koelkast, de wastafel en de kleerkast die toegang geeft tot de slaapkamer van Froth. Later in het stuk ligt de kleerkast plat op de vloer zodat ze het graf is waaruit koning Froth kan opstaan. Een trapje volstaat als koningstroon. In het midden van het doek achteraan wordt een strook uitgespaard waardoor een nieuwe ruimte gecreëerd kan worden voor de scènes met de wachters en met de vissers.
Op die manier wordt het stuk uiteraard uit zijn oorspronkelijk romantisch kader gelicht. Hedendaagse toetsen dienen soms als ironische prik of om de actie grotere relevantie te geven. Zo laat men de zanger Ivann Lendersen tijdens het slotfeest met enkele smartlapjes de valse schijn van de decadente hofwereld illustreren. En Ingel zelf zingt als een soort toneelreflectie van de moord het bekende Macky Messer uit Brechts Driestuiversopera.
De tegenstelling tussen de harde, eerlijke Noorderling en de decadente, zuiderse sfeer en mentaliteit wordt in deze produktie nog verscherpt. De zegging van Saemund (Mark Steemans) is vloeiend, verleidelijk, zangerig zelfs. In Starkadds mond worden Hegenscheidts verzen opzettelijk verbrokkeld in een staccato-ritme. Bert van Tichelen overdrijft trouwens met het plots uitschreeuwen van bepaalde frases. Ook in de kostumering wordt de genoemde tegenstelling onderstreept. Saemund draagt een nauwsluitend pak. Helga is getooid in een helgele, verleidelijke jurk met een pelsen sjaaltje. Het kostuum van Froth daarentegen is ruw-primitief. Als Starkadd van zijn zegetocht tegen de Friezen terugkeert is hij geheel in het wit gekleed. Zijn uitrusting lijkt wat op die van een visser, maar heeft ook militaire trekken. Ook heeft hij een heel lang wit vaandel bij zich dat hij op de troon van de vermoorde Froth zal leggen. Zo is hij een soort engel die deze wereld zal zuiveren van het kwaad. Als Starkadd aan het slot de zee als bruid kiest en Helga en de koningskroon afwijst, kleedt hij zich uit, met de rug naar het publiek, om naakt te verdwijnen in de middenstrook van het doek.
De karakterisering van de personages in Starkadd is niet erg genuanceerd. Dat is een moeilijkheid die in de produktie niet opgelost kon worden. Soms werden de personages zelfs nog verder gesimplificeerd. In de harde, brutale interpretatie van de rol van Starkadd door Bert van Tichelen gaat het meditatieve aspect van de dichtersfiguur totaal verloren. Uit de mond van dit krijgerstype klinken de volgende hamletiaanse woorden irreëel:
Want, of het nog zoo pijnlijk was, ik minde
Dat wroeten in mijn eigen leege borst.
Ik staarde in de opgewoelde zee en voelde
Mij half wellustig op en neer gaan met
De kiel die, stijgrend, door de baren boorde.
'k Was weggezonken in een stomp nietdenken;
Saemund is de gladde, opportunistische intrigant, een rol die overtuigend vertolkt wordt door Mark Steemans. Opvallend is hoe hij tijdens de slotscènes, wanneer iedereen er geslagen en lusteloos bijzit door handgeklap en aanmoedigingen toch animo in het feestje tracht te brengen.
Dries Wieme als koning Froth speelt eerder realistisch. Wanneer hij, in zijn onderhemdje, uit het graf opstaat, neemt hij een alledaagse, bijna achteloze houding aan. Zo gaat ook hij zich sceptisch opstellen tegenover Starkadds idealisme of grootspraak.
Pol Dehert en Herman Gilis hebben de tekst vaak op boeiende wijze gestalte gegeven. Effectieve groeperingen op het toneel onderstrepen het dramatisch gebeuren. Tijdens de beginscène waarin de intrigant Saemund de zoon van Froth tot vadermoord wil overhalen, is hij de hele tijd bezig met het plaatsen van stoelen in rijen voor de vergadering van de koning en zijn hof. Terwijl Froth de aanwezigen toespreekt komt Ingel plots binnen en verstoort zo de plechtigheid. Even wil zijn vrouw Hilde (Carmen Jonckheere) hem met een handgebaar tot rust brengen, maar hij gaat achteraan zitten met de rug naar het gezelschap gekeerd. Als dan de verbale confronatie tussen Starkadd en Ingel losbarst, staan de aanwezigen op en deinzen achteruit: de orde is totaal verstoord. Deze hele scène wordt zo een visueel symbool voor de actie die zich aankondigt.
De keuze van Starkadd door het Arca-gezelschap was een stoutmoedige gok. Dank zij de verbeeldingskracht en de serieuze tekstbehandeling van de regisseurs blijft het drama sterk overeind staan en geeft het aanleiding tot levend theater.
Jozef de Vos