Greta Seghers (o1942).
De titel is deels ontleend aan Kierkegaard. ‘Misverstand’ is de bestaanscategorie van onmededeelzaamheid, het onvermogen met anderen te delen wat er binnen in een mens leeft. Het gevolg is lijden, een speciale vorm daarvan is ontregeling. Ontregeling kan zich in vele vormen uiten. In deze roman vooral fysiek: de hoofdpersoon Gerda Selleslaghs lijdt aan een ontregeling van haar stofwisseling: suikerziekte, en haar intiemste vriendin lijdt aan de definitieve ontregeling van deze tijd die kanker heet.
Ontregeling en Misverstand is een familiekroniek, voornamelijk geschreven vanuit de herinneringen en ontdekkingen over het verleden van Gerda Selleslaghs. Dit personage is lerares geschiedenis, maar gelooft niet in haar vak, noch in het lesgeven. Getrouwd met een aardige man, wil ze geen kinderen omdat ze twijfelt aan de leefbaarheid van haar tijd en van haarzelf.
Bij het begin van de roman is ze uit dat huwelijk en dat docentenbestaan weggevlucht. ‘In wankel evenwicht zat ze op haar valiesje, haar lichtbruin stijfledederen kostschoolvaliesje, met binnenin de kalligrafische hoofdletters, een beetje zwart uitgelopen in de grofkorrelige structuur van de bekledingsstof. Samen vormden ze de naam Selleslaghs, fixeerden ze straat en huis van haar jeugd, het dorp dat ze nooit zonder weemoed had kunnen verlaten, zelfs niet voor korte tijd. Zo, met kin in handpalm, onbewust een geemancipeerde parodie van De Denker van Rodin afleverend, terwijl ondertussen auto's in een osmose van een onduidbare kleur aan haar voorbijflitsten, vond Gerda het een veeg teken, het teken aan de wand, een laatste oordeel over haar familie, en ze raakte er niet over uitgedacht over uitgegruwd’. (7)
Zij vlucht naar Antwerpen, brengt daar zeven dagen door. Hoogtepunt van haar zevendaagse veldtocht zijn een bezoek aan het Rubenshuis, het feministische vrouwenhuis, en een verblijf bij de feministe Mina die een weggelopen non is met dezelfde naam als de non uit haar familie. Door dit soort details wordt de hele tocht een afrekening met haar familie, haar verleden. In de zeven dagen zeven hoofdstukken, komen al die familieleden aan de beurt. Zij zijn Gerda's wortels, zij schrijft ze af in een schrijftherapie, via het afschrijven herkent ze hun aandeel in haar eigen wezen. Pas als dat gebeurd is, kan ze teruggaan en misschien zelf kinderen krijgen. Er verschijnen heel veel van dit soort romans nu: zoektochten naar eigen wortels. Jaren geleden begon dat al, maar toen nog niet als zodanig herkend, met de magistrale romans van Monika van Paemel, Marguerite b.v. In hetzelfde jaar als waarin Ontregeling en Misverstand verscheen, verschenen ook Het verdriet van België van Claus, en Geen gewoon Indisch meisje van Marion Bloem, allemaal boeken waarover ik in deze kolommen kon schrijven. Het zit in de lucht, zelfs de bouw van dit soort romans zit in de lucht: ze zijn allemaal gecomponeerd in afleveringen, om de familieleden heen die er, gedurende een afgepast stuk verleden, in centraal staan.
Greta Seghers heeft heel veel autobiografie in deze roman gestopt. Ook een behoorlijke dosis feminisme. Daar ben ik niet kapot van. Het is opvallend hoe nu ineens opvallend ouderwetse feministische opvattingen in Vlaams werk terecht komen, en gebracht worden met een aplomb alsof het ontdekkingen van vandaag zijn. Zowel Seghers als Carla Walschap zie ik dat nu doen, in eigen werk, in interviews, in lezingen: achterhaalde feministische inzichten spuien als gold het kersverse verworvenheden en gloednieuwe ervaringen, met daarbij ook nog de overtuiging hiermee bij te dragen tot de strijd, zonder kennelijk ooit iets gelezen of gehoord te hebben van de evolutie die hun zusters al jaren lang hierin meemaakten.
Literair gezien, heb ik uitgekeken naar deze roman van Seghers. Hier en daar waren er aankondigingen, toespelingen. En nu het boek voor me ligt, bewonder ik de bouw, de aanpak, zoals bij Afkeer van Faulkner. Maar in het overige ben ik teleurgesteld. De zeven delen lopen traag, zijn hier en daar langdradig. Hoewel Greta Seghers met onmiskenbare kennis van zaken en ambachtelijkheid gebruik maakt van de polyperspectief om haar kroniek te verlevendigen, en reëler te maken, blijft alles dezelfde smaak houden. Polyperspectief blijft daardoor een truc. Zij nuanceert er niet wezenlijk mee.
Hetzelfde geldt voor het taalgebruik. Seghers wisselt van geaccepteerd Nederlands naar minder geaccepteerd Vlaams. Maar ook dat blijft vernis, er komt geen kleur in welke van de twee talen ook. Er komt geen wezenlijk verschil in dimensie mee bloot.
De karakters komen psychologisch niet uit de verf. Gerda zou haar ‘roots’ (Greta Seghers' woord voor ‘wortels’) vinden in de afrekening met haar familie, maar ik proef geen woede, geen vertedering, geen herkenning en geen afwijzing. Ik