over dit verlies aan coherentie vertellen. Veel woorden zijn medische vaktermen en hebben met hersenen en hersenactiviteit te maken. Celan slaat een gedesillusioneerde, soms ook cynische toon aan, bij voorbeeld in het gedicht ‘Spasmen’; daarin duikt weliswaar een cliché als ‘ik hou van je’ op, maar het is van alle romantiek ontdaan. Je zou ook kunnen zeggen dat Celan veel gekte toelaat in zijn woorden.
De tweede cyclus van Fadensonnen begint persoonlijk en thematiseert persoonlijke gebeurtenissen en geestesgesteldheden, zoals dromen, gevoelens van zinloosheid en wanhoop. Steeds wordt de nadruk gelegd op lichamelijkheden, op lichamen die problemen kennen en problemen verwerken. Er wordt bij voorbeeld gesproken van een ‘tuffende schedel’. De problemen zelf worden niet besproken, wel de angsten die ze oproepen. Wederom veel medische termen en psychiatrische situaties: geen landschappen, wel kale binnenruimtes als douchecabines en isoleercellen. Er worden zeer aparte, soms bizarre woorden ingezet. De eerste cyclus ontstond tussen september en december 1965, de tweede tussen juni 1966 en februari 1967. In de tussenliggende periode was Celan opgenomen in verschillende psychiatrische klinieken. Uit die periode staan geen gedichten in de bundel. Wel schreef Celan van februari tot mei 1966 in een van de Parijse klinieken een cyclus van elf gedichten die in 1968 als ‘Eingedunkelt’ gepubliceerd werd in een boek waarin een aantal schrijvers niet afgemaakte werken voorstelde (Aus aufgegebenen Werken, Frankfurt am Main: Suhrkamp 1968). De cyclus valt enigszins buiten het officiële werk van Celan, omdat de gedichten tijdens zijn leven niet in een bundel terechtkwamen, maar hij hoort er volkomen bij. In 1991 gaven Bertrand Badiou en Jean-Claude Rambach Eingedunkelt als bundel uit; de ‘fragmentarische cyclus’ van elf gedichten
werd aangevuld met 24 andere gedichten die er in direct verband mee stonden. Volgens de beide uitgevers waren de teksten bedoeld voor een zogenaamd ‘Nach-Fadensonnen-Poem’. Op notitieblaadjes wikte Celan over een titel: ‘Notgesang’, ‘Wahngang’ en ‘Narbenwahr’ (litteken-waar) waren mogelijkheden. Het werd ‘Eingedunkelt’.
Het zijn de zwartste gedichten van Celan, zwarter nog dan de poëzie waarin hij met steeds grotere innerlijke instemming zijn zelfmoord aankondigt. Met woord ‘ingeduisterd’ associeer je opgesloten zijn. Het woord suggereert bovendien een beeld van de psychische effecten die opsluiting en induistering hebben op een persoon die afdaalt in de diepste afgronden van zijn bestaan.