Poëziekrant. Jaargang 19(1995)– [tijdschrift] Poëziekrant– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Gastdichter Stefaan van den bremt Elementair geboorteland Van water en vuur 1. Het voorhangsel scheurde, het ogenblik brak in tweeën, iets kleurde de stilte, iets sprak. En steeds weer in tweespraak met zichzelf, zelfkant van de zee, lag zeer braak en verdronken land. Iets blonk in het water, ietwat prematuur daglicht met een kater klaarde daar obscuur. Brak en bleek land, aan water verwant. 2. Ver vuur zonder toren, fel vuur dat opbrandt waar zien en waar horen bijna vergaan. Land- tong, spreek onze oren toe in landstaal, want uit het oog verloren is het land. Lichamen klampen zich vast aan de wind. Zeemeeuwen schampen op hem af. Verblind staat de uitkijk te kijken, te kijk. (Uit: Verbeelde boedel, Manteau, najaar 1995) Van land en lucht 1. Er is het landschap. En geen gerucht. Verre verwantschap van water en lucht. Een vogel vlucht in de rand, rap uit het landschap. Er is geen zucht wind. Een hond bast, bijt in de lucht. Een ekster krast als een oude pen die schrijft: Ik ben die barst, die splijt. 2. Een herfstig landschap met loden lucht. Een erfvijandschap, net niet gelucht. De verte weerlicht nog eens, en nog. En keer op keer licht het land op, dat log als een klankkast wacht op de klap als ik honkvast die naar lucht hap in ontmanteld land. Het kantelt. Vorige Volgende