Nederlandse taal- en cultuurpolitiek
Nederlandse taal en cultuur in het buitenland
Het buitenland en wij.
Aion-n 1981, XXIV, het jaarboek van het Istituto Universitario Orientale van het Italiaanse Napels, heeft ons met grote vertraging bereikt (te verkrijgen via International Book Centre, Piazza Montecitorio 117-123, Roma). De bijtitel Studi nederlandesi, Studi nordici maakt duidelijk dat het Nederlandse taalgebied deze publikatie deelt met Scandinavië, maar voor 1981 was het Nederlands er bijna uitgewerkt: twee bijdragen van de zeven bij de grote artikelen, twee van de tweeëntwintig bij de recensies.
Het artikel van Sonia Floridi over existentialisme en realisme in Suiker van Hugo Claus (pp. 95-125) is een koele, intelligente ontleding, maar met wat te weinig overtuiging geschreven om anderen erg warm te maken voor dit toneelstuk. J.H. Meter bespreekt van zijn kant Uyt liefde geschreven. Studies over Hooft (1581-1981) en Van Duinkerke tot Königsberg. Geschiedenis van de Aldietsche Beweging, van Ludo Simons. Het zijn boeken van resp. 1981 en 1980.
●
Met niet minder vertraging kwamen we in het bezit van een boek uit Spanje. Daar verscheen in 1982 de derde uitgave van Gramàtica neerlandesa bij de publikatiedienst van het Madrileense Ministerio de Educación y Ciencia. Het is een bewerking, door Hans Tromp en Enrique Bernàrdez van de in 1960 voor het eerst verschenen Gramàtica holandesa van C.F.A. van Dam en H Th. Oostendorp. Of, zoals een van de bewerkers het uitdrukt: een Vlaamse bewerking van iets Hollands, om er iets algemeen-Nederlands van te maken. Daar wijst trouwens ook de verandering in de titel op.
Het is een klein boek, dat zijn weg moet vinden in het onmetelijke Spaanse taalgebied, en een bestsellerslot zal het wel niet kennen. Maar dat het om een derde uitgave gaat, wijst er toch op dat de vraag naar een dergelijke grammatica in Spanje en Latijns Amerika wel aanwezig is.
●
Veel recenter is het nieuws dat Jan Ploeg met pensioen is gegaan. Het zou onvergeeflijk zijn als dit afscheid hier niet speciaal zou worden vermeld. Deze cultuurattaché van de Nederlandse ambassade te Bonn heeft, vooral met een serie brochures, onvolprezen voorlichtingswerk verricht. We hebben er vroeger al aandacht voor gevraagd, maar doen dat bij deze gelegenheid graag opnieuw.
De laatste vier afleveringen van deze Nachbarn-cahiers zijn een goede staalkaart van wat de hele reeks van nu achtentwintig nummers te bieden heeft:
- nr. 25, Niederländer und Deutsche über sich und den Nachbarn, door J.F.E. Bläsing, een uit Berlijn afkomstige Tilburgse prof;
- nr. 26, Holländisch-deutsche Wechselbeziehungen in der Literatur des 17. Jahrhunderts, door Ferdinand van Ingen, hoogleraar Nieuwere Duitse Letterkunde;
- nr. 27, Das Niederländische als Kultursprache deutscher Gebiete, door Ludger Kremer, een Westfaal die verbonden is aan de UFSIA, Antwerpen;
- nr. 28, Hugo Grotius 1583-1645, door H.J.M. Neller, hoofd van het Nederlandse Grotius-Instituut.
In een kort bestek, maar telkens toch goed gestoffeerd, worden in deze reeks onderwerpen aangesneden die in al hun verscheidenheid toch een ding gemeen hebben: ze ruimen misverstanden op en verstrekken informatie over soms nauwelijks verkende grensgebieden tussen de Duitse en de Nederlandse wereld.
Jarenlang heeft Jan Ploeg de redactie van de Nachbarn-reeks op zich genomen en goede auteurs voor goede onderwerpen opgespoord. Nu hij de reeks in andere handen geeft (die van
Jan Ploeg.
Mevrouw Janet den Hartog), passen hartelijke felicitaties voor het geleverde werk en we drukken de hoop uit dat de nieuwe etappe in het leven van Jan Ploeg een periode zal inhouden van vitale rust.
Voor belangstellenden: zolang de voorraad strekt zijn de Nachbarn-cahiers gratis te verkrijgen bij de Nederlandse ambassade in de Bondsrepubliek, Strässensweg 10, 5300 Bonn 1.
Jan Deloof