ouwens en Hertmans al bijna uitverkocht, wat een uitstekend resultaat is in poëzie-termen. Ik denk dat onze actie voor alle betrokkenen heel gunstig aan het uitpakken is. Het lijkt me zelfs een uitstekend idee in de toekomst meer van dergelijke acties op touw te zetten, eventueel zelfs in samenwerking met andere uitgevers. Het lijkt er nu eenmaal op dat je van poëzie iets moet maken dat onontkoombaar is vooraleer je aandacht in de bladen krijgt. Als dat zo is, dan moeten wij telkens maar iets festivalachtigs brengen in navolging van Poetry International, dat jaarlijks toch flink wat pers krijgt.’