Europa, Europa.
Brugsma is de zeer bekende columnist van de Haagse Post en het is evenzeer bekend dat zijn ideeën over Europa, de vredesbeweging, het defensievraagstuk niet door iedereen geapprecieerd worden. Waarschijnlijk zal zijn boek Europa, Europa de voor- en tegenstanders nog duidelijker indelen. Want provocerend zijn Brugsma's ideeën zeker.
Het boek is een samenvatting van de filosofie die Brugsma al jaren aanhangt: er moet gestreefd worden naar een eenmaking van Europa, naar een europeanisering van Europa, naar een eigen onafhankelijkheid, los van de twee supermachten. Het is vooral vanuit de levenservaring van Brugsma zelf, dat dit idee ontstaat. Getrouwd met een Poolse vrouw heeft hij een heel eigen beeld van de situatie in Oost-Europa. Hij beschouwt Polen niet zozeer als een lid van het Warschaupakt, dan wel als een eigen staat, met een eigen identiteit, maar ook als een volk met een Europees karakter. Als er naar een eenwording van Europa gestreefd wordt, dan heeft het volgens Brugsma helemaal geen zin alleen de West-Europese landen daarin te betrekken. Jalta heeft er immers voor gezorgd dat er een artificiële indeling van Europa ontstaan is. Die kunstmatigheid wordt het sterkst gevoeld bij de opdeling van Duitsland. En Duitsland is een kernwoord in het denken van Brugsma: het land dat hij lief heeft, het land dat Europese leiders met allure voortgebracht heeft, maar ook het land dat hem tijdens de Tweede Wereldoorlog de ultieme vernedering van het concentratiekamp niet heeft bespaard. Maar na het kamp bleek zijn hoop op een nieuw Europa bedrog: het werelddeel werd door de twee grootmachten verpacht. Elk kreeg zijn deel. West-Europa verdween onder Marshall-hulp en de atoomparaplu van de Verenigde Staten: het werd het Amerikaanse ‘vliegdekschip Europa’. En Oost-Europa verdween op zijn beurt onder de druk van Stalin, en de Hongaarse, Tsjechische en Poolse onderwerping bevestigden dat niets kon veranderen.
Brugsma's boek is één groot pleidooi voor ‘een ongedeeld Europa van de Boeg tot aan de Atlantische Oceaan, van de Noordkaap tot Gibraltar’ (p. 139). Een mooie droom van onafhankelijkheid en van economische zelfstandigheid, met een eigen defensie. Maar de kern van het probleem is juist die defensie: Europa bevindt zich in een noodlottige situatie. Het is gijzelaar van de grootmachten geworden in plaats van beschermde vluchteling. En dat kan alleen veranderen als Europa zich van hen losmaakt en op zoek gaat naar een verdedigingssysteem dat niet gebaseerd is op collectieve zelfmoord. Een eigen defensie naar het Zwitserse model stelt Brugsma voorop, hoezeer hij zich ook bewust is van het (mogelijk) idealisti-