Theater
Gat in Kop.
De Mannen van den Dam - I.N.S. is een dynamisch gezelschap dat nieuwe uitdrukkingsvormen en nieuwe stukken voor het theater blijft onderzoeken. Al vrij vlug brak deze groep met de Italiaanse inspiratie van de Internationale Nieuwe Scène om een theater te brengen dat dichter bij de Vlaamse realiteit en traditie zou aansluiten. Steeds meer ook gingen De Mannen van den Dam zich verwijderen van het al te simplistische, vaak pamfletaire politieke theater. Men zocht naar stukken waarin een serieuse maatschappelijke analyse kon ontdekt worden of die daar toe aanleiding konden zijn. Ook thema's die met de privésfeer verband houden kwamen op het voorplan. Een hoogtepunt in de evolutie van de jongste jaren was de produktie van De Pelikaan, een sterk gezinsdrama van Strindberg. In de regie van J.L. Jacopin werd een naturalistisch kader opgeroepen waarbinnen echter vaak met aangezette, soms bijna choreografisch uitgewerkte bewegingen geacteerd werd.
Thans brengt het gezelschap Gat in Kop, een stuk van Wolfgang Deichsel naar motieven van Feydeau. Het gaat hier om een regelrechte farce: opengaande deuren zorgen voor verrassingen, broeken worden verwisseld en hebben de neiging af te zakken; men treft zelfs onverwacht een man in bed aan en meer van dat soort toestanden.
Eerder dan rond een plot ontwikkeld Deichsels stuk zich rond een aantal situaties. Nadat hij herhaaldelijk door zijn knecht gewekt is, ontwaakt een belangrijk industrieel, Neuherdt, met een enorme kater en met een groot, gat in zijn kop’: hij weet niet meer wat er tijdens de braspartij van de vorige nacht gebeurd is. Geleidelijk aan zal blijken dat hij, samen met een vroegere medestudent die in het bed van Neuherdt zijn roes uitslaapt, een vrouw heeft vermoord. Er worden een aantal potsierlijke pogingen ondernomen om de hele zaak te verdonkermanen. Neuherdt wil zijn medestander zo nodig uitschakelen. Intussen laat zijn neef zich uit louter geldzucht opvrijen door Neuherdts vrouw en wil hij zelfs zijn gehandicapt nichtje trouwen als een soort belegging.
Gat in Kop sluit enigszins aan bij de produktie door De Mannen van den Dam van Georges Feydeau's Het Laxeermiddel enkele jaren geleden. Er is de jongste tijd in het theater een duidelijke tendens merkbaar om farcen zoals die van Feydeau of Labiche bijvoorbeeld op hun onderliggende betekenissen af te tasten. In zijn artikel Feydeau is terug van weggeweest (Toneel Teatraal, december 1982) noemt Karst Woudstra al die dolkomimische stukken door en door huichelachtig. Maar precies omdat de sociale werkelijkheid zo behoedzaam wordt weggemoffeld zijn de angsten van de mensen onderhuids wel voelbaar.
Deichels Gat in Kop wordt geregisseerd door Sam Bogaerts, die blijkbaar een voorkeur heeft voor het karikaturale. Deze gerichtheid leverde bijvoorbeeld bij het Gezelschap van de Witte Kraai een Romeo en Juliette op die nauwelijks nog een interpretatie van het stuk bood, maar slechts een ludieke, cabareteske parodie ervan. In de produktie van De Mannen van den Dam is Bogaerts keuze voor het groteske en het karikaturale functioneler. Want door het sterk aandikken van de ironische elementen wordt de klucht ontmaskerd. Op die manier wordt het zelfbedrog dat de karakters beheerst herkenbaar. De geldzucht en de hypocrisie van het burgelijk milieu worden in de verf gezet. Voortdurend worden in deze produktie karikaturale vertekeningen aangewend. Neuherdts knecht verspreekt zich om de haverklap, slaat zichzelf dan op de wang en verbetert zich. Men richt zich tussendoor even rechtstreeks