een expositie over ‘Emmanuel Hiel en Benoit’. Over de figuur Benoit worden lezingen gehouden in Antwerpen, Brussel, Kortrijk, Harelbeke, Izegem. Harelbeke doet als geboortestad iets extra's o.a. een Benoitstoet (16 september), een compositiewedstrijd, een projectenwedstrijd voor de jeugd, e.a. Jan Decadt componeerde speciaal voor Harelbeke een concertmars Benoit 150. Er is intussen een prachtige platencassette in de handel gekomen met Benoits Sonate in Ges en de integrale Balladen en Vertelsels uitgevoerd door pianist Jozef de Beenhouwer. Ook Frederik Gevers heeft een pianoplaat in voorbereiding en er is zelfs sprake van een compact-disc met Benoits concerto's. Ook de BRT bleef niet afzijdig in dit herdenkingsjaar. Er werd of wordt meegewerkt aan verschillende concerten, met Lucifer als belangrijkste werk, er werden nieuwe opnamen gerealiseerd, en in het voorjaar was op BRT III al een reeks van 15 uitzendingen geprogrammeerd over Benoit, een serie die vanaf half-september opnieuw wordt uitgezonden. Om dit overzichtje van de Benoit-herdenkingen te vervolledigen moet nog worden vermeld dat in de loop van het jaar nog een aantal publikaties over Benoit zullen verschijnen bij o.a. de Stichting Mercator, de Kredietbank en de BRT.
Dat een dergelijke grootscheepse herdenking tal van positieve kanten heeft, ligt voor de hand. Dat de jongere generaties hiermee uitgebreid kans krijgen om Benoit te leren kennen in al zijn aspecten van ‘Vlaamse voorvechter’ en van componist is zeer waardevol. De tijd van het superromantisch ‘hoeraflamigantisme’ waarin Benoit en zijn liederen haast als mythe werden misbruikt, lijkt mij voorbij te zijn. Vandaar dat dit herdenkingsjaar de kansen biedt tot een nuchtere evaluatie van de verwezenlijkingen van Benoit op alle terreinen waar hij actief was. Daaruit mag blijken dat hij inderdaad terecht werd gehuldigd als een uitzonderlijk figuur in de culturele ontwikkeling van de vorige eeuw en dat hij als componist met een aanzienlijk deel uit zijn oeuvre tot de belangrijke persoonlijkheden van het negentiende-eeuwse romantisch-realisme en van het artistiek nationalisme moet worden gerekend. Bij het Benoitfonds wordt intussen vooral de hoop uitgedrukt dat de grote belangstelling die Benoit dit jaar ten deel valt het begin zou mogen zijn van een blijvende algemeen verspreide herwaardering. Om dit ook praktisch waar te maken is het fonds nu al bezig met het realiseren van nieuw partituurmateriaal van De Rubenscantate, wat een zware financiële inspanning vereist.
Om Arthur Meulemans te herdenken werd een ‘Stichting Arthur Meulemans-jaar’ opgericht die een aantal manifestaties organiseert met als centrum zijn geboortestad Aarschot. De onderwerpen van die viering zijn ongeveer gelijklopend met de Benoit-herdenking. Allereerst zijn er een aantal concerten met o.a. liederen, pianomuziek, koorwerk, een concert door de Muziekkapel van de Gidsen en uitvoering van twee koorwerken, namelijk het oratorium Sacrum Mysterium (8 juni) en de Missa Exaudi Nos (23 december). Er zijn een aantal voordrachten gepland over het leven en werk van Meulemans. In november wordt een Meulemans-postzegel uitgegeven en van 10 tot 26 augustus is er in Aarschot een Meulemanstentoonstelling. BRT III werkt mee door de organisatie en opname van het genoemde Sacrum Mysterium en tijdens de maanden oktober, november, december, wordt een speciale reeks herdenkingsprogramma's over het werk van Meulemans uitgezonden. Dit Meulemansjaar komt eveneens op tijd. Want hoewel Meulemans met zijn 15 symfonieën, 40 symfonische gedichten, 25 concerto's, 3 opera's en honderden liederen, wellicht één van de meest produktieve componisten was van zijn generatie, is dit werk niet algemeen bekend of regelmatig uitgevoerd. Meulemans betekent echter een wezenlijke schakel in de stijlevoluties uit de eerste helft van de twintigste eeuw. Zijn werk draagt duidelijk de sporen van de harmonische problemen die de muziek op dat ogenblik zo sterk beroerden. Daarbij voegde hij een wat strakkere gevoelslyriek die zich losmaakte van de pathos of sentimentaliteit van de vorige generaties.
Verjaren op zich is geen kunst, maar naar aanleiding daarvan veelvuldig uitgevoerd worden, is voor beide componisten en voor de blijvende evaluatie van het eigen muzikaal verleden een zeer waardevol element.
Hendrik Willaert