3.
Nabeschouwing door Hugo Schiltz
Prof. Senelle heeft zijn analyse geplaatst in een drieluik door er een aantal historische referenties aan toe te voegen en een toekomstperspectief. Dit laatste beslaat zelfs iets meer dan de helft van zijn uiteenzetting waardoor de eigenlijke analytische doorlichting van de huidige situatie wel wat in het gedrang komt. Graag zou ik op de toekomstvisie van prof. Senelle ingaan, maar daarvoor ontbreekt hier helaas de plaatsruimte en dit was trouwens niet het thema door de redactie opgegeven.
Wat de historische verwijzingen betreft ben ik zo vrij, op grond van de beschikbare documenten én als mede-acteur te wijzen op enkele vergissingen in de referenties van prof. Senelle.
1. In de Egmont-Stuyvenbergakkoorden was wel degelijk de fusie van de gemeenschaps- en gewestorganen bedongen. Het is juist dat nadien de Franstaligen hierop wilden terugkomen, wat grote moeilijkheden heeft veroorzaakt.
2. Het dotatiestelsel met de fameuze verdeelsleutels is helemaal geen erfenis van de Egmont-Stuyvenbergakkoorden, maar wel van het regeerakkoord van de regering Tindemans I (1974 - de wet van Périn-Vandekerckhove).
3. In de Egmont-Stuyvenbergakkoorden was inderdaad uitdrukkelijk bedongen dat er afzonderlijke verkiezingen zouden plaatsvinden voor de Vlaamse, respectievelijk Waalse parlementsleden. Nu is er desbetreffend niets zeker, omdat men een eventuele hervorming van de Senaat moet afwachten, wat een herziening van de grondwet vereist, waarover in tegenstelling tot de Egmont-Stuyvenbergakkoorden geen akkoord bestaat.
4. Of het administratief toezicht over de faciliteitengemeenten van tijdelijke aard is valt te bezien. De Vlamingen zijn inzake het statuut Brussel immers de vragende partij. In het Egmont-Stuyvenbergakkoord was er wél een statuut voor Brussel voorzien, dat aan de Vlaamse minderheid in Brussel reële machtsparticipatie waarborgde. In de huidige regeling is er voor Brussel helemaal niets voorzien. Stellen dat dit een detail is dat nog eventjes geregeld moet worden waarna de centrale voogdij over de faciliteitengemeenten automatisch naar Vlaanderen komt lijkt mij op zijn minst lichtvaardig.