Intro-dans verdient Prijs van de Kritiek.
Jaarlijks kent de Kring van Nederlandse Theatercritici aan het eind van het theaterseizoen een onderscheiding toe: de Prijs van de Kritiek. In principe is deze prijs vooral bedoeld voor opmerkelijke verrichtingen met een vernieuwende impuls. Toch kan niet uit de toegekende prijzen worden opgemaakt, dat binnen de Nederlandse theaterkunst het toneel een periode van flauwte doormaakt en de dans juist een ongekende groei laat zien. Tien jaar geleden is de succesvolle choreograaf Hans van Manen voor het eerst als een vertegenwoordiger van de dans onderscheiden. Het heeft voor de ingewijden misschien wat lang geduurd, maar dit jaar is door de Kring van Nederlandse Theatercritici de prijs toegekend aan Intro-dans, een klein maar actief dansgezelschap uit Arnhem.
Intro-dans geeft zowel voorstellingen in kleine provincieplaatsen als in de grote centra van de randstad, en met een vanzelfsprekend gemak. Deze flexibele houding dankt het gezelschap aan de geleidelijke groei - tegen de verdrukking in - die de dansgroep onder leiding van Ton Wiggers en Hans Focking heeft doorgemaakt.
Als een educatieve dansgroep voor Oost-Nederland werkt het gezelschap van 1971 tot 1978 onder de naam Studio LP, met in de taakstelling het geven van educatie naast het presenteren van theatervoorstellingen. Voor de theaterprodukties van het gezelschap is het Arnhemse Theater aan de Rijn de thuisbasis. Voor het educatieve werk, in de vorm van soms wel honderd schoolvoorstellingen en demonstraties per seizoen, richt de groep zich vooral op de provincies Gelderland en Overijssel. De leerlingen maken bij die voorstellingen spelenderwijs kennis met dans, als onderdeel van thematische programma's, gericht op de interesse-sfeer van de jeugd. Dit streven, het algemeen geaccepteerd maken van de dans als kunstuiting, krijgt steeds meer positieve respons en de groep verwerft zich mede hierdoor bestaansrecht.
Aanvankelijk is dit werk ongesubsidieerd, wat betekent dat er ‘produktie’ moet worden gemaakt om van inkomsten verzekerd te zijn. Wanneer er bij de overheid aan de bel wordt getrokken, eerst in 1976 en later weer in 1979, omdat de dansers overbelast dreigen te raken, komt die waardering concreet tot uiting in subsidie van gemeenten, provincies en het rijk. Dank zij deze steun kan de groep, inmiddels opererend onder de naam Intro-dans, na 1981 uitgroeien tot een kleine dansgroep met een heel eigen artistiek gezicht binnen de Nederlandse danswereld.
Wat zeker niet voor elk ander Nederlands gezelschap opgaat, dansers en choreografen van eigen bodem bepalen het gezicht van Intro-dans. Zowel gevestigde choreografen (Nils Christe, Hans Tuerlings) als talenten in ontwikkeling (Ed Wubbe, Jan Linkens, Hlif Svavarsdottir) maken werk voor het gezelschap. Het stimuleren en begeleiden van nieuw, nog pril choreografisch talent heeft ook een nadrukkelijke plaats in het beleid van Intro-dans. Er is jaarlijks een workshop, bedoeld om beginnende choreografen op