Alle zintuigen open. ‘Paravion’ van Hafid Bouazza
Juist op het moment dat Hafid Bouazza het verfoeide etiket ‘migrantenschrijver’ definitief van zich leek te hebben afgeschud met zijn complexe roman Salomon, zijn vertalingen van onder meer Shakespeares Othello, zelfs door het schrijven van een kameropera, verscheen zijn nieuwe roman Paravion, een verhaal over migratie naar verre oorden met alle gevolgen van dien voor het individu en het thuisfront. Dat lijkt misschien een vreemd manoeuvre voor iemand die zich bij herhaling tegen het label ‘migrantenschrijver’ verzet heeft, maar met Paravion bewijst Bouazza dat je over migratie kunt schrijven zonder dat je daarmee je werk automatisch inperkt tot je eigen achtergrond. Als Bouazza schrijft over migratie, dan gaat het hem niet om het registreren of vastleggen van migratie an sich, maar juist om migratie als fenomeen onder de loep te nemen. Dat heeft kennelijk ook de jury ingezien van de Gouden Uil Literatuurprijs 2004. Op 20 maart 2004 reikte zij de Gouden Uil van dat jaar uit aan Bouazza voor zijn jongste boek.
Op het eerste gezicht lijkt Paravion terug te keren naar de wereld van Bouazza's debuut De voeten van Abdullah. Een groot deel van het verhaal speelt zich af in Morea, een land dat erg Marokkaans aandoet. De mysterieuze stad Paravion die soms door de bewoners van Morea te zien is in de middagschittering, heeft wel heel veel weg van Amsterdam; door de stad stroomt een rivier die Amstel heet. Het grote verschil met Bouazza's debuut is dat in De voeten van Abdullah migratie een bijzaak is, terwijl Paravion er nadrukkelijk op inzoomt.
De roman begint met een oproep: ‘Luister’. Het lijkt echter raadzaam niet alleen de oren maar alle zintuigen open te gooien om het verhaal van Baba Baloek, zijn zoon Baba Baloek en de mannen en vrouwen van de Abqarvallei goed te kunnen ontvangen. Het verhaal begint met het vertrek van Baba Baloek naar de stad Paravion. Zijn vader is hem voorgegaan en alhoewel hij de brief van zijn vader nooit heeft gelezen, weet de zoon dat ook hij naar Paravion moet vertrekken nu er droogte heerst in de vallei. Paravion ontleent zijn naam aan de luchtpoststicker die door de thuisblijvers wordt misverstaan als de
Affiche voor de luchtverbinding België-Kongo van de Belgische luchtvaartmaatschappij Sabena, 1930.
naam van de stad. Baba Baloek wilde in stilte vertrekken, maar zo werkt het niet in het dorp en dus stappen alle mannen op hun vliegende tapijten op zoek naar welvaart. Alle vrouwen blijven zwanger achter, zo ook Baba Baloeks vrouw, Mamoerra. Zij baart een zoon, die ook Baba Baloek wordt genoemd. Alle andere vrouwen van het dorp schenken het leven aan dochters (‘De geboorte van de dochters werd niet gevierd door de moeders’, p. 41). Omdat zijn moeder in het kraambed is overleden wordt Baba Baloek opgevoed door Siamese tweelingheksen. Hij wordt geitenhoeder. Nadat hij van een mysterieus meisje zijn eerste liefdeslessen heeft ontvangen, ontpopt de door alle andere jongens van het dorp gepeste Baba Baloek zich als de liefdesknaap van de meisjes van de Abqarvallei. Een periode van voorspoed en vrijheid breekt aan.
Ondertussen hangen de mannen in Paravion wat rond in hun theehuis, vreemdelingen in een vreemd land. Sommigen van hen proberen de verveling en hun nostalgische verlangens te verdrijven door het aan te leggen met de vrouwen van Paravion maar dat is geen succes. Met de naderende winter en het morele verval dat als een besmettelijke ziekte ook on-