Publikaties
Een biografie over Anton van Duinkerken.
Voor de jongere generatie betekent Van Duinkerken niets. Dat schrijft Theo Kroon in de inleiding van zijn biografie over Anton van Duinkerken. Dit is inderdaad juist, maar het is wel de vraag of dit boek hieraan iets zal veranderen. Kroon verzamelt de getuigenissen van mensen die Van Duinkerken van dichtbij hebben gekend, maar verder dan het op een rijtje zetten van een aantal feiten komt hij niet. Hij geeft nergens aan waar Van Duinkerken interessant zou kunnen zijn voor de jonge generatie. Na lectuur van deze biografie lijken mij de geschri ften en ideeën van Van Duinkerken inderdaad erg tijdsgebonden, maar is de figuur misschien wel interessant voor hen die de geschiedenis van de jaren dertig willen bestuderen en dan vooral die van de Nederlandse katholieken in deze periode. Het is echter de vraag of met deze conclusie Van Duinkerken geen onrecht wordt gedaan.
Willem J.M.A. Asselbergs werd geboren in 1903 te Bergen op Zoom. Al van jongsaf aan toonde hij een grote belangstelling voor literatuur. Oorspronkelijk las hij vooral Franse auteurs, maar hij bewonderde ook H. Schaepman en Guido Gezelle. Later bij de aanvaarding van zijn professoraat in Nijmegen hield hij een rede Vijftig jaar na Schaepmans dood. Asselbergs wou priester worden en ging naar het kleinseminarie. Maar lang hield hij het daar niet uit, want hij wilde missionaris worden en dáár werd hij opgeleid tot priester van het bisdom Breda. Rond 1920 begon Asselbergs onder allerlei pseudoniemen gedichten te publiceren. Deze gedichten waren van vooral godsdienstige aard.
Asselbergs trad in als novice bij de paters Scheutisten te Scheut (België). Hij bleef er nauwelijks een jaar. Later probeerde hij het nog in het groot-seminarie. Hij bleek een briljant student, maar voltooide geen enkele studie en behaalde geen enkel diploma. ‘Hij verwierf zijn wetenschappelijke vorming niet op de veiligste en meest gebruikelijke manier’, zoals De Tijd schreef bij zijn aanstelling tot hoogleraar in Nijmegen. Asselbergs verliet het seminarie eigenlijk tengevolge van een publikatieverbod dat hem was opgelegd. De seminarist Willem Asselbergs werd de schrijver-dichter Anton van Duinkerken.
Langzamerhand werd Van Duinkerken een van de meest vooraanstaande katholieke publicisten van Nederland. Hij was lid van de redactie van het katholieke blad De Gemeenschap en van De Tijd. Hij bleef in deze periode een resoluut verdediger van de democratie en botste daardoor met de propagandisten van de ‘nieuwe orde’. In de Spaanse burgeroorlog koos hij openlijk de zijde van de republiek tegen Franco. Hij was ook een hevig tegenstander van de nazi's. Hij stond aan het begin van het ‘links katholicisme’. Door de traditionele roomsen werd hij te vrijzinnig gevonden maar voor de jonge katholieke intellectuelen werd hij een idool. Bekend is zijn Ballade van den katholiek, dat een antwoord was op een aanval op zijn persoon, door A. Mussert, leider van de Nationaal Socialistische Beweging. Het is de belangrijkste periode uit het leven van Van Duinkerken. Hij was een autoriteit die veel jonge katholieken beïnvloedde. Hij is dit ook tijdens de oorlog consequent gebleven. Zo was hij de enige die voor De Gids een in memoriam over Menno ter Braak durfde te schrijven. Hij sprak ook ondubbelzinnig zijn afkeer uit over Hitler. Daarvoor werd hij in het begin van de oorlog geïnterneerd in een gijzelaarskamp, maar hij werd eind 1942 weer vrijgelaten. Uit deze periode stamt zijn bekende gedicht De wuivende.
Na de oorlog werd Van Duinkerken lid van de PvdA. Later zal