Talen en hun uitdaging
Pieter Koen
Sinds het einde van de zestiger jaren is het Instituut voor Taalwetenschap bezig geweest met veldwerk op het gebied van de beschrijvende taalwetenschap in Suriname. Het Saramaccaans was de eerste te bestuderen taal, vervolgens het Aukaans, het Arowaks en voor korte tijd het Karaibs. In later jaren het Sarnami en pas enkele jaren geleden het Surinaams Javaans en het Sranan Tongo. Toen kon ook de studie van het Karaibs voortgezet worden.
Door het doel dat de medewerkers zich voor ogen stellen, bijbelgedeelten beschikbaar te maken voor groepen die een nog ongeschreven taal hebben, waar dan ook, heeft het SIL in zijn 50-jarig bestaan een bijdrage willen en kunnen leveren op het gebied van de algemene taalwetenschap, alfabetisering en tweetalig onderwijs.
Het uitgangspunt bij de benadering van de taalproblemen is de waardigheid van de mens en de waarde van zijn taal. Tevens dan ook de erkenning dat geen taal minderwaardig is ten opzichte van een andere en de bereidheid de waarde van mens en taal met praktische middelen te versterken.
Kontakten met regeringsinstanties voor doeleinden van informatie en gerichte dienstverlening zijn zo hecht mogelijk, daar zij de verantwoording dragen voor de gang van zaken in het land, taalpolitiek, onderwijs en ontwikkeling. Zo ook in Suriname, waar verslag wordt uitgebracht aan het Ministerie van Onderwijs.