Ger Verrips (o1928).
toegevoegd. Een van de drie hoofdpersonages, Victor, is toneelschrijver: hij worstelt met het probleem of hij van zijn laatste project een drama of een komedie zal maken. Ook
De blauwe bruid zwalkt tussen komedie en drama. Hierdoor ontstaat een spanning, die heel gunstig is voor de atmosfeer van de roman. Die spanning ondersteunt en oontroleert tegelijk de passie die de personages drijft: hun gevoelsleven, hun relaties, hun ambities. Voeg daaraan toe, Gerrips opmerkelijke flair voor dialogen en introspectie; zijn gevoel voor compositie en voor aankleding van zijn romandecor. Het doet het er allemaal best genietbaar uitzien.
De blauwe bruid is handig geconstrueerd op een stramien van zeven afwisselende hoofdstukken, waarbij drie levenslijnen elkaar vrij verrassend kruisen. Er is Victor, de toneelschrijver van middelbare leeftijd. Zijn vrouw is blijkbaar met niets tevreden of gelukkig, maar klampt zich toch aan hem vast. Dus houdt hij er een jongere vriendin op na, Nita, die hij hoofdzakelijk op werkreizen ontmoet. Nita komt, als journaliste, in contact met Jos, een communist die met zijn partijleiding gebroken heeft en om die reden ook door zijn vrouw uit huis is gezet. Nita moest hem een studie over Nazi-Duitsland terugbezorgen die hij haar weekblad aangeboden had. Zelf is zij gescheiden en verloor haar kind toen het een val uit een raam maakte. Ze leeft sindsdien alleen, vol schuldgevoelens.
In het centrale hoofdstuk van De blauwe bruid brengt Verrips deze personages samen. Jos en Victor blijken jeugdvrienden te zijn. Het geeft het boek een tweede start. Het stimuleert immers niet alleen de personages in hun eigen ontwikkeling. Ze helpen ook elkaar de richting uit die hun leven voor hun vastgelegd heeft. Nita zal na een voorzichtige zelfmoordpoging langzaam haar sereniteit terugvinden. Jos zal in Frankrijk omkomen met de wagen die hij van Victor geleend heeft. Victor kiest noodgedwongen voor de zekerheid en relatieve rust van zijn ongelukkige huwelijk, omdat hij daarin als schrijver, en dus als waarnemer, veeleer dan als handelende persoon, het best gedijt.
Victor is de streber, Jos de verliezer, Nita het slachtoffer. Het komt nauwelijks bij Victor op dat zijn vrouw zich door zijn ambitie als toneelschrijver volslagen verwaarloosd voelt. Hij hoort alleen haar gezeur. Maar hij is te besluiteloos om met Nita opnieuw te beginnen. Het zou betekenen, dat hij heel veel in iets moet investeren, terwijl zijn werk eigenlijk voorrang heeft. Het stuk waaraan hij werkt zou hem echter veel over zichzelf moeten leren. Dat hij dat niet doet, klasseert hem bij de typische mannen van de samenleving. Hij schrijft een dialoog tussen een man en een vrouw, die een totale afwezigheid van contact verraadt. Maar hij voert die dialoog niet zelf met zijn vrouw; zo schrijft hij de verrechtvaardiging van een onmachtige, en huichelt hij voorts ook tegen Nita. ‘Uiteindelijk moest zijn keus worden bepaald door wat hem in zijn werk het meest vooruit zou kunnen helpen. Misschien moest ook deze God door vasten, door onthoudingen worden gediend. Waarschijnlijk was het het beste de man te scheiden van de schrijver en twee levens te leiden’. (p. 104)
Jos, een heel integer iemand, zit met een teveel aan zin voor rechtvaardigheid. Daarom brak hij met de partijleiding, die hem als een verrader behandelt. Als rationeel wezen loopt hij te pletter tegen dat blindelingse aanhangen van de doctrine en tegen dat samenhorigheidsgevoel. Als anti-held is hij gedoemd om ten onder te gaan. Maar hij heeft een daad gesteld. Toch verwijt Nita hem dat hij met zijn obsessie voor eerlijkheid zijn eigen leven en zijn huwelijk op de tweede plaats zette. ‘Als ik jou zo hoor krijg ik de indruk dat jullie typisch zo'n stel zijn dat altijd druk bezig is met problemen waar anderen voor staan of voor zouden kunnen staan, maar nauwelijks de tijd neemt voor de problemen van zichzelf’. (p. 128) Nita heeft het meeste doorzicht in haar situatie. Zij staat het verst in de verwerking van haar persoonlijke tragiek, die reëel is: het verlies van haar kind. Maar het was het lot van een vrouw, dat haar de schuld op zich deed nemen. ‘Ik zou mijn man nooit zo hebben behandeld als hij mij! Nooit! Als hij zijn zin niet kreeg of als hem buiten huis iets tegenzat, maakte hij mij daarvan de dupe. Ik had dat al veel eerder niet meer van hem moeten accepteren!’. (p. 146)
Existentieel gezien staat iedereen alleen voor zijn problemen, dat is de conclusie. De blauwe bruid is het boek van een schrijver met levenservaring, geen modieus boek. Toch is het als roman ook up-to-date. Niet zozeer omdat hij goed gedocumenteerd is, maar omdat hij niet de verkeerde accenten heeft gelegd. Verrips heeft zich onbevooroordeeld opgesteld tegenover zijn romanfiguren, en dat creëert een intense spanning. Spanning bijvoorbeeld, of de mannen in De blauwe bruid zullen ontdekken hoe zelfingenomen ze wel zijn. De man uit Victors toneelstuk, die zich stotterend tegenover zijn vrouw probeert te verantwoorden drukt