Poëziekrant. Jaargang 19
(1995)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermdRecensieMaurits van Liedekerke
| |
[pagina 18]
| |
gezien, hoofdzakelijk gedichten die uit disticha zijn opgebouwd. Hun uitgebalanceerde constructie en de opgeroepen visuele en auditieve indrukken vormen de uitvalsbasis voor de meer verregaande en zelfs mythologiserende tochten die verderop in de bundel worden ondernomen. De dichter sluit evenwel de ogen niet voor de onhebbelijkheden en recalcitrante kantjes van zijn omgeving: de ronkende en soms vervaarlijk ogende boeren, de geluid- en reukhinder. Dat gegeven dook al in vroeger werk op. De ‘boeren als buren vermomd’ en de ‘wanstaltige wijven’ (p. 18) staan in scherp contrast met de vertederende landschappelijke schoonheid van het Pajottenland. En moeten er vervolgens ook voor wijken. De tweede cyclus, ‘In memoriam matris’, bestaat uit grafgedichten die terugblikken op de laatste dagen van de moeder. De menselijke bestemming ligt in de aarde, en bij uitbreiding dus ook de terugkeer naar de moederschoot, de hereniging. In de drie volgende cycli ‘Stil leven’, ‘Tijdstippen’ en ‘Paramaribo’ wordt de existentiële problematiek van het hier en nu, alsook de waarde van het momentane uitgewerkt in een zintuiglijke, vaak zelfs expressionistische zegging. De dichter ervaart het leven als ‘een schade’, een wonde die bezwaarlijk kan genezen. De ogenblikken waarop hij tot inzicht in de ultieme stilte en de innerlijke leegte komt, zijn hem het dierbaarst. De gedichten waarin dit aspect van de thematiek aan bod komt, behoren tot de beste uit de bundel. De beelden die Maurits van Liedekerke in Voeten in de aarde hanteert, doken al in vroeger werk op: de natuurlijke omgeving, de verbondenheid met de aarde, de intrinsieke kracht van gras en het daarmee verband houdende vergankelijkheidsbesef. Kwalitatief zijn de gedichten nogal ongelijk, maar de geslaagde gedichten zijn volgens mij een plaatsje in een bloemlezing waard. | |
Schade
Zoals een winterdag verraderlijk
uit bomen valt, smeltend
zilverwerk herinnert
aan tranen. Spoorzoekend
spreekt de zon,
een klare vlag in het decor.
Verlangend
en uitbundig, een ogenblik
van schade.
Maurits van Liedekerke
[foto: archief auteur] |
|