Ons Erfdeel. Jaargang 27
(1984)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 619]
| |
FilmFilmische hartstochten.Op het einde van de jaren zestig beschikte de BRT over een televisieprogramma met internationale faam: De andere film. Dit programma was het werk van de Vlaming Eric de Kuyper, die de toenmalige avantgardistische film - o.m. R.W. Fassbinder en de jonge Duitse film - introduceerde. Geen Europese tv-zender haalde op filmgebied een dergelijk niveau.
Na twaalf jaar werk ais producer bij de BRT ging De Kuyper in Parijs promoveren met zijn proefschrift Pour une sémiotique spectaculaire. Omdat Nederland hem heel wat meer mogelijkheden bood dan Vlaanderen, vertrok hij in 1978 naar Nijmegen, waar hij sindsdien aan de universiteit filmtheorie doceert. Vlaanderen verloor daardoor - opnieuw - een van zijn talentrijkste figuren. Inmiddels is van een ‘andere film’ op het BRT-scherm nauwelijks nog iets te merken.
Als redacteur van de filmtijdschriften Skrien en Versus verwierf De Kuyper bekendheid in Nederland. In 1983 realiseerde hij bovendien de opmerkeljke film Casta Diva, een film ‘over mannen zoals je ze in de fictiefilm nooit ziet’ en het jaar daarop Naughty Boys, een originele hommage aan de Amerikaanse musical.Ga naar eindnoot(1) Eveneens in 1984 verscheen van Eric de Kuyper Filmische hartstochten, een in het Nederlandstalige gebied opmerkelijk filmboek.
In dit werk analyseert de auteur op verschillende vlakken de amoureuze trajecten, ‘hartstochten’ genoemd, die in de klassieke Hollywoodfilm van de jaren dertig, veertig en vijftig afgelegd worden. Zijn analyse baseert hij op de Freudiaanse psychoanalyse, de semiotiek (cfr. het door hem gepropageerde werk van Christian Metz)Ga naar eindnoot(2) en vooral in het eerste deel op Roland Barthes' Fragments d'un discours amoureux, dat ook de lay-out van het boek beïnvloedde.
In dit eerste deel gaat De Kuyper na hoe in de Hollywoodfilm de vrijgezel, het eenzame subject - ‘een labiele factor in de sociale mythologie’ - verantwoord dient te worden, hoe het traditionele man-vrouw rollenpatroon in het amoureuze discours vooral bevestigd en soms doorbroken wordt, welke rol tijd en ruimte in deze liefdesverhalen spelen en hoe de flash-back als amoureuze herinnering functioneert.
De auteur illustreert zijn theoretische beschouwingen voortdurend met verwijzingen naar talrijke films uit de bestudeerde periode. Bijzonder revelerend is de wijze waarop hij ingaat op films als Casablanca (M. Curtiz, 1942), waarmee hij Morocco (J. von Sternberg, 1952) vergelijkt. Dergelijke films, evenals die van Douglas Sirk en vooral die van N. Ray komen uitvoerig ter sprake, omdat De Kuyper geïntrigeerd blijkt door de manier waarop deze cineasten, onder wie ook Hitchcock, in de toenmalige beperkingen van het liefdesverhaal de grenzen aftastten van wat socio-cultureel werd getolereerd. In het sterk genormeerde systeem van de klassieke love story zijn het die grote cineasten die op inventieve wijze gespeeld hebben met de beperkende gegevens van het genre.
Dit laatste maakt het tweede deel uit van Filmische hartstochten, met name de twee hoofdstukken: Sociokulturele en filmische beperkingen en Het onmogelijke verhaal.
Zoals Eric de Kuyper het in zijn inleiding stelt, gaat het in zijn studie over het leven en film, immers ‘de filmische amoureuze emoties vertellen ons iets over amoureuze gevoelens’. De toeschouwer leeft met deze emoties op het doek mee omdat hij ze ‘kent, herkent en erkent’. Daardoor komt het dat dit boek niet alleen de in filmtheorieën geïnteresseerde lezer zal boeien, maar ook iedereen die belangstelling koestert voor de vaak onderbewuste aspecten van onze heteroseksuele relaties.
Wim de Poorter E. de Kuyper, Filmische hartstochten, Wereldvenster, Weesp - Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 1984, 152 p. |
|