| |
| |
| |
De spelling van het Sarnami en andere Surinaamse talen
Theo Damsteegt
Inleiding
In de loop van 1983 is in diskussies tussen G. Ashruf (Den Haag), Jit Narain (Den Haag) en de schrijver van dit artikel een nieuw voorstel ontwikkeld voor de spelling van het Sarnami in het Romeinse schrift. Het voorstel is mede gebaseerd op de ervaring die inmiddels is opgedaan met eerder voorgestelde spellingswijzen: Adhin (1964), Huiskamp (1978), Marhé (1977), Narain (1977: 33-34; 1980: 6; 1982). Het is voor het eerst gepubliceerd in het aan Sarnami gewijde nummer van het blad Kollektief (februari 1984: 10-14), en later ook in de bladen Lalla Rookh en Aisa Samachar; naar aanleiding van reakties daarop is het voorstel op een enkel punt bijgesteld.Ga naar eind1. Hier wordt het voorstel uiteengezet vooral voor lezers die geen kennis van het Sarnami en standaard-Hindi bezitten, en wordt bovendien ingegaan op overeenkomsten en verschillen met de spelling van het Sranan en het Surinaams Javaans. Daarmee zou dit artikel een bijdrage kunnen zijn aan de diskussie over de vraag of een uniforme spelling voor deze drie talen mogelijk en wenselijk is.
| |
Uitgangspunten
Van een aantal algemene principes en overwegingen die duidelijk uiteengezet zijn door Adhin (1964: 11-13) en Seuren (1982: 14-22) mogen hier vooral de volgende nog eens naar voren gehaald worden: een voorstel moet bruikbaar zijn voor een standaard typemachine, zo weinig mogelijk diakritische tekens (accenten, punten e.d. boven of onder de letters) bevatten, konsekwent zijn (voor één klank altijd dezelfde letter, die ook alleen voor die klank gebruikt wordt), zo ekonomisch mogelijk zijn (waar mogelijk één letter per foneem), en zoveel mogelijk aansluiten bij internationaal gebruik. Voor een Sarnami spelling kunnen we hier nog aan toevoegen dat een voorstel ook voor standaard-Hindi bruikbaar moet zijn.
Een ander uitgangspunt waaraan in dit voorstel zo strikt mogelijk de hand gehouden is, is konsekwentie ten opzichte van het Indiase devanagari-schrift. Zoals bekend, hangt het Sarnami samen met talen/dialekten gebezigd in het oosten van het Hindi-taalgebied in Noord India (Damsteegt, 1983; Kishna, 1983: 67-83), en teksten in deze talen worden geschreven en gedrukt in het devanagari. De meeste Sarnami teksten worden geschreven in het Romeinse schrift, om begrijpelijke redenen: type- en drukmachines in Suriname en Nederland zijn op dit schrift afgestemd, en via het Nederlands en het Sranan is dit schrift algemeen bekend. Toch is het wenselijk bij voorstellen voor de spelling van het Sarnami in het Romeinse schrift rekening te houden
| |
| |
met de principes van het devanagari-schrift, omdat met dit zeer systematische schrift de uitspraak van het Sarnami doeltreffend weergegeven kan worden (wat vooral voor hen die het Sarnami niet als moedertaal hebben of er weinig mee vertrouwd zijn, grote voordelen heeft). Bovendien zal het hierdoor eenvoudiger worden Sarnami teksten desgewenst in het devanagari te schrijven, omdat men al gewend is geraakt aan het systeem van dat schrift (b.v. het verschil tussen korte en lange klinkers, of tussen de cerebrale t en de dentale t). Om het verband met het devanagari te leggen is het gewenst dat iedere devanagari-letter (voorzover van belang voor het Sarnami) wordt weergegeven met een aparte Romeinse letter (of combinatie van letters), en dat andersom elke Romeinse letter(combinatie) slechts één devanagari-letter weergeeft. De Sarnami-spelling zal zich overigens moeten aansluiten bij de algemeen gangbare uitspraak, en daardoor af kunnen wijken van de standaard-Hindi spelling van woorden. Dit laatste principe houdt ook in dat bij eventueel blijkende uitspraakverschillen, of twijfel over de uitspraak, een standaard-spelling gekozen zal moeten worden die (d.m.v. woordenlijsten of -boek) wordt vastgelegd.
Om de implikaties van deze konsekwentie ten opzichte van het devanagari te verduidelijken voor hen die geen Sarnami of standaard-Hindi kennen, volgt hier een korte uitweiding over dat schrift.
| |
Het devanagari
De oorsprong van het devanagari ligt in een schriftvorm die we voor het eerst in de derde eeuw v.C. in Indiase inscripties aantreffen. Evenals het Griekse (en daarmee ook het Romeinse) schrift lijkt deze van links naar rechts geschreven schriftvorm een aantal eeuwen eerder van Semitische volkeren te zijn overgenomen. Meer echter dan bij de Grieken en Romeinen werd het schrift in India zeer doelbewust en op basis van een opvallend nauwkeurige en wetenschappelijke analyse van de klankleer van de Indiase talen verder ontwikkeld. Dat geleerden zich al in die tijd met de klankleer bezighielden, blijkt overigens ook uit Sanskrit teksten over fonetiek van vóór de derde eeuw v.C. Doordat het schrift berust op een klankanalyse, wordt elk foneem van het Sanskrit met één vast symbool weergegeven, en wordt anderzijds dit symbool konsekwent op één manier uitgesproken (vergelijk in dit opzicht het Nederlands: de e in ‘keten’ wordt op twee manieren uitgesproken). Hoewel dit systeem voor het standaard-Hindi en Sarnami niet meer volledig opgaat, en enkele aanvullende uitspraakregels geleerd moeten worden, is het systeem van het devanagari-schrift toch bij uitstek geschikt om de uitspraak van Sarnami en Hindi woorden weer te geven.
Voor wetenschappelijk gebruik bestaat een internationaal gangbare weergave van het devanagari-schrift in Romeinse letters. Het schrift bestaat globaal gesproken uit 43 lettertekens, welke op basis van de hierboven genoemde fonetische analyse al in zeer vroege tijd in een wetenschappelijk systematische alfabetische volgorde gerangschikt werden, en nog steeds worden, als volgt:
klinkers en tweeklanken: a a i i u u e ai o au
medeklinkers: |
stemloos |
stemloos geasp. |
stemh. |
stemh. geasp. |
nasaal |
velaren |
k |
kh |
g |
gh |
n |
pre-patalen |
c |
ch |
j |
jh |
n |
cerebralen |
ṭ |
ṭh |
ḍ |
ḍh |
ṇ |
dentalen |
t |
th |
d |
dh |
n |
labialen |
p |
ph |
b |
bh |
m |
halfvokalen: y r l v |
|
sisklanken: ś ṣ s |
|
glottaal: h |
|
| |
| |
Voor het Hindi komen daar nog bij: de retroflexe medeklinkers r en rh (in het devanagari weergegeven met een punt onder ḍ resp. ḍh), en de alleen in leenwoorden voorkomende f, z en kh (eveneens in het devanagari aangeduid door middel van diakritische tekens bij bepaalde letters). Het Sanskrit kent nog een klinker ṛ, die in het Hindi echter als ‘ir’ of ‘ri’ wordt uitgesproken, en in bovenstaand schema niet is opgenomen.
Uitspraak: in het hierboven weergegeven internationale transcriptiesysteem van het devanagari worden lange klinkers aangeduid door een streep boven de klinker: dam ‘adem’ klinkt als Nederlands ‘dam’, dam ‘prijs’ als ‘daam’. De u wordt uitgesproken als Nederlands ‘oe’. De e en o zijn (bijna) altijd lang, als in Nederlands ‘beet’ en ‘boot’. De h achter een medeklinker geeft duidelijk hoorbare aspiratie van de medeklinker aan. De g klinkt als de beginklank van Engelse ‘go’, terwijl de c staat voor de beginklank van Engels ‘church’ en de j voor die van Engels ‘jump’. De y geeft de Nederlandse ‘j’ klank weer, de v de Nederlandse ‘w’. De tweeklanken ś en s worden in uitspraak niet meer van elkaar onderscheiden, en klinken als de beginklank van Engels ‘she’. De alleen in leenwoorden voorkomende kh klinkt als ‘ch’ in Nederlands ‘lachen’. De cerebrale en retroflexe medeklinkers komen in het Nederlands niet voor.
Nasalering van klinkers, in het Sarnami en Hindi een vaak voorkomend verschijnsel, wordt in dit transcriptiesysteem aangeduid door m achter de klinker. Dubbele medeklinkers en medeklinkercombinaties komen eveneens voor, b.v. kk, kkh, gr, ty, dy, sv. De dubbele medeklinkers worden uitgesproken als een lang aangehouden enkele medeklinker; de ty en dy worden in uitspraak duidelijk onderscheiden van de (voor niet-Hindisprekers er sterk op lijkende) met c en j aangegeven klanken. De nasaal n komt alleen in medeklinkercombinaties voor (b.v. nc, nj),Ga naar eind2. terwijl in het Sarnami de n als zelfstandige klank vrijwel verdwenen is en ook bijna alleen in combinaties voorkomt (b.v. ṇḍ). In combinaties bestaande uit nasaal + medeklinker kan in het devanagari de nasaal vervangen worden door een punt boven de voorafgaande klinker, in transcriptie m: men schrijft niet ganga, maar gamga; niet hindi, maar himdi.
| |
Voorstel
Het internationale transcriptiesysteem voldoet aan enige boven geformuleerde eisen: het sluit aan bij internationaal gebruik, en is ekonomisch en konsekwent. Voor enkelvoudige devanagari letters worden alleen enkelvoudige Romeinse letters gebruikt, met uitzondering van de aspiratie aanduidende h achter medeklinkers, en met dit systeem is de uitspraak doeltreffend vastgelegd. Bij gebruik van een standaard typemachine bevat het echter teveel lastige diakritische tekens. Wij stellen daarom de volgende wijzigingen op dit systeem voor:
1. | De lange klinkers zouden aangegeven kunnen worden door verdubbeling: aa, ii, uu. Dit is echter niet ekonomisch, en levert een lelijk woordbeeld op in woorden als bhaaii ‘broer’, baaiis ‘tweeëntwintig’. Men zou ook kunnen overwegen i als i (of ie) te schrijven, en i als ie (of ié); evenzo u als oe en u als oé. Nu zou i-ie niet konsekwent zijn ten opzichte van oe-oé; bezwaar tegen ie-ié en oe-oé is dat deze schrijfwijze internationaal verwarring wekt, terwijl ié en oé ook met het oog op het Nederlands verwarrend zijn. Beter is daarom de lange klinkers aan te duiden met â, î, û wat bij het typen veel makkelijker is dan a, i, u. |
2. | De cerebrale en retroflexe medeklinkers zouden met hoofdletters weergegeven kunnen worden: T, Th, D, Dh, R en Rh (b.v. roTî ‘brood’, peR ‘boom’). Deze schrijfwijze is het makkelijkst bij gebruik van een schrijfmachine, maar heeft als bezwaar dat het voorbeeld wat onrustig wordt. Daarom
|
| |
| |
| wordt hier gekozen voor een spelling als t, th, d, dh, r en rh, waarbij het typen wel wat lastiger wordt (gebruik van de terugtoets). Deze schrijfwijze heeft wel ook het voordeel dat bij het gebruik van hoofdletters aan het begin van eigennamen en zinnen geen verwarring kan ontstaan. |
3. | Voor genasaleerde klinkers zou het teken (klinker +) m gebruikt kunnen worden (b.v. mem ‘in’). Omdat echter een spelling met n (b.v. men) inmiddels tamelijk gangbaar lijkt te zijn geworden (maar op zich beter vermeden kan worden, zie onder), wordt hier gekozen voor de schrijfwijze n, dus: men.
Hetzelfde teken n kan ook worden gebruikt voor het bovengenoemde teken ṃ (waarmee dus tekens als ṇ, n of n vermeden kunnen worden), dus: gangâ ‘Ganges’, andâ ‘ei’Ga naar eind3.. |
Overige wijzigingen:
1. | Er lijkt (ook internationaal gezien) geen dwingende reden te bestaan om v te schrijven in plaats van w, zodat hier voor de w gekozen wordt. |
2. | Zoals al opgemerkt, sluit de Sarnami spelling zich aan bij de uitspraak, en wijkt daardoor soms af van de spelling van het standaard-Hindi. Zo wordt de Sanskrit klinker r, die in het standaard-Hindi nog geschreven wordt maar uitgesproken wordt als ‘ri’), in het Sarnami als ‘ir’ uitgesproken, en ook zo geschreven, b.v. sanskirti ‘cultuur’ (st. Hi. sanskrti).
De Sanskrit combinatie jn, die zowel in standaard-Hindi als in Sarnami wordt uitgesproken als gy, wordt geschreven als gy, b.v. âgyâ ‘bevel’ (st. Hi. âjnâ). De in het standaard-Hindi niet voorkomende tweeklank oi (b.v. oisan ‘zo’) kan ook als oi geschreven worden, in overeenstemming met de tweeklank ai. De sisklanken ś en s tenslotte kunnen, voorzover ze in het Sarnami nog voorkomen, beide het best weergegeven worden met s h (b.v. bhâshâ ‘taal’, shânti ‘vrede’, st. Hi. bhâsâ, śânti), waarbij sh dan de enige uitzondering vormt op de regel dat een h achter een medeklinker een geaspireerde medeklinker aangeeft. |
| |
Verband met eerdere voorstellen
Eerdere voorstellen voor de spelling van het Sarnami zijn hierboven al in de inleiding genoemd. Inmiddels heeft ons ook vanuit Suriname het eerste nummer van het Sarnami- en Nederlandstalige blad Bhasa (december 1983) bereikt, waarin eveneens een spellingsvoorstel is opgenomen.
1. | Klinkers
- | Adhin, Marhé en Narain (1977) onderscheiden de lange klinkers niet van de korte; Huiskamp en Narain (1980) spellen de â, voorzover niet aan het eind van een woord voorkomend, als aa, en Narain (1982) als a. (In Sarnami en Hindi is de ‘a’ klank aan het woordeinde bijna altijd lang.) Hier wordt voorgesteld de lange â ook aan het woordeinde te schrijven, en de lange î en û te onderscheiden van de i en u. Wil men het Sarnami in het devanagari-schrift schrijven, dan is het voortdurend noodzakelijk korte en lange klinkers van elkaar te onderscheiden, en daartoe is het beter dit onderscheid ook konsekwent in het Romeinse schrift te maken. Ook in Bhasa worden de lange klinkers konsekwent van de korte onderscheiden (althans in het voorstel, p. 4; in de teksten wordt alleen de lange a aangegeven), maar de daar voorgestelde internationale transcriptie (a. i, u) heeft bezwaren die boven al genoemd zijn. |
- | Bezwaren tegen de ook wel toegepaste schrijfwijzen met ie en oe (zo Huiskamp, voor de korte èn lange vokalen) zijn hierboven al vermeld. |
- | Genasaleerde klinkers worden bij Huiskamp niet apart aangegeven, en bij Adhin, Marhé en Narain weergegeven met een n achter de klinker. Dit laatste systeem heeft het bezwaar dat geen onderscheid gemaakt wordt tussen de genasaleerde klinker (als in men) en de klinker + n (als
|
|
| |
| |
|
| in din ‘dag’), terwijl deze in het devanagari geheel verschillend geschreven worden. Bhasa gebruikt de tilde (a etc.) om nasalisatie aan te geven, maar dat is lastig bij gebruik van een typemachine. |
|
2. | Tweeklanken
- | In Bhasa wordt voorgesteld aw te schrijven, waar alle andere voorstellen au hebben. Een schrijfwijze aw is echter niet konsekwent tegenover het schrijven van de andere tweeklanken (ook in Bhasa) als ai en oi. |
|
3. | Medeklinkers
- | Bij Adhin, Marhé en Narain wordt de c als ch gespeld, de ch als chh. Dit heeft het bezwaar dat de h in andere medeklinkercombinaties alleen gebruikt wordt om geaspireerde medeklinkers weer te geven (met uitzondering van sh, die in het Sarnami overigens zeldzaam is), zodat het principe van de konsekwentie doorbroken wordt; bovendien gaat deze schrijfwijze in tegen het principe van de letterekonomie. De bij Huiskamp te vinden spelling met tj, tjh levert, vooral bij verdubbeling, een lelijk voorbeeld (b.v. attjha, in plaats van acchâ), en schendt eveneens het principe van letterekonomie; hetzelfde geldt voor dj, djh in plaats van j, jh. In Bhasa wordt dezelfde spelling voorgesteld als hier. |
- | Adhin, Marhé en Narain (1977, 1980) onderscheiden de cerebrale medeklinkers niet van de dentale, en de retroflexe r en rh niet van de r en rh). Hierdoor wordt de konsekwentie ten opzichte van het devanagari doorbroken, waarbij verder bedacht moet worden dat het verschil tussen deze medeklinkers ook verschil in betekenis met zich mee kan brengen: vergelijk nâtâ ‘klein’ met nâtâ ‘verwantschap’. Narain (1982) onderscheidt wel de r van de r door de retroflex weer te geven als rh (dus: perh in plaats van per ‘boom’), en geeft de cerebrale medeklinker dh weer als dhh, tegenover de dentale dh; hiertegen gelden dezelfde bezwaren als boven genoemd tegen ch in plaats van c. Huiskamp en Bhasa hanteren hetzelfde systeem als hier voorgesteld. |
- | In overeenstemming met Adhin, Marhé, Narain en Bhasa wordt hier de y gebruikt voor de ‘j’ klank van het Nederlands (b.v. yâr ‘vriend’). De door Huiskamp toegepaste spelling met j heeft het nadeel internationaal verwarrend te zijn; bovendien zou dan de ‘dj’ klank (hier met j weergegeven) als dj gespeld moeten worden, waartegen hierboven al bezwaren zijn aangevoerd. |
- | Adhin, Marhé en Narain geven de ‘w’ klank weer met v. Hiervoor lijken, ook internationaal gezien, geen dwingende redenen aanwezig, al merkt Adhin (1964: 21) wel terecht op dat de uitspraak van de Sranan w verschilt van die van het Sarnami. Huiskamp en Bhasa hanteren de spelling w. Overigens wordt de ‘w’ klank van standaard-Hindi woorden in het Sarnami vaak als ‘b’ uitgesproken (en dus ook geschreven), zoals opgemerkt door Marhé (1977: 18). |
- | Het voorstel om sh te schrijven voor ś en ṣ komt overeen met alle eerdere voorstellen. |
|
| |
Samenvatting van het voorstel
Volgens het hier geboden voorstel zullen bij het schrijven van het Sarnami de volgende symbolen gebruikt worden (in de volgorde van het devanagari-alfabet):
a â i î u û e ai o oi au |
k kh g gh (n) |
c ch j jh (n) |
t th d dh rh (n) |
t th d dh n |
| |
| |
p ph f b bh m |
y r l w |
sh s |
h |
Leesstukje, ontleend aan het blad Sarnami, derde jaargang nummer 1, waarin de hier voorgestelde spelling wordt toegepast:
Patoh
Dharam apan biyâh karjâ leke karle rahâ. Socîs kî dân-dahej jaun milî, sab milâyke î karjawâ bhar dârî. Ekar apan socal nâ hoi pâil, kâhense ekar biyâh men dân-dahej jaun milbo karal, ânkhî nâ lagal. Khutkâ chor ekar dil men narâjî paidâ hoi gail. I apne ke manâwe, narâjî nâ hatâ pâwe. Ekar sasurâr se ânâ-jânâ kamtî howat gail. I katno soce kî prem-behwâr se barâ paisâ kahân hoi sakehai, ekar dil nâ mâne. Narâjî ke jaise koi apan jîw howe lagal.
| |
De spelling van andere Surinaamse talen
Zoals al in de inleiding gesteld, is het van belang spellingsvoorstellen voor een Surinaamse taal te vergelijken met voorstellen voor andere Surinaamse talen. Daarom wordt hieronder nader ingegaan op overeenkomsten en verschillen met de spelling van het Sranan en het Surinaams Javaans.
I Sranan
Voor de spelling van het Sranan wordt hier uitgegaan van het voorstel van Seuren (1982), dat niet alleen het meest recent gepubliceerde is, maar ook de meeste aanknopingspunten biedt met de hier voorgestelde Sarnami spelling.
1. | Klinkers
- | In het Sranan komen lang uitgesproken klinkers relatief weinig voor, en ze worden in de voorgestelde spelling niet van de corresponderende korte onderscheiden, hoewel Seuren (1982: 18) op dit punt enige aarzeling toont voor die gevallen waar de rekking van de klinker niet voorspelbaar is. Mocht besloten worden deze lange klinkers toch een aparte aanduiding te geven, dan zou overeenkomst met de te kiezen Sarnami spelling wenselijk zijn.
In het Sranan is voorgesteld dubbele klinkers te gebruiken om twee opeenvolgende ‘intonatie-toppen’ weer te geven (pooti etc.). Dit is nog een reden om in het Sarnami lange klinkers niet aan te duiden door middel van een dubbele klinker. |
- | Het schrijven van u in plaats van oe komt in Sarnami en Sranan overeen. |
- | De overige klinkers leveren evenmin problemen, al moet wel worden opgemerkt dat de Sranan uitspraak van e en o verschilt van de Sarnami uitspraak. |
- | De door Seuren (1982: 37) voorgestelde schrijfwijze van genasaleerde klinkers als klinker + n op het woordeinde heeft voor het Sarnami een duidelijk nadeel, zoals hierboven uiteengezet. |
|
2. | Tweeklanken
- | Seuren (1982: 36) stelt voor Sranan voor ay, oy en aw te schrijven, waar in dit Sarnami voorstel ai, oi en au geschreven wordt. Zou in het Sarnami ay en aw geschreven worden, dan ontstaan problemen bij het schrijven in het devanagari, waar een spelling als baythal ‘zittend’ een onherkenbaar beeld zou opleveren. |
|
3. | Enkelvoudige medeklinkers
- | De hier voor het Sarnami gekozen schrijfwijze met w (in plaats van v) komt overeen met de Sranan spelling; wel verschilt de Sranan uitspraak
|
|
| |
| |
|
| van de w van de Sarnami uitspraak. |
- | Bij de overige enkelvoudige medeklinkers zijn er geen verschillen tussen Sranan en Sarnami; de keuze van de y voor de Nederlandse ‘j’ klank komt in beide overeen, en ook de uitspraak van de g. |
|
4. | Medeklinkercombinaties
- | De door Seuren (1982: 36) voorgestelde combinatie ng (b.v. nanga, tongo) komt overeen met de klank die in de wetenschappelijke transcriptie van het devanagari wordt aangegeven met n; deze klank komt ook in het Sarnami zelfstandig voor, maar heeft als uitspraakvariant van ng in dit voorstel geen apart teken gekregen.Ga naar eind4. De ng (als in Ganga, volgens het huidige voorstel gespeld als Gangâ) wordt in Seurens voorstel weergegeven met ngg (b.v. pinggo). In het Sarnami zou het schrijven van ngg problemen geven bij het schrijven in het devanagari, zodat overname van deze Sranan schrijfwijze niet wenselijk is. |
- | Omdat de beginklank van Sranan dyompo gezien wordt als een opeenvolging van twee fonemen, en niet als een enkelvoudig foneem, wordt in het Sranan gekozen voor een spelling met dy, en niet j (als in Engels ‘jump’). In die zin komt deze combinatie overeen met devanagari dy, en problemen doen zich hier niet voor. Hetzelfde geldt voor ty. |
- | Seuren (1982: 30, 31) aarzelt tussen sy of sh als weergave van de palatale s. Hierboven is gekozen voor sh, zodat deze spelling ook in het Sranan de voorkeur zou verdienen. In het Sarnami zou een spelling sy problemen leveren bij het schrijven in het devanagari. |
- | In tegenstelling tot het Sranan (Seuren, 1982: 29) kent het Sarnami wel verschil in uitspraak tussen enkele en dubbele medeklinkers middenin het woord, zodat dit onderscheid ook in spelling gemaakt wordt. |
|
II Surinaams Javaans
De spelling van het Surinaams Javaans welke wordt toegepast in het in Paramaribo gepubliceerde tijdschrift Cikal en enkele andere publikaties kan waarschijnlijk beschouwd worden als representatief voor recente visies op de spelling van deze taal. De schrijver van dit artikel kent zelf geen Javaans, en dankt hierbij mevrouw H.J. Ham en de medewerkers van de stichting Setasan voor hun hulp bij dit onderdeel.Ga naar eind5. Bij wijze van voorlopige oriëntatie kunnen de volgende punten gesignaleerd worden:
1. | Klinkers
- | Verschil tussen de uit de soort van lettergreep voorspelbare kort en lang uitgesproken klinkers wordt niet gemaakt in de spelling. Wel wordt het teken â gebruikt, maar dat duidt een ‘o’ klank ongeveer als in Nederlands ‘pot’; hier bestaat dus een wezenlijk verschil in uitspraak met de voorgestelde Sarnami â. |
- | De e wordt gebruikt als in Nederlands ‘de’; de uitspraak van de é komt ongeveer overeen met die van Sarnami e. De è komt in uitspraakovereen met Sranan è; deze klank komt in het Sarnami en Hindi alleen voor als vrije variant van de tweeklank ai, en wordt daarom in het Sarnami niet apart aangegeven. |
- | Evenals in de Sranan en Sarnami voorstellen wordt de u geschreven voor de Nederlandse ‘oe’ klank. |
|
2. | Klinkercombinaties
- | De spelling van het Surinaams Javaans omvat de combinaties au en ai, maar deze geven niet altijd tweeklanken weer, maar soms ook twee apart van elkaar uitgesproken enkelvoudige klinkers (a + u, a + i). In het Sarnami vertegenwoordigen deze combinaties altijd tweeklanken. |
|
3. | Medeklinkers
- | De letters g en w komen, globaal gesproken, overeen met de spelling van het Sarnami en Sranan. |
|
| |
| |
|
- | De letters c en j corresponderen in uitspraak met de hier voorgestelde c en j van het Sarnami. |
- | In hoeverre de uitspraak van Surinaams Javaans t en d problemen zou kunnen leveren ten opzichte van Sarnami t en d zou nader bekeken moeten worden. |
- | De n op het woordeinde geeft geen nasalering van de voorafgaande klinker weer, maar een aparte nasaal, als in Sarnami din. |
|
4. | Medeklinkercombinaties
- | De uitspraak van de combinatie ng komt overeen met die van Sranan ng (als in nanga); in tegenstelling tot het Sranan komt deze combinatie in het Surinaams Javaans ook aan het begin en einde van woorden voor. |
- | Een overeenkomst met de voorgestelde Sranan spelling is het gebruik van de combinatie ngg, aan het begin van en in het midden van woorden, waar hier voor de corresponderende klank van het Sarnami ng voorgesteld is. |
|
In het bovenstaande is een voorstel voor de spelling van het Sarnami in het Romeinse schrift gedaan dat het meest recht lijkt te doen aan de opgesomde uitgangspunten. In hoeverre dit voorstel voor gebruikers van het Sarnami aanvaardbaar is, moet nog blijken. Tegelijkertijd zijn een aantal verschillen en overeenkomsten met de spellingsvoorstellen voor Sranan en Surinaams Javaans opgemerkt. Het zou echter de pretenties van dit artikel te boven gaan om hier voorstellen te doen ook voor andere talen dan Sarnami, teneinde tot een uniforme spelling te komen. Zulke voorstellen kunnen alleen worden besproken en eventueel opgesteld in een werkgroep van specialisten van de drie betreffende talen, als men al tot een uniforme spelling zou willen komen.
| |
Literatuur
Adhin, J.H. 1964. Geromaniseerde spelling van het Sarnami Hindustani. Paramaribo, Bureau Volkslectuur |
Damsteegt, Th. 1983. De basis van het Sarnami. Lalla Rookh, 8/6: 10-16 |
Huiskamp, A.B. 1978. Soeroe se soeroe kar I. Paramaribo, Summer Institute of Linguistics |
Kishna, S. 1983. Het ontstaan van het Sarnami, in E. Charry e.a. (red.) De Talen van Suriname. Muiderberg, Dick Coutinho |
Marhé, R.M. 1977. Richtlijnen voor een verantwoorde Latijnse spelling van het Sarnami. Lalla Rookh, 2/2: 17-19 |
| |
| |
Narain, Jit 1977. Dal Bhat Chatni
1980. Hinsa-parsad, geweld loont. Den Haag
1982. Sarnami, jaargang 1 |
Seuren, P.A.M. 1982. De spelling van het Sranan. Een diskussie en een voorstel. Nijmegen, Masusa (Ook verschenen in OSO 1/1: 71-79 en 2/1: 67-81) |
| |
Naschrift
Bovenstaand artikel is begin 1984 geschreven, maar kon door verschillende omstandigheden niet eerder in OSO worden opgenomen. Inmiddels heeft in Suriname een door de minister van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur in oktober 1984 ingestelde spellingscommissie Sarnami (bestaande uit J.H. Adhin, voorzitter, S. Kishna, secretaris, en K. Bajnath, A.L. Bosch en M.A. Nabibaks, leden) een rapport aan de minister aangeboden, dat getiteld is Romaanse spelling van het Sarnámi (Paramaribo, 1 december 1984). De belangrijkste verschillen tussen het daarin vervatte spellingsvoorstel en het hierboven gedane voorstel zijn als volgt:
- | de lange klinker a wordt geschreven als á; de lange klinkers i en u worden niet onderscheiden van de korte i en u, en als i en u gespeld; |
- | genasaleerde klinkers worden weergegeven door klinker + n; |
- | de velare nasaal (n) wordt gespeld als ng; wanneer hij echter gevolgd wordt door een velare occlusief, als n (dus: range ‘kleuren’, maar: ank ‘cijfer’). Verdubbeling van de velare nasaal wordt niet weergegeven. (Zie ook noot 15 bij het artikel van J.H. Adhin in dit nummer.); |
- | de pre-palatale nasaal (n) en de retroflexe nasaal (ṇ) worden met de letter n weergegeven; |
- | de tekens f, z en kh worden gebruikt bij het schrijven van leenwoorden uit het Arabisch/Perzisch. |
Het rapport bevat een uitvoerige motivering van het voorstel, en gaat tevens in op een aantal kwesties die in bovenstaand voorstel niet aan de orde gesteld zijn (b.v. gebruik van hoofdletters en leestekens, afbreken van woorden, weergave van leen- en bastaardwoorden, standaardisatie, en noodzakelijke geachte ‘follow-up’ aktiviteiten).
Reakties op het rapport kunnen ter kennis worden gebracht van de minister van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur.
Theo Damsteegt
|
-
eind1.
- De schrijver is vooral de heren J.H. Adhin en H.D. Vruggink erkentelijk voor hun reakties.
-
eind2.
- De velare nasaal (n) komt in het Sarnami wel zelfstandig voor, maar uitsluitend als uitspraakvariant van standaard-Hindi ng, b.v. rang uitgesproken als ran. (Zie hierover ook het artikel van J.H. Adhin in dit nummer.) Deze uitspraakvariant is in dit voorstel niet met een apart teken aangeduid.
-
eind3.
- Hiertegen kan het bezwaar worden ingebracht dat nu geen verschil wordt gemaakt tussen een genasaleerde klinker (in de wetenschappelijke transcriptie weergegeven als klinker + m) en een klinker gevolgd door een medeklinkercombinatie die met een nasaal begint (klinker + m + medeklinker). Dit is echter geen ernstig bezwaar, omdat in Hindi teksten in het devanagari dit onderscheid vaak ook niet gemaakt wordt.
-
eind5.
- Zie inmiddels ook het artikel van H.D. Vruggink in dit nummer.
|