| |
| |
| |
De /ng/-klank in de spelling van het Sranan
N.M. Heyde
In de spelling van het Sranan onderscheiden we een nasale klinker van een gewone door een n of een m erop te laten volgen; bijvoorbeeld in so wan en son wan, wisi en wínsi, dopu en dompu. In het Sranan wordt daarmee de lettergreep afgesloten. Soms als het een n betreft laten we bij het spreken de /ng/-klank van het Nederlandse tang erop volgen. Bijvoorbeeld in a sabi san, en in de tweede lettergreep van fonfon. Dit gebeurt in de regel aan het eind van een zin of woordgroep. Wanneer er na de n een d of een t volgt, dan wordt de n in het algemeen als n uitgesproken, bijvoorbeeld in sonde en wan tori. Soms wordt de ng klank weggelaten zoals in san e pasa en dansi.
| |
mp/mb
Indien in een woord de p of de b volgt op zo'n n, dan wordt deze n uitgesproken als een m, bijvoorbeeld: anbeiri, granpapa. We zouden de mogelijkheid kunnen beschouwen om alle woorden die met mp of mb gespeld worden te schrijven met np of nb. Indien we np of nb schrijven is daarmee de m reeds bepaald. Bovendien wordt vaak alleen de klinker uitgesproken. We zien verder dat de klanken np en nb afgezien van de samentrekkingen niet voorkomen. Kennen we voor de spelling van deze woorden een hogere waarde toe aan de eenduidigheid dan aan de etymologie dan zouden de volgende woorden als volgt geschreven worden:
adonpri, alenbari, alenbaki, alenbo, anbeiri, anbeisi, banbai, banbaku, banbu, binba, biranbi, bronbaisigri, donpu, dyunbi, dyonpo (ati), dyonpo dyonpo, dyonpo futu, dronpu, dronbuba, eksenpre, enpi, franbo, granpapa, grunbita, janpanesi, kakunbe, kanpu, kunba, kunbu, konbe, konbekasi, konparsi, konpe, kranpu, krenpi, lusunbe, lanpu, lonpu, lonboto, manpira, matabinba, monbi, panpun, penba, penba doti, ponpu, ponpon, pranpran, pranpranpran, senprefisi, skenpi, sonbo (loli), sonbra, stanbai, stanpu, stonpu, stonburiki, stonbokoboko, stranpu, swanpu (todo), tanpresi, tanpoko (janki), tinba, tonpu, warinbo.
N.B. Dit voorstel heeft de consequentie, dat de weglating van de klinker in de reduplicaties en samenstellingen als penpeni en bonboni verwarrend is. De n wordt hier als n uitgesproken ofschoon men geneigd zal zijn /pempeni/ en /bomboni/ te lezen. Daarom schrijven we: penipeni en boniboni.
| |
| |
| |
ng
Er zijn woorden die een duidelijke ng klank hebben en als zodanig geschreven worden: nanga, tongo etc. De spelling van deze woorden verdient speciale aandacht. Het ligt voor de hand de g te lezen als de g van go. Omdat deze klank naast de nasaal voorkomt in het woord Mongo en pingo is de uitspraak van ng niet eenduidig. Donicie (1974) en Seuren (1982) hebben voorgesteld het verbod van dubbele letters te doorbreken met de introductie van een dubbele g op deze plaats. Zij stellen voor zowel de ng als de g te schrijven in de woorden pinggo en tingga etc.
Omdat de n aan het eind van de lettergreep staat zou hij gelezen kunnen worden als ng. De g in nanga is dan overbodig en tinga zou zo correct geschreven zijn. Met andere woorden: als de betreffende lettergrepen duidelijk van elkaar gescheiden waren, dan konden de twee klanken eenduidig worden gespeld. Het is zeer goed mogelijk hier een h te schrijven voor het scheiden van de lettergrepen. De h wordt immers in het Sranan meestal niet gelezen. Dienovereenkomstig schrijven we:
anhisa, banhi, drinhi, dwenhi, frinhi, lanhi lanhi, opolanhi, panhi, pinhi, sinhi, sprinhi, tanhi, tinhi, trinhi, twelenhi, lenhe lenhe, fanha, lanha, linha, nanha, planha, tranha, stanha, donho, gonhote, sonho, tonho, drunhu, jonhu, sunhu.
Hier vinden we dat, indien de letters nh gevolgd worden door de i, ze meestal uitgesproken worden als ny van nyan. Deze klank wordt in verschillende talen op deze manier gespeld.
We schrijven volgens het bovenstaande echter:
Ingi (banhi), masanga, tinga, angorki, bongo, framingo, mangro, Mongo, pingo, fungu.
Er zijn in het Sranan ook woorden die de ng bezitten welke wordt gevolgd door een r. In deze woorden kunnen we evenals in de woorden waarin de ng gevolgd wordt door een g de ng vervangen door een n. De g is ook hier niet strikt noodzakelijk. We kunnen aldus schrijven:
anri, malenri, manri, sinri, nenre, senre bere, abonra, danra, bonro, dunru.
| |
Fonetische implicatie
Conform het voorstel luidt de leesregel: de n aan het eind van een lettergreep wordt uitgesproken als ng:
- | aan het eind van een woordgroep, |
- | indien er binnen een woord een g, k, h of r op volgt; |
als m:
- | indien de lettergreep die daarop volgt met een p of b begint. |
De n aan het eind van een lettergreep wordt niet uitgesproken in andere gevallen.
| |
Samenvatting
Alleen de n aan het eind van een lettergreep staat voor een nasalisering van de voorgaande klinker en wordt slechts uitgesproken aan het eind van een woordgroep of indien het direct gevolgd wordt door een klinker, g, k, h, of r
| |
| |
- als ng - of uitgesproken als m, indien er een d of een t op volgt.
Als de ng gevolgd wordt door een klinker staat de ng klank als medeklinker aan het begin van de lettergreep en wordt voorgesteld door de letter h.
Deze spelling is consistent in de volgende opzichten.
De klanken g, ng en ng+g worden eenduidig genoteerd.
Het Sranan kent geen dubbele letters.
De scheiding van de lettergrepen is duidelijk.
Een nasale klinker wordt alleen gevolgd door een n.
| |
Literatuur
Donicie, A. 1954. De Creolentaal van Suriname. Spraakkunst. Paramaribo, Radhakisun. |
VACO, Woordenlijst, 1980. Tweede uitgave. |
Seuren, P.A.M. 1982. De spelling van het Sranan. Nijmegen, Masusa. |
Spellingcommissie Sranan 1984. Eindverslag. Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur van Suriname. |
| |
De auteur
Drs. N.M. Heyde (geboren te Kofi dyompo 29 november 1948) studeerde biologie aan de Universiteit van Utrecht. Sinds enige jaren toont hij belangstelling voor het Sranan. Een lezingencyclus van Dr. A.A. Kramp heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld.
|
|