Ons Erfdeel. Jaargang 27

De Franse Nederlanden: actualiteiten.

Culturele informatie:

Een conventie van juni 1982 tussen de Franse staat en de regio, ondertekend door de Minister van Cultuur Jack Lang en de voorzitter van de Conseil Régional Noël Josèphe, onderschreef de culturele decentralisatiepolitiek die Pierre Mauroy sedert jaren in de regio had nagestreefd en bood haar nog meer materiële armslag. De toneelwereld onderging een grondige structuurwijziging. Door uitsplitsing in Opéra, Atelier d'Art Lyrique en Ballet werd binnen de ‘Opéra du Nord’ aan duidelijke profilering gedaan. Het Orchestre Philharmonique van Rijsel kreeg een duidelijk statuut. Andere instellingen, organisaties en manifestaties deelden in de luister... De euforie was evenwel van korte duur. Bij het begin van 1983 bleek al hoe broos dat cultureel amalgaam van het Ministerie van Cultuur, de Conseil Régional en de gemeentelijke overheden met de sector van de culturele animatie wel was. De beloofde financiële middelen bleken plots niet meer voorhanden te zijn. Voor vele culturele instellingen in het Noorden-Nauw-van-Kales zijn de problemen sindsdien niet

[p. 786]

van de lucht geweest. Dat gold ook voor het Orchestre Philharmonique van Rijsel, maar hier is nu wel enige verandering in gekomen. Zeventien ondernemingen uit de regio - en niet de eerste de beste - hebben L'association régionale Nord-Pas-de-Calais pour le mécénat opgericht met de bedoeling het orkest financieel en materieel te steunen in zijn streven om het imago van het Noorden-Nauw-van-Kales in Frankrijk zelf en in het buitenland uit te dragen. Deze verregaande vorm van sponsoring door de industrie is een duidelijke vingerwijzing van de cultuurpolitiek - een politiek die deerlijk tekort schiet - die door de officiële instanties wordt gevoerd. Het voorbeeld van het orkest van Rijsel moge de beleidsmensen te lande en elders ertoe aanzetten hun houding ten aanzien van de cultuur dringend te herzien en het belang ervan voor de hele maatschappij in al haar aspecten opnieuw te gaan beseffen.

Van 15 oktober tot 6 december 1984 wordt het 13e Festival van Rijsel georganiseerd. Omdat het audio-visuele aspect in onze maatschappij een steeds grotere impact krijgt, vonden de organisatoren het ogenblik geschikt om de eeuwige en universele band tussen muziek, beeld en woord extra te belichten en de festivalgangers in de wereld van de droom en de verbeelding voor te leiden. Dit alles verklaart het thema van dit jaar nl. ‘II était une fois... musique, images, paroles’ en de prachtige maar intrigerende affiche met de januskop die het verleden en de toekomst symboliseert. Naast Rijsel doet het festival ook Atrecht, Kales, Hénin-Beaumont, Faches-Thumesnil, La Madeleine, Marcqen-Baroeul, Robeke, Toerkonje en Villeneuve-d'Ascq aan. Het programma is sterk gediversifieerd: concert, opera, toneel, dans, jazz, traditionele kunst. Voor méér inlichtingen: 17, Quai du Wault, F-59800 Rijsel.

Publikaties:

In het 6e jaarboek van de Vereniging/Stichting Zannekin vinden we interessante artikelen rond de figuren van Willem van Oranje, van Filips van Marnix van Sint-Aldegonde, de stuwende kracht achter Oranje en van de geuzenaanvoerder Diederik Snoey. Ward Corsmit geeft enkele kritische bedenkingen bij een aantal fragmenten die in het toneelstuk De zedighe doot van Carel den Vijfden van Michiel de Swaen naar Willem van Oranje verwijzen. Dr. Yvo Peeters schrijft een artikel over de gevaren die de Vlaamse architectuur in Noord-Frankrijk bedreigen. Het jaarboek brengt ook de vertaling van een artikel van J.M. Gantois dat in 1938 in Le Lion de Flandre verscheen en over Sint-Godelieve handelde. Andere artikelen behandelen aspecten in de Nederlandse gebieden die binnen de politieke invloedssfeer van Duitsland zijn geraakt. Er wordt besloten met een kroniek en een rubriek boekbesprekingen.

Luc Verhaeghe

Jaarboek 6, 1984 is een uitgave van de Vereniging/Stichting Zannekin, leper/Mijdrecht, 144 p.